Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Seksualiteit onder druk. Een kwalitatief onderzoek naar de seksualiteitsbeleving van vrouwen met dyspareunie.

KU Leuven
2025
Jade
Hulsman
In deze masterproef wordt onderzocht hoe vrouwen met dyspareunie hun seksualiteitsbeleving ervaren. Hoewel de wetenschappelijke aandacht voor genitopelviene pijnstoornissen de afgelopen jaren is toegenomen, blijft de psychoseksuele impact van dyspareunie vaak onderbelicht. Deze kwalitatieve studie beoogt inzicht te bieden in de wijze waarop vrouwen met pijn tijdens het vrijen betekenis geven aan hun seksuele ervaringen, identiteit en relaties. Er werd gebruikgemaakt van een beschrijvende fenomenologische onderzoeksbenadering, met individuele semigestructureerde interviews als dataverzamelings-methode. In totaal namen zeven vrouwen deel aan het onderzoek. De data werd geanalyseerd via een thematische analyse (Braun & Clarke, 2006).
Uit de analyse kwamen vijf centrale thema’s naar voren. (1) De ‘beleving van de seksuele relatie’ beschrijft hoe dyspareunie de intimiteit en communicatie tussen partners beïnvloedt, en hoe relationele co-regulatie als buffer kan fungeren. (2) De ‘beleving van de seksuele activiteit’ omvat de uiteenlopende wijzen waarop vrouwen pijn, verlangen, vermijding en coping ervaren binnen seksuele interacties. (3) De ‘seksuele identiteit’ verwijst naar de impact van dyspareunie op het zelfbeeld, vrouwelijke eigenheid en erotische agency. (4) De ‘impact op het dagelijks leven’ toont hoe pijn doorwerkt op psychosociaal vlak, inclusief gevoelens van onbegrip, schaamte en isolatie. (5) ‘Omgaan met dyspareunie’ gaat in op hulpzoekgedrag, de rol van lichaamsgerichte therapieën en de zoektocht naar herstel. De resultaten tonen dat vrouwen met dyspareunie vaak geconfronteerd worden met een complexe verwevenheid van lichamelijke pijn, emotionele spanning en relationele kwetsbaarheid. De bevindingen sluiten nauw aan bij bestaande literatuur over seksuele pijnstoornissen, lichaamsgeheugen, vrouwelijke seksuele socialisatie en copingstrategieën. Tegelijkertijd bieden de ervaringen van de deelnemers aanvullende inzichten, bijvoorbeeld over het belang van veilige partnerrelaties en herinterpretatie van vroegere seksuele ervaringen als katalysator voor herstel.
Hoewel deze studie zich beperkte tot een kleine, homogene groep (hoofdzakelijk heteroseksuele vrouwen), benadrukken de resultaten het belang van een multidisciplinaire en empathische benadering van dyspareunie. De erkenning van de subjectieve betekenis-verlening rond seksualiteit is essentieel in therapeutische contexten. Verder onderzoek is aangewezen om de diversiteit in ervaringen, coping en behandelbehoeften verder te verkennen, idealiter via een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Tot slot is het noodzakelijk om in toekomstig onderzoek blijvend aandacht te besteden aan de ethische complexiteit van seksuologisch onderzoek binnen kwetsbare doelgroepen.


Meer lezen

De vergunning van projecten voor hernieuwbare energie: omgevings- en klimaatrecht als elkaars concurrenten?

Universiteit Antwerpen
2025
Thomas
Piot
Deze thesis onderzoekt hoe het omgevingsrecht een hindernis vormt voor de realisatie van windturbineprojecten in Vlaanderen, ondanks de toenemende nood aan hernieuwbare energie. Hoewel het omgevingsrecht oorspronkelijk werd ontworpen ter bescherming van milieu, ruimtelijke kwaliteit en burgerparticipatie, blijkt het in de praktijk vaak een complex en versnipperd geheel van regels te zijn dat windenergieprojecten vertraagt of zelfs verhindert. Via een analyse van concrete vergunningsdossiers en gerechtelijke uitspraken wordt aangetoond dat het huidige juridische kader onvoldoende afgestemd is op de urgentie van de energietransitie.

Lokale weerstand, ingewikkelde procedures en overlappende regelgeving zorgen voor rechtsonzekerheid en tijdverlies. Daarnaast blijkt de Vlaamse decreetgever weinig voortvarend in het nemen van noodzakelijke hervormingen. Ook andere hernieuwbare energieprojecten, zoals zonneparken of waterstofinstallaties, stoten op gelijkaardige juridische knelpunten. De thesis pleit daarom voor een coherenter, efficiënter en meer toekomstgericht vergunningskader dat zowel bescherming biedt als perspectief creëert voor duurzame energie-initiatieven.
Meer lezen

Less fixation more freedom: Alternatieven voor vrijheidsbeperkende maatregelen in een woonzorgcentrum

Thomas More Hogeschool
2024
Nele
Verdickt
  • Nele
    Verdickt
In de scriptie wordt het probleem rond vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) besproken, met de focus op fysieke fixatie. Omwille van de gevolgen die VBM met zich meedragen wordt de focus gelegd op de zoektocht naar alternatieven. Daarnaast wordt er gekeken naar hoe de stap naar deze alternatieven laagdrempeliger kan worden gemaakt zodat de verpleegkundige makkelijker een keuze en een betere weloverwogen beslissing kan maken. Tevens wordt er ook gezocht naar een manier om de kennis rond alternatieven te vergroten bij verpleegkundigen.
Meer lezen

The Performing Person. Judith Butler and Wojtyla on Gender

KU Leuven
2024
Bram
Schreurs
Over the last thirty years, gender has become an increasingly hotly debated topic within the Roman Catholic
Church. The core of the debate seems to revolve around the nature of gender. On one side stand gender
scholars such as de Beauvoir, Wittig, and Butler who regard gender as socially constructed. Butler as the
most influential philosopher of gender suggested that gender is performative. It has no particular basis in
nature but it is rather in performing acts that the reality of gender comes to be. On the other stands a reading
of gender as undetachable from biological sex. Readings of the latter sort often draw upon John Paul II’s
complementarian anthropology as sketched in his Theology of the Body. However, as an academic in
philosophy, Karol Wojtyła developed an understanding of the human person as constituted through their
acts in his book Person and Act. Due to the similarity in the concept of performed gender and that of the
enacted person, the following question arises: how does gender fit within Wojtyła’s understanding of the
person and how does this add up to John Paul II’s later complementarian anthropology?
To answer these questions, the first chapter will outline gender performativity as Judith Butler
understands is. However, the emphasis is placed on performativity rather than gender per se. Therefore, the
chapter first explores the roots of Butler’s gender performativity in the performative speech theory of J.L.
Austin. Thereafter Butler’s own contributions and adaptations to Austin’s framework are explored. The
main takeaways constitute the definition of performativity as a new reality established through acting act
as well as the insight that any performance is by definition rooted in social conventions.
In the second chapter, the primary findings of Karol Wojtyła in Person and Act are examined in
relation to Butler’s concept of performativity. Wojtyła presents an analysis of the human person in which
the person itself is constituted, changed, even “made”, through acts. The chapter goes on to illustrate just
how similar Butler’s concept of performativity really is to Wojtyła’s understanding of the establishing of
the person through the act. From there on several other similarities and differences between both authors
are explored, showing them to be better read in tandem than as opposed to one another.
In the third and final chapter, we explore where performative gender would fit in Wojtyła’s
framework established in Person and Act. This exploration results in the finding that gender is more
properly understood as part of the acting, personal capacities of the human person rather than their
biological nature. From this intermediary conclusion, the chapter shifts focus to John Paul II’s Theology of
the Body to see whether Person and Act’s personalistic framework is applied correctly when it comes to
gender. The thesis concludes that it is not because Theology of the Body intertwines biological sex with
gender, thereby not doing justice to gender as part of the person and as constituted in the act.
The entire thesis comes together in a brief conclusion about the performance of drag, summarising
the main points and showing how drag is met with different responses by Karol Wojtyła and John Paul II.
Meer lezen

Homeless(less) City: An Atlas of Spatial Practices and Lived Experiences from Restrictions to Support in Cape Town

KU Leuven
2024
Paulien
Daenen
  • Arthur
    Caels
  • Ann-Sofie
    Wens
Urban life is increasingly confronted with social and spatial injustices, as a consequence of turbocapitalism and its distorted frameworks impacting urban governance and bureaucracy. By means of the specific case study of Cape Town, a segregated city still carrying deep wounds from the Apartheid regime, this thesis investigates homelessness as one of the most tangible symptoms of surging inequality and urban crisis.

This study examines the city as a constellation of homeless architecture, either facilitating or hostile in nature, and in constant interference and interaction with one another. This lens is used in an interscalar way, straddling territorial and micro architectural scales. A constant imbalance manifests in this struggle over urban territory, and more particularly for urban land justice. The never-ending storyline of forced removals and evictions, lives on in the urban fabric. The built environment, urban legislation and vacant buildings are related to the homeless and anti-homeless architecture, structuring the dwelling culture of people experiencing homelessness within the city. The thesis’ objective, therefore, is to uncover the complexity of the homeless city, including the multi-layered urban tissue, the shelter and service system and the body to territory relations of urban residents experiencing homelessness.

The research, rooted in engaged fieldwork that took place in September - November 2023, together with spatial analysis and mapping, is conducted during the 2023-2024 academic year. A variety of homeless organizations, with different backgrounds, focuses, approaches and target groups, were fundamental stakeholders. They facilitated a closer interaction with and within the homeless network. Volunteering, outreach work and comprehensive interviews allowed us to gain insight into the complexity of the subject.

This study is developed as a graphic atlas, revealing how the hidden layers of homeless infrastructure are encapsulated in the socio-spatial anatomy of Cape Town. The atlas depicts both historical and current layers to provide insight into the contemporary city’s complex spatial dynamics and the role of homelessness therein.
Meer lezen

"AI en productaansprakelijkheid – Last en vooruitgang?"

KU Leuven
2024
Erika
Rogojina
Mijn bachelorproef behandelt de juridische uitdagingen die ontstaan door de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) en de tekortkomingen van de huidige wetgeving rond productaansprakelijkheid. Het werk biedt een diepgaande analyse van de bestaande en toekomstige Europese en Belgische regelgeving en de manier waarop deze omgaat met de complexe en unieke aspecten van AI-systemen.

De scriptie begint met een overzicht van het huidige juridische kader voor productaansprakelijkheid op Europees en Belgisch niveau. Hieruit blijkt dat de huidige wetgeving, hoewel effectief voor traditionele producten, tekortschiet bij het reguleren van AI-toepassingen. AI wordt vaak niet als een product beschouwd, waardoor het moeilijk is de juridische verantwoordelijkheid vast te stellen.

Een belangrijk thema in mijn scriptie is de moeilijkheid voor consumenten om de bewijslast te dragen wanneer AI-systemen defecten vertonen. Het is vaak onmogelijk voor consumenten om aan te tonen dat een fout in een AI-systeem schade heeft veroorzaakt. Om deze reden wordt gesuggereerd in de rechtsleer dat de bewijslast in sommige gevallen zou moeten worden omgekeerd, waarbij de producent moet aantonen dat hun AI-product correct functioneerde.

Toch, speelt de "black-box"-problematiek dan ook een rol. AI-systemen functioneren vaak als een "black box", wat betekent dat zelfs de ontwikkelaars niet volledig kunnen verklaren hoe beslissingen tot stand komen. Dit gebrek aan transparantie bemoeilijkt de vaststelling van aansprakelijkheid, wat de positie van consumenten verzwakt.

In het context van de snelle ontwikkeling van AI heeft de Europese Commissie een nieuw voorstel gepubliceerd om de productaansprakelijkheidsrichtlijn te moderniseren en AI expliciet te reguleren. Dit zou leiden tot een grotere verantwoordelijkheid voor producenten, die verplicht zouden zijn om op verzoek van de rechtbank technische details over AI-systemen vrij te geven. Deze veranderingen zouden de informatiestroom tussen producenten en consumenten verbeteren, waardoor consumenten beter in staat zijn om hun zaak de onderbouwen.

In mijn werkstuk wordt ook een vergelijking gemaakt tussen de ontwikkelingen in België en andere landen zoals Nederland en Duitsland, waar al verdergaande stappen zijn gezet om AI-wetgeving aan te passen. Deze landen bieden waardevolle voorbeelden van hoe productaansprakelijkheid kan evolueren in een tijdperk van snelle technologische vooruitgang.
Meer lezen

Defending democracy: what explains the EU’s response to backsliding member states?

Universiteit Gent
2024
Loren
Vermeire
De thesis, getiteld Defending Democracy: What Explains the EU’s Response to Backsliding Member States?, onderzoekt hoe de Europese Unie reageert op democratic backsliding bij lidstaten en welke factoren deze respons sturen. In het onderzoek wordt democratic backsliding geanalyseerd aan de hand van casestudies van Hongarije en Polen, die vaak als voorbeeld worden genoemd van landen waar de rechtsstaat en democratische normen stelselmatig onder druk staan.

De thesis is opgebouwd rond een aantal kernonderdelen:

Conceptueel Kader: Hierin worden de basisconcepten van democratie en democratic backsliding uiteengezet, waarbij Vermeire ingaat op hoe deze concepten toegepast worden in de context van de EU.

Theoretisch Kader: Dit hoofdstuk onderzoekt bestaande theoretische benaderingen die helpen verklaren waarom de EU reageert zoals ze doet. Hierin wordt bijvoorbeeld de logica van ‘consequenties’ en ‘gepastheid’ besproken, oftewel hoe politieke en institutionele factoren de beslissingen van de EU sturen.

Methodologie: Vermeire gebruikt een kwalitatieve benadering met casestudieanalyse van de situaties in Hongarije en Polen, en interviews met EU-functionarissen en betrokkenen uit het maatschappelijk middenveld. Dit moet inzicht geven in de factoren die aan de basis liggen van de EU’s respons op democratic backsliding.

Analyse van Casestudies: De thesis gaat gedetailleerd in op de specifieke gevallen van democratic backsliding in Hongarije en Polen. De respons van de EU op elk van deze landen wordt vergeleken en geanalyseerd om patronen te ontdekken in de EU's aanpak.

Resultaten en Discussie: Hier worden vier factoren geïdentificeerd die de reactie van de EU verklaren: (1) juridische en procedurele mechanismen, (2) interinstitutionele dynamieken binnen de EU, (3) politieke overwegingen, en (4) de invloed van de lidstaten zelf.

Conclusie: Tot slot biedt de thesis een samenvattende conclusie en aanbevelingen voor verder onderzoek, waarbij ook beperkingen van de huidige aanpak van de EU worden benoemd.

De thesis levert hiermee een bijdrage aan het wetenschappelijk debat door inzicht te bieden in hoe de EU omgaat met relevante interne uitdagingen voor haar kernwaarden en welke obstakels in de weg staan voor een eenduidige en doeltreffende aanpak van democratic backsliding. Het biedt ook een hedendaagse update aan de bestaande literatuur.
Meer lezen

'Gekleurde huid' op het witte scherm. Een exploratief onderzoek naar de ervaringen van Vlaamse niet-witte actrices en/of actrices met een migratieachtergrond.

Universiteit Gent
2024
Souad
Boukhatem
Deze masterproef onderzoekt de professionele ongelijkheden waarmee niet-witte actrices en actrices met een migratieachtergrond geconfronteerd worden in de Vlaamse film- en televisiesector, met een focus op de intersectionaliteit van ras en gender. De studie identificeert specifieke uitdagingen en barrières die deze actrices ervaren, uiteengezet in vier deelvragen die de complexe lagen van ongelijkheid binnen de sector blootleggen.

Ten eerste ervaren niet-witte actrices psychologische belasting door hun representatieve last en het gevoel van isolatie in een overwegend witte omgeving. Ze worden vaak gecast in stereotiepe rollen die hun echte identiteiten en ervaringen niet weerspiegelen, wat leidt tot professionele frustraties en psychologische stress. Daarnaast versterkt hun casting de dominantie van witte en mannelijke perspectieven, wat hun marginalisatie bevordert.

Het onderzoek toont verder aan dat discriminatie op basis van ras en gender leidt tot significante professionele, sociale en economische nadelen. Deze actrices stuiten op structurele barrières zoals beperkte en vaak stereotiepe rollen die hun carrièremogelijkheden beperken. Ze ervaren subtiele tot expliciete discriminatie, die samen met ontransparante loonstructuren hun financiële welzijn en professionele groei beïnvloeden.

Persoonlijk welbevinden van de actrices lijdt ook onder deze ongelijkheden. De cumulatieve effecten van discriminatie schaden hun geestelijke gezondheid, resulterend in symptomen van angst, onzekerheid en een verlaagd zelfvertrouwen. Ondanks deze uitdagingen ontwikkelen de actrices diverse copingstrategieën zoals het vormen van netwerken voor steun, het initiëren van eigen projecten, en het ontwikkelen van onverschilligheid om emotionele energie te bewaren.

De masterproef concludeert met aanbevelingen voor de sector, waaronder de noodzaak voor herziening van narratieve structuren en een meer inclusieve representatie in de media. Er moet een effectief diversiteitsbeleid komen met concrete, meetbare doelen voor inclusiviteit. Het Vlaams Audiovisueel Fonds kan een belangrijkere rol spelen door het bevorderen van diversiteit zowel voor de camera als in creatieve en leiderschapsposities achter de schermen. Onderwijs speelt een cruciale rol in het bevorderen van een meer inclusieve en minder Eurocentrische wereldvisie. Bovendien is dekolonisatie van het curriculum en aan toneelscholen noodzakelijk om een meer inclusieve opleiding te bieden. Ook het aanstellen van diversiteitscoördinatoren en het trainen van vertrouwenspersonen in discriminatie-herkenning zou bijdragen aan een inclusiever werkklimaat. Tot slot benadrukt deze masterproef de behoefte aan verder onderzoek naar de specifieke ervaringen van niet-witte actrices, acteurs en andere identiteitsaspecten zoals seksuele oriëntatie en disability om effectieve beleidsmaatregelen en interventies te ontwikkelen.
Meer lezen

Climate activism and the protest paradigm: a quantitative content analysis of Flemish online news content

Universiteit Gent
2024
Ines
Boeckxstaens
De representatie van protest in nieuwsmedia speelt een cruciale rol in het vermogen van sociale
bewegingen om de publieke opinie en politieke agenda’s te beïnvloeden. Ondanks de groei van de
klimaatbeweging en het specifieke belang van media aandacht voor de klimaatzaak, blijft
empirisch onderzoek naar klimaatprotesten in media schaars. Deze scriptie gebruikt het protest
paradigma als theoretisch kader om de representatie van klimaatactvisme in nieuwsmedia te
bestuderen. Het protest paradigma benadrukt patronen in berichtgeving die protesten
delegitimeren, vaak door negatieve aspecten zoals geweld te benadrukken, en zo de publieke
perceptie te beïnvloeden. Deze studie onderzoekt Vlaamse online nieuwsinhoud door middel van
een kwantitatieve inhoudsanalyse, waarbij de aanwezigheid van indicatoren van het protest
paradigma en factoren die het gebruik ervan beïnvloeden, worden onderzocht. De bevindingen
tonen dat delegitimerende framing nog vaak aanwezig is, zij het soms naast legitimerende frames.
Daarnaast zien we wel een aanzienlijke aanwezigheid van niet-officiële bronnen, wat afwijkt van
de verwachtingen van het protest paradigma. Bovendien tonen protestkenmerken, zoals het
gebruik van illegale en radicale protestactieken en locatie, effecten op het gebruik van het
paradigma. Hoewel geen significante verschillen werden waargenomen tussen verschillende
types van nieuwsmerken, wordt verder onderzoek, vooral naar alternatieve nieuwsmerken,
aanbevolen. In essentie biedt deze scriptie waardevolle inzichten in de dynamische representatie
van klimaatactivisme in Vlaamse online nieuwsmedia, waarbij de complexiteiten inherent aan
mediavertegenwoordiging van sociale bewegingen worden onderstreept.
Meer lezen

Rouw bij topsporters na het beëindigen van de topsportcarrière

AP Hogeschool Antwerpen
2024
Hanne
Van Bossele
  • Liesbet
    Van Breedam
De overgang van een leven als topsporter naar een ander carrièrepad is vaak een complex
proces dat gepaard gaat met diverse uitdagingen, waaronder het ervaren van rouw en
verlies. Dit verkennend onderzoek richt zich op de verschillende ervaringen van
tweeëntwintig voormalige atleten met betrekking tot rouw en verlies bij het beëindigen van
hun carrière in de topsport. Deze atleten hebben hun topsportcarrière minimaal drie jaar en
maximaal zestien jaar geleden stopgezet. De hoofdvraag probeert te achterhalen op welke
manier deze topsporters het best kunnen ondersteund worden tijdens deze overgangsfase.
De deelvragen richten zich op factoren die de verlieservaring beïnvloeden, handvaten en
belemmeringen voor het verwerkingsproces, en de emoties die domineren bij het beëindigen
van de carrière en hoe deze veranderen na verloop van tijd.
Een uitgebreide literatuurstudie werd uitgevoerd en twee experten in het begeleiden van
(ex-)topsporters werden bevraagd. Semigestructureerde interviews en vragenlijsten werden
afgenomen bij tweeëntwintig ex-topsporters. De interviews werden geanalyseerd aan de
hand van een thematische analyse. De bevindingen tonen aan dat zeventien van de
tweeëntwintig deelnemers een rouwervaring hebben doorgemaakt bij het beëindigen van
hun topsportcarrière. Dit suggereert dat rouw of verlies een veelvoorkomend fenomeen is
tijdens deze overgang.
De analyse wijst op enkele belangrijke tendensen. Factoren die de verlieservaring
beïnvloeden, omvatten onder andere het niveau en de intensiteit van de topsportbeoefening.
Respondenten die voorafgaand aan hun beëindiging een duidelijk plan hadden en/of een
afscheid of erkenning kregen, ervaarden minder intense rouwgevoelens. Sociale steun van
familie, vrienden en lotgenoten bleek een belangrijke buffer te zijn tegen mogelijke
rouwgevoelens en respondenten die hun carrière onvrijwillig moesten beëindigen, voelden
vaker intense rouwgevoelens dan diegenen die vrijwillig stopten. Daarnaast suggereert het
onderzoek dat het inzetten op enkel topsport, ook tijdens de carrière, belemmerend kan
werken in het leven na topsport.
De resultaten benadrukken het belang van bewustwording en erkenning van de uitdagingen
die voormalige topsporters ervaren bij de carrièrebeëindiging alsook het belang van goede
begeleiding bij het afsluiten van een topsportcarrière. Aanbevolen
ondersteuningsmogelijkheden omvatten psychologische ondersteuning, het opzetten van
p 5 / 109
mentorprogramma’s met ervaren ex-topsporters, inclusief loopbaanbegeleiding en
netwerkuitbreiding. Verder is er aandacht voor erkenning en afscheid binnen de
topsportgemeenschap als belangrijk aspect voor een succesvolle overgang.
Het onderzoek benadrukt de complexiteit van het proces en pleit voor een holistische
benadering van ondersteuning van (voormalige) topsporters bij het beëindigen van hun
carrière, met aandacht voor zowel de mentale als fysieke aspecten, alsook de ontwikkeling
van een bredere identiteit en sociale netwerken buiten de sport.
Meer lezen

A change of direction in the jurisprudence on wrongful birth claims

Vrije Universiteit Brussel
2024
Graciela
Pardo Burbano
In deze thesis wordt het onderwerp van schadevergoeding wegens een medische fout behandeld, in het bijzonder de zgn. 'wrongful life, wrongful birth en wrongful pregnancy' vorderingen. Na een analyse van Belgisch recht, een discussie over de debatten, en een vergelijking met andere rechtstelsels komt een voorstel van mogelijke artikels om dit onderwerp te reguleren.
Meer lezen

Inburgering, Taalverplichtingen & Sociale Prestaties voor Derdelanders: een juridische kijk op 'Taalwelvaartschauvinisme'

KU Leuven
2024
Simon
Venmans
Hoe kijkt het Belgische en Europese recht naar het ontnemen van sociale uitkeringen aan derdelanders wegens hun gebrek aan Nederlands? Deze politieke trend, wat ik ‘taalwelvaartschauvinisme’ noem, stoot bij haar omzetting in wetgeving op verschillende juridische, maar ook praktische bezwaren.
Meer lezen

How can Virtual Reality and/or Augmented Reality influence the Customer Journey?

Universiteit Gent
2024
Ruben
Coppens
Deze masterproef onderzoekt de invloed van virtual reality (VR) en augmented reality (AR) op de customer journey (CJ). De probleemstelling richt zich op hoe deze technologieën de interacties en ervaringen van klanten met bedrijven kunnen transformeren. De centrale onderzoeksvraag is: "Hoe kunnen Virtual Reality en/of Augmented Reality de customer journey beïnvloeden?"

Het onderzoek is gestart met een uitgebreide literatuurstudie om een theoretisch kader te bieden. Daarnaast is een kwalitatieve benadering gebruikt, waarbij semigestructureerde interviews zijn gehouden met zes experts in de sector. Tot slot is de data-analyse uitgevoerd met behulp van thematische analyse om patronen en inzichten te identificeren.

Uit het onderzoek blijkt dat VR en AR aanzienlijke voordelen bieden in alle fasen van de
customer journey, van bewustwording tot loyaliteit. VR biedt diepgaande immersieve
ervaringen, terwijl AR praktische en verbeterde interacties in de fysieke wereld mogelijk
maakt. Deze technologieën verbeteren de klantbeleving, verhogen de betrokkenheid en
kunnen leiden tot hogere conversiepercentages.

De conclusie van deze studie is dat VR en AR de potentie hebben om de gehele customer journey te transformeren door innovatieve en boeiende klantervaringen te bieden. De conclusie is daarom dat bedrijven die deze technologieën effectief implementeren, een concurrentievoordeel kunnen behalen en klanttevredenheid kunnen verhogen.
Meer lezen

The Political Imperative of Public Space - Public sphere and space in the Brussels Capital Region

KU Leuven
2024
Gommaar
Van Reybrouck Van Gelder
This thesis explores the political imperative of public space in the Brussels Capital Region. The city-region, marked by administrative complexity and political stratification, is today also subject to a disconnect between citizens and representative democratic instances. This disaffection is exacerbated by broader political polarisation and hyper-politicization within Belgian society. Furthermore, despite discussions about a reappropriation of public space, true progress remains relative and often coincides with creeping processes of depoliticization.
Public space, however, plays a crucial role within the public sphere, which has been influentially theorised by Jürgen Habermas and Hannah Arendt. Habermas's historical analysis of the bourgeois public sphere highlights principles of accessibility, rational deliberation, and reasoned opinion-formation. This has been critiqued by Nancy Fraser for its exclusion of subaltern groups, leading to her concept of multiple counter-public spheres. Arendt in a different stance emphasises plurality as fundamental to politics, with the public sphere then being the site for action and speech.
The public sphere, although non-dismissible for forming critical public opinion and active citizenship in contemporary democracy, is today challenged by delocalisation and disembodiment. Therefore, in response to challenges to both sphere and space, the political imperative of public space proves essential to (re)consider. Public space must in this regard be seen as a relational entity with socio-physical and spatio-temporal dimensions. Characteristics such as accessibility, inclusivity, and potential for transgression are key, yet public spaces are more often dominated by patterns of e.g. securitization, privatization, and commodification.
The conceptualization of political public space in this thesis considers it as either a playground or a theatre, focusing on democratic performance of both citizens and architecture in itself. The general framework is subsequently applied to the case of the Brussels Capital Region. An analysis of XDGA’s non-realised design for the Schuman Square, a significant political and symbolic site, illustrates the potential and limitations of formal public spaces for embedding political action. In contrast, but refraining from hierarchisation, Filter Café Filtré Atelier’s OpenStreets project demonstrates the potential of informal public spaces to foster political engagement and activism around themes of common interest. The Decoratelier case study ultimately emphasizes the importance of genuine political engagement in public space, warning against superficial participation.
Addressing the political imperative of public space proves crucial for enabling citizen engagement within societal transformation. While public space alone cannot resolve polarisation, it can contribute by making abstract disagreements tangible and fostering continuous negotiation and debate. The thesis identifies key socio-physical and architectural considerations for evaluating the political imperative of public spaces, such as representation, control, and multi-publicity. The goal is to create a framework for spaces that represent both diverse publics and society, while enabling collective action and participation. After all, architects have a significant role in designing these spaces through re-engaging politics and aesthetics by treating space as an active participant in societal and political dynamics.
Meer lezen

Monstrosity as Metaphor: A Trans* Feminist Analysis of Rage and Its Potential for Change within the Academy

Universiteit Gent
2024
Hanne
Vogelaers
Deze masterproef onderzoekt het historische gebruik van 'monstruositeit als allegorie voor trans ervaringen, waarbij zowel transfobe als -vriendelijke literatuur geanalyseerd wordt. Het kijkt naar hoe 'het monster' opnieuw werd opgeëist in een poging om ruimte te claimen voor ‘trans’ binnen de academische wereld. Verder exploreert deze masterproef noties van representatie en (on)zichtbaarheid in verband met trans personen, waarbij een aantal alternatieve strategieën worden onderzocht om ‘difference’ te begrijpen en af te beelden: 'het haptische', 'disidentificatie', 'transing.’ Door te kijken naar hoe trans kunstenaars vandaag de dag monstruositeit opnieuw verbeelden, hoopt het een directer en meer belichaamd contact met het concept te bieden. Het eindigt met een analyse van het gebruik van metaforen binnen gemarginaliseerde gemeenschappen. In essentie wil deze masterproef aangeven hoe (trans) 'monstruositeit' – en het bijbehorende gevoel van woede – heeft gefunctioneerd als een middel voor verzet en hoe het nu nog steeds relevant is.
Meer lezen

Additive manufacturing of ferromagnetic parts for electrical machines

Universiteit Gent
2024
Lukas
Lammens
Deze paper onderzoekt de mogelijkheid van
kristallografische oriëntatie tijdens additieve vervaardiging.
Elektrische machines maken gebruik van korrel georiënteerd of
niet-korrel georiënteerd elektrisch staal, afhankelijk van de
toepassing. De kristallografische oriëntatie van het staal is
belangrijk om de energieverliezen, en daarmee het
energiegebruik van de machine, te verminderen. Additieve
vervaardiging biedt de mogelijkheid om nieuwe ontwerpen met
hoge geometrische complexiteit te creëren, maar er is geen
mogelijkheid om de kristaloriëntatie van de afgezette materialen
te controleren tijdens het additief vervaardigingsproces. Deze
paper onderzoekt het gebruik van Fe6.5Si deeltjes, die onder
magnetische verzadiging worden gebracht door ze vooraf te
magnetiseren in een op maat gemaakt magnetisch circuit. De
remanentie van de deeltjes zal een magnetisch moment creëren,
dat zal proberen de deeltjes te oriënteren tijdens de extrusie
onder invloed van een magnetisch veld. Dit maakt additieve
productie mogelijk van componenten met hoge dichtheid van
Fe6,5Si voor elektrische machines met geprefereerde
kristaloriëntaties. Geteste proefstukken tonen oriëntatie met lage
intensiteit. Dit suggereert dat kristalrotatie mogelijk is tijdens
het 3D-micro-extrusieproces. De rotatie wordt mogelijk
gedeeltelijk voorkomen door de hoge viscositeit van het
pastamateriaal.
Meer lezen

The Haunting (of the) Past: Urban Traces in Singapore, Phnom Penh, and Bali

Universiteit Gent
2024
Anissa
Boukra
In 'De Architectuur van de Stad' van Aldo Rossi wordt de existentie voorgesteld van een
gedeelde essentie tussen het menselijk lichaam en de stad, waarbij beide een evolutie
doorgaan die gevormd wordt door unieke ervaringen. Net zoals het menselijk lichaam sporen van trauma kan bewaren, herinnert een stad zich haar verleden via de gebouwde omgeving. Als trauma een diepgaand effect kan hebben op het menselijk lichaam, wat is dan het effect van een traumatisch verleden op de stad en haar inwoners? Deze masterproef verkent de complexe kruispunten tussen koloniale geschiedenissen, traumatische herinneringen, stedelijke landschappen en rechtvaardigheid in Singapore, Phnom Penh en Bali. De centrale vraag luidt: Hoe beïnvloedt het voortlevende verleden van een traumatische geschiedenis de stedelijke landschappen, faciliteert het de exploitatie van trauma voor toerisme en belemmert het de zoektocht naar rechtvaardigheid in Singapore, Phnom Penh en Bali?
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden, start deze masterproef haar analyse met het onderzoeken van de langdurige impact van koloniale interventies op demografische evolutie, etnisch evenwicht en raciale ondertonen. Diep ingaand op het traumatische verleden van de genocide onder het Khmer Rouge-regime, worden verdrongen herinneringen, zelfcensuur en herinneringspolitiek ontrafeld. Daarnaast behandelt het de vergeten genocide van 1965 in Bali en verkent het de verbanden tussen oorlog, seksueel geweld en architectuur, inclusief een analyse van Singaporese comfortvrouwen. Deze masterproef beschouwt stedelijke ruimtes als palimpsesten, waarbij de uitwissing van visuele informatie en het behoud van onvertelde verhalen in landschappen die fungeren als actieve herdenkingsmonumenten worden benadrukt. De verkenning strekt zich uit tot de vormgevende factoren van het stedelijke landschap van Phnom Penh, van het Franse koloniale tijdperk tot de post-Khmer Rougereconstructie. Diepgaand wordt het concept van de tabula rasa bevraagd, waarmee percepties van Singapore als een homogene stad in twijfel worden getrokken. De exploiterende link tussen toerisme en trauma wordt kritisch onderzocht, waarbij de transformatie van Bali tot een paradijs en de complexiteiten van thanatoerisme in Cambodja worden ontrafeld. De masterproef sluit af met een diepgaande verkenning van de transcendentie van herinneringen en de zoektocht naar overgangsrechtvaardigheid, waarbij specifieke initiatieven in Cambodja en Bali worden belicht, terwijl maatschappelijke uitdagingen die vooruitgang in Singapore belemmeren, worden erkend.
Deze masterproef concludeert door de nadruk te leggen op het belang van het verbreden van de definitie van het archief via de tegenstemmen van kunstenaars, het verbinden van de casestudies met het thema van 'herinneren wat vergeten is,' en het pleiten voor alternatieve wegen in lijn met het concept van 're-memory' van Toni Morrison.
Meer lezen

On Possible Roles of Machine Learning Applications for Painting Conservation: a Review of the State of the Art

Universiteit Antwerpen
2024
Aster
Van Vijle
Elk kunstwerk is onderhevig aan degradatie die veroorzaakt kan worden door een verscheidenheid aan factoren. De risico's die werken lopen zijn afhankelijk van de technieken en materialen die gebruikt werden door de kunstenaar. Conservatiemaatregelen proberen de degradatie van kunstwerken als gevolg van ouderdom of omgevingsfactoren te beperken door de opslag- en tentoonstellingsomstandigheden te controleren. Periodieke beeldvorming en fysisch-chemisch onderzoek zijn belangrijke conservatietaken. De meeste erfgoedinstellingen verzamelen en bewaren de vergaarde informatie over hun kunstcollecties digitaal. Deze data in combinatie met machine learning kan dienen als een essentiële bron van informatie en als een niet-invasieve methode voor diepgaande analyses van kunstwerken. De meeste conservatoren hebben echter niet voldoende kennis over machine learning om dit zelf te implementeren, wat betekent dat samenwerking met ingenieurs noodzakelijk is. Zij begrijpen op hun beurt niet altijd de uitdagingen binnen conservatieonderzoek. Deze masterthesis is dan ook bedoeld als een startpunt voor zowel conservatoren als ingenieurs die meer willen weten over de toepassingen van machine learning in kunstconservering. De focus ligt op vier grote thema’s binnen de conservatie van schilderijen: de leesbaarheid van technische beelden verbeteren, pigmentanalyse, detectie van schade, en voorspellen van schade.
Meer lezen

Een onderzoek naar drinkwaterbeleid: een analyse van waterapartheid in de Westelijke Jordaanoever en manieren van "making do" van Palestijnse gemeenschappen

Universiteit Gent
2024
Dania
Al Sknini
De scriptie onderzoekt het concept van “waterapartheid” in de Westelijke Jordaanoever en de ongelijke toegang tot water tussen Palestijnse gemeenschappen en Israëlische kolonisten. Israël heeft een monopolie op de waterbronnen in de regio, wat leidt tot een systematische beperking van Palestijnse toegang tot water. Hierdoor kampen Palestijnen met chronische watertekorten, terwijl Israëlische kolonisten toegang hebben tot een overvloedige watervoorziening. De bouw van fysieke barrières, zoals de "apartheidsmuur", zorgt ervoor dat Palestijnse gemeenschappen worden afgesneden van hun natuurlijke bronnen, wat de ongelijkheid in toegang verder versterkt.

Naast deze fysieke controle speelt ook economische exploitatie een rol. Het Israëlische waterbedrijf Mekorot hanteert discriminerende praktijken zoals het gebruik van leidingen met lagere waterdruk in Palestijnse gebieden, wat de economische ontwikkeling van Palestijnse gemeenschappen beperkt en de mogelijkheid belemmert om een onafhankelijke watersector op te bouwen. Bovendien leidt de overexploitatie van transnationale waterbronnen, zoals de Jordaanvallei, tot verdere uitputting van Palestijnse watervoorraden, waardoor hun wateronzekerheid wordt vergroot.

De scriptie toont aan dat watertekorten in de Westelijke Jordaanoever geen natuurlijk fenomeen zijn, maar het gevolg van bewuste politieke keuzes en machtsstructuren. Ondanks de beperkingen hebben Palestijnse gemeenschappen innovatieve strategieën ontwikkeld om met de schaarste om te gaan. De conclusie onderstreept dat de watercrisis in de regio alleen kan worden opgelost door het aanpakken van de onderliggende ongelijkheden en discriminaties in waterbeheer en toegang.
Meer lezen

Investigating vegetational survey efficiency using a long-term phenological survey along a subarctic elevation gradient

Universiteit Antwerpen
2024
Beau
Ramaekers
The warming of the global climate system, particularly pronounced in Arctic regions, poses significant challenges to plant species, communities and ecosystems. Understanding the dynamics of Arctic flora in response to this changing climate is crucial for predicting and mitigating its impacts. Long-term vegetational surveys are crucial monitoring tools to capture these dynamics in species diversity, distribution and phenology. Nevertheless, their observations and projections are frequently based on data lacking sufficient temporal and spatial resolution and often neglect the error caused by imperfect observations. Here, we show that species detection is influenced not only by the inherent dynamics of vegetation, including seasonal and year-to-year fluctuations and the broader context of long-term climate change, but also by other temporal, spatial and species-specific variation within the plant community. Interdependent effects of factors such as growing season temperature, seasonal timing of observation, elevation, total plot species richness, and species-specific traits were found to have a crucial impact on species observation accuracy, often manifesting through changes in phenology and morphology across different dimensions. As such, the changing climate directly and indirectly influences these factors through space and time, making it challenging to make a distinction between inherent species dynamics and inaccurate observations. Our findings highlight the need for multiple surveys per year, effective timing of monitoring within the growing season, year-to-year comparisons and adopting adequate spatial scales to account for imperfect observations, especially when studying species’ temporal dynamics. These insights contribute to broader discussions on the complexities of ecological monitoring and underscore the importance of adapting adequate survey methods to effectively capture species dynamics in a changing climate. This to avoid making misleading conclusions, resulting in over- or underestimations of species dynamics.
Meer lezen

THE REPARATION OF COLONIAL HARM: A Study of European State Practice

KU Leuven
2024
Nel
Christie
Deze thesis onderzoekt de complexiteit van de schade die Afrikaanse naties en hun volkeren is berokkend onder Europese koloniale regimes en het streven naar herstel voor dit historische onrecht en de voortdurende gevolgen ervan. Het doel is om te evalueren in hoeverre Europese initiatieven voor herstelmaatregelen een staatspraktijk zijn volgens de definitie van het internationaal recht. Drie essentiële vragen vormen de rode draad van dit onderzoek: 'Wat is koloniale schade? Welke vormen van herstel kunnen deze schade aanpakken? En welke initiatieven hebben Europese staten genomen? De bevindingen onthullen een gefragmenteerde respons die wordt ondersteund door morele erkenning, maar inconsistente actie. Hoewel er een groeiende erkenning is van de morele plicht om de koloniale erfenis aan te pakken, belemmert een gebrek aan consistentie de vorming van een echte staatspraktijk. Desalniettemin laat de voortschrijdende ethiek rond herstelmaatregelen een betekenisvolle verschuiving zien in de houding van Europese staten.
Meer lezen

Multi-Robot Task and Motion Planning

Vrije Universiteit Brussel
2024
Viktor Laurens
De Groote
Genomineerde longlist mtech+prijs
Naarmate robots steeds belangrijker worden in diverse industrieën, krijgt de coördinatie van meerdere autonome robots in gedeelde omgevingen meer aandacht in onderzoek. Multi-Robot Systemen (MRS) beloven verhoogde efficiëntie, robuustheid en nieuwe mogelijkheden, maar brengen ook uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van bewegingsplanning. Dit geldt met name voor de coördinatie van meerdere manipulators, waarbij geavanceerde strategieën nodig zijn door de hoge dimensionale complexiteit van het probleem.

Traditioneel worden gekoppelde en ontkoppelde methoden gebruikt om het probleem van bewegingsplanning voor meerdere robots aan te pakken. Gekoppelde methoden hebben aanzienlijke schaalbaarheidsproblemen, omdat de reken- en geheugencapaciteit exponentieel toeneemt met elke extra vrijheidsgraad (DOF) in het systeem. Ontkoppelde methoden daarentegen zijn beter schaalbaar, maar leveren vaak suboptimale oplossingen en bieden geen garanties dat er een oplossing wordt gevonden, zelfs als die er is.

Dit onderzoek verkent een hybride aanpak tot bewegingsplanning, dat gebruikmaakt van Conflict-Based Search (CBS) als het low-level zoekalgoritme voor Probabilistic Roadmaps (PRM). Deze hybride benadering combineert de voordelen van zowel gekoppelde als ontkoppelde methoden. De effectiviteit van de hybride aanpak is geëvalueerd en vergeleken met beide methoden via Python-gebaseerde simulaties in twee experimentele opstellingen: één met vlakke manipulators in elkaars nabijheid en een andere met Franka Emika Panda-manipulators in PyBullet. De resultaten tonen aan dat CBS-PRM beter schaalt bij toenemende dimensionaliteit vergeleken met gekoppelde methoden, en dat het verbeterde slagingspercentages en efficiëntere paden oplevert ten opzichte van ontkoppelde methoden.

De ontwikkeling van deze hybride methode werd ondersteund door de creatie van een bibliotheek voor multi-robot bewegingsplanning, die de besproken algoritmen implementeert en benchmarking in verschillende scenario's ondersteunt. Hoewel de hybride aanpak aanzienlijke verbeteringen biedt, zijn er nog volop mogelijkheden voor verdere verfijning en optimalisatie.
Meer lezen

Evolving Biofilm Communities: Insights into Biofilm Evolutionary Dynamics and Ecological Succession through Adhesion Modeling

KU Leuven
2024
Nele
Gorissen
Deze scriptie onderzoekt met behulp van een computersimulatie de invloed van verschillende omgevingsfactoren zoals nutriëntenniveaus en disrupties op de evolutie van cellulaire hechtingsterkte in bacteriële biofilms. Dit is relevant in de medische sector (o.a. besmetting van patiënten en medisch gereedschap), maar ook voor allerlei industriële toepassingen zoals corrosie van metalen installaties.
Meer lezen

Assessing the effect of forest management on carbon stock and sequestration by remote sensing

KU Leuven
2024
Sofie
Van Winckel
Om te groeien zetten bomen koolstofdioxide (CO2) om in biomassa met behulp van
energie die ze halen uit licht (fotosynthese). Dit proces wordt ook wel koolstofvastlegging
genoemd en zo absorberen bossen zo’n 27% van de jaarlijkse wereldwijde uitstoot van
fossiele brandstoffen. CO2 is een broeikasgas dat warmte vasthoudt en door een enorme
stijging in onnatuurlijke uitstoot in de laatste decennia, zoals door industrialisatie en
ontbossing, is het een cruciale factor in klimaatverandering. Bomen absorberen niet enkel
koolstof uit de lucht, ze houden die ook vast voor een erg lange tijd, bijvoorbeeld in hun
boven- en ondergrondse biomassa. Zo’n 45% van de koolstof op aarde is opgeslagen in
bossen. Daarom bieden bossen veelbelovende toepassingen in de wereldwijde
initiatieven tegen klimaatopwarming. Het beheer van deze bossen speelt hierin een
sleutelrol, maar wetenschappers zijn het nog niet eens of het in deze context juist beter
is om bossen wel of niet te beheren. In deze thesis werden geavanceerde teledetectietechnieken gebruikt om de bovengrondse koolstofvoorraden in een Atlantisch (Nationaal
Park Brabantse Wouden, Vlaanderen, België) en Mediterraan (Catalonië, Spanje)
studiegebied te modelleren, gebaseerd op veldmetingen die als referentie dienden. Paren
en tripletten van beheerde en onbeheerde bossen werden vergeleken om vier
onderzoeksvragen te beantwoorden: 1) Is de combinatie van meerdere teledetectiebronnen superieur voor het schatten van de bovengrondse koolstofvoorraad? 2) Wat is
het effect van bosbeheer op de koolstofvoorraad? 3) Wat is het effect van bosbeheer op
koolstofvastlegging? 4) Wat is het effect van de koolstofvoorraad en het bosbeheer op de
kwetsbaarheid voor kruinbranden? De combinatie van verschillende teledetectiebronnen
bleek voordelig om koolstofopslag te voorspellen, vooral voor hoge biomassa’s. Uit de
veldgegevens in België bleek vervolgens dat onbeheerde bossen een hogere
koolstofopslag hebben dan beheerde bossen. Hoewel het bekomen model accuraat
genoeg voorspellingen maakte, werd dit verschil echter niet succesvol gedetecteerd door
het teledetectie-model, o.a. door saturatie bij signaaldetectie. In Spanje werd geen
verschil in koolstofopslag gemeten, en werd geen succesvol model verkregen. Het
gevarieerde reliëf, het tekort aan observaties en de technologische tekortkomingen
bieden hiervoor een verklaring. Vervolgens werd de koolstofopslag in België geschat voor
alle jaren tussen 2017 en 2023 volgens het finale model, om vervolgens de
koolstofvastlegging doorheen de tijd te berekenen. Hierbij werd geen verschil gevonden
tussen beheerde en onbeheerde bossen, mogelijks omdat ze nog niet lang genoeg
onbeheerd waren of het verschil niet gedetecteerd werd door teledetectie. Klimaatrampen
zoals bosbranden vormen een grote bedreiging voor de koolstofopslag in bossen, zeker
in droogtegevoelige regio’s zoals Spanje. In dit studiegebied werd een kwalitatieve
analyse gedaan naar het verband tussen koolstofopslag, bosbeheer, en de gevoeligheid
voor kruinbranden (waarbij het vuur zich via de kruin aan hoge snelheid verspreidt).
Beheerde bossen zijn over het algemeen minder gevoelig voor kruinbranden, maar er
werd geen verband gevonden met de totale koolstofopslag. Echter, hoe meer biomassa
in kleine bomen opgeslagen is, hoe gevoeliger, omdat het vuur via deze lage vegetatie
de kruin kan bereiken. Verder onderzoek naar de invloed van concrete beheersregimes
kan leiden tot meer specifieke beheersrichtlijnen.
Meer lezen

Naadloze transitie

Odisee Hogeschool
2024
Yanou
Beyers
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
De overgang van thuis naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende gebeurtenis die
veel stress en onzekerheid met zich meebrengt voor ouderen en hun families. Deze
bachelorproef onderzoekt hoe een gezinswetenschapper een positieve bijdrage kan
leveren aan deze transitie. Door middel van een casusbeschrijving, theoretische analyses
en praktijkgerichte veranderingsstrategieën, biedt deze studie concrete oplossingen en
inzichten om de overgang naar een woonzorgcentrum te vergemakkelijken.
De probleemstelling richt zich op de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum en de impact hiervan op ouderen en hun families. De praktijkgerichte
probleemverkenning omvat een casusbeschrijving van mevrouw Van Dam, een 78-jarige
vrouw die zes maanden geleden naar een woonzorgcentrum is verhuisd en moeite heeft
met de aanpassing aan haar nieuwe omgeving.
De theoretische analyse is opgebouwd uit drie invalshoeken: de pedagogische,
psychologische en sociologische invalshoek. De pedagogische invalshoek maakt gebruik
van het Ecologische Systeemmodel van Bronfenbrenner ("#$#), om de invloed van de
verschillende omgevingsfactoren op de ontwikkeling en het welzijn van ouderen te
begrijpen. De psychologische invalshoek onderzoekt verschillende coping-mechanismen en
de emotionele aanpassing van ouderen naar een woonzorgcentrum, met de nadruk op
probleemgerichte coping, emotionele coping, acceptatiegerichte coping en de sociale
B / D
ondersteuning. De sociologische invalshoek richt zich op de sociale verbondenheid en
gemeenschapsvorming, sociale identiteit en de rol van familie- en mantelzorgers.
Op basis van deze theoretische analyse zijn drie veranderingsgerichte strategieën
ontwikkeld. De eerste strategie is het Levensverhalenproject, gericht op het creëren van
identiteit en verbondenheid door middel van Levensreiswijzers en de Levensreisatlas. De
tweede strategie omvat een informatieve brochure voor het bevorderen van de
psychologische veerkracht bij ouderen tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum. De
derde strategie is de bewustwordings- en betrokkenheidscampagne “Samen voor Ouderen”,
die een inclusieve samenleving bevordert.
De belangrijkste inzichten uit mijn bachelorproef zijn als volgt: ten eerste is een
multidimensionale benadering essentieel om de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum te begrijpen en aan te pakken. Ten tweede kunnen
gezinswetenschappers een cruciale rol spelen bij het bevorderen van de sociale
verbondenheid en het ondersteunen van de emotionele aanpassing voor ouderen. Ten derde
is het belangrijk om samen te werken met verschillende stakeholders, waaronder families,
zorgverleners en de bredere gemeenschap om een ondersteunende en inclusieve omgeving
te creëren.
Ik ben tevreden met mijn keuze van mijn bachelorproef omdat het me in staat heeft gesteld
een relevant en betekenisvol onderwerp te onderzoeken dat directe impact kan hebben op
het welzijn van ouderen en hun families. Mijn motivatie om dit onderwerp te kiezen was
gebaseerd op de wens om bij te dragen aan een beter begrip van de uitdagingen waarmee
ouderen worden geconfronteerd tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum en om
praktische oplossingen te bieden die hun welzijn kunnen verbeteren.
De meerwaarde van mijn bachelorproef ligt in de combinatie van theoretische inzichten en
praktische toepassingen, die samen een solide basis vormen voor effectieve interventies en
beleidsaanbevelingen. De veraneringsvoorstellen die ik heb uitgewerkt, kunnen iets
betekenen voor gezinnen, organisaties en beleidsmakers door de overgang naar een
woonzorgcentrum te vergemakkeljken en de sociale verbondenheid te versterken.
Uiteindelijk streef ik ernaar dat mijn bachelorproef bijdraagt aan een inclusieve en
ondersteunende samenleving waarin ouderen zich gewaardeerd en verbonden voelen
Meer lezen

Unveiling American realities: A thematic comparison of Saunders's Tenth of December and Moore's Bark

KU Leuven
2024
Marion
Bonten
Vergelijking van George Saunders's Tenth of December met Lorrie Moore's Bark. Focus op de gelijkaardige thema's die de realiteit van Amerika in de 21ste eeuw weerspiegelen: kapitalisme, technologie, American Dream, geweld, enz.
Meer lezen

Welke huisvesting bieden Vlaamse particuliere eigenaren aan grijze roodstaartpapegaaien (Psittacus erithacus)?

Hogeschool VIVES
2024
Lara
Nuyts
Mijn scriptie gaat over het onderzoeken van de huidige huisvestingsnormen van grijze roodstaartpapegaaien bij Vlaamse particulieren eigenaren en beoordeel of deze voldoen aan deze soort hun ecologische behoeften.
Meer lezen

Who wants to live forever. The reconfiguring of the experiences of time caused by HIV/AIDS as visualized in fiction films

Andere
2024
Anne-Sophie
De Mey
The majority of queer scholars studying the AIDS crisis tend to take being sick as always already a socially mediated condition; such politically sensitive analyses primarily aim to disclose the normative structures informing HIV/AIDS. In this thesis, I suggest that the lived experience of HIV/AIDS is also about biological processes which cannot always be understood through a social/political analysis. I thus use both queer studies and medical humanities theories on the lived experience of chronic diseases as theoretical framework. Applying this framework on feature films about HIV/AIDS enables me to analyze the rich temporal dimensions that can be found in this corpus, which conveys temporality in medium-specific ways. I suggest that feature films enable the viewer to interpret the whole film, understood as the combination of camera movement, montage and narrative, as the transformed, accessible perception of the characters. In chapter 2, I distinguish two main causes for conflicting temporalities in AIDS films regarding infection with HIV. First, the impossibility to determine (retrospectively) the moment of infection with HIV, which often results in conflicting ways of dealing with temporality. Secondly, films relate differently to the lost culture of sexual possibility of pre-AIDS crisis time, showing how an individual or collective sexual past can either be rejected or reactivated in the present. When it comes to the time in which the illness itself is experienced and reflected upon (chapter 3), temporalities become even more complex. I elaborate on how the experience of physical pain because of AIDS-related illnesses is visualized in AIDS films; the ‘suspended animation’ (§3.3.2) of ‘stagnated suffering’ (§3.4.1), in particular, caught my attention. Especially present-day filmmakers working outside of Hollywood manage to create phenomenologically poignant scenes where the complex temporalities of suffering are visualized. All of those aspects of living with HIV/AIDS oppose, in their particular way, what Elizabeth Freeman has called ‘chrononormative’ structures that favour heteronormative and capitalist temporalities. AIDS films tend to visualize time in such a way that chrononormative structures become visible as not just ‘ordinary bodily tempos and routines’, but as normative power structures that do not favour those who are ill, queer, or both. AIDS films show that alternative, non-normative temporalities do exist; those queer temporalities all share, however, a fragmentarily and, above all, temporarily character.
Meer lezen

Vervreemde wereld. Een onderzoek naar de actuele vervreemdingsvormen binnen productie- én consumptie-as van de samenleving

Vrije Universiteit Brussel
2024
Marie
Claerhout
In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre het negentiende-eeuwse marxistische concept van 'vervreemding' nog steeds relevant is in de hedendaagse samenleving, zowel binnen de productie- als de consumptiesfeer van het economische systeem. Een diepgaande reflectie op de moderne samenleving onthult een verontrustende realiteit: vervreemding is niet alleen een historisch artefact, maar eerder een veelvoorkomend
fenomeen dat doorsijpelt in zowel productie- als consumptieprocessen. Op basis van een bijgewerkte interpretatie van Marx' theorie van vervreemding worden de losgekoppelde relaties tussen individuen, hun productie- en consumptieproducten, medemensen en het sociaaleconomische systeem blootgelegd. Moderne ontwikkelingen, waaronder consumentisme en flexibilisering, versterken dit fenomeen. De bevindingen wijzen op de complexiteit en interconnectie tussen moderne economische structuren en culturele systemen en suggereren dat een herwaardering van duurzame alternatieven en gemeenschapsgerichte waarden cruciaal is om
een vervreemde wereld te kunnen transformeren in een verbonden wereld.
Meer lezen

Uitwerken van een sensibiliseringscampagne voor studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg richting een duurzame modal shift

Universiteit Hasselt
2024
Seppe
Van Springel
  • Myrthe
    Bouckaert
De masterthesis richt zich op het realiseren van een duurzame gedragsverandering bij studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL), bestaande uit de onderwijsinstellingen PXL, UCLL en UHasselt. Het doel is om autoverplaatsingen te verminderen, duurzame vervoersmodi te stimuleren en parkeer- en verkeersproblemen rond de campussen te voorkomen. De centrale onderzoeksvraag is hoe strategische communicatie campusbeleidsmaatregelen kan inzetten om duurzame verplaatsingsgedragingen te bevorderen. De masterthesis combineert een literatuurstudie over het COM-B model met gedragsveranderingsstrategieën, traditionele en moderne communicatiemethoden, en technologische toepassingen. Het onderzoek omvat een analyse van COM-B componenten, uienschillen en kleurtabellen, campagnetijdlijnen en strategische communicatie. Dit biedt inzicht in het creëren van effectieve boodschappen en het beter afstemmen van communicatiestrategieën op studenten en personeel, wat de kans op succesvolle gedragsverandering vergroot.
Meer lezen