Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

AT THE MERCY OF THE STATE How nature's rights can reinstall (Indigenous) commons: a Te Urewera case study

KU Leuven
2024
Joanna
Wils
This master's thesis researches the governance aspect of New Zealand's Te Urewera Act. It answers the following question: 'What does a commons evaluation of the Te Urewera Act demonstrate about Rights of Nature's (RoN) potential to contribute to the reinstatement of (Indigenous) commons?' The research starts with a descriptive chapter, comprising an introduction to the Te Urewera Act, its historical background, the RoN movement and the commons framework, followed by a thorough legal analysis of the Act. Then, the paper determines the way in which the Te Urewera framework can be classified as a commons. Further on, Elinor OSTROM’s eight design principles for sustainable commons institutions are applied to the legal framework, revealing continued state involvement. The paper explains this particular feature through the founding principles of international law, and their continued influence on the international legal framework. Building on these findings, the concluding chapter communicates the role of the RoN aspect in Te Urewera's governance structure and the general potential of RoN for the reinstatement of (Indigenous) commons. The research paper concludes with a call to consider RoN and commons together more often, especially in the context of international law.
Meer lezen

Uitwerken van een sensibiliseringscampagne voor studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg richting een duurzame modal shift

Universiteit Hasselt
2024
Seppe
Van Springel
  • Myrthe
    Bouckaert
De masterthesis richt zich op het realiseren van een duurzame gedragsverandering bij studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL), bestaande uit de onderwijsinstellingen PXL, UCLL en UHasselt. Het doel is om autoverplaatsingen te verminderen, duurzame vervoersmodi te stimuleren en parkeer- en verkeersproblemen rond de campussen te voorkomen. De centrale onderzoeksvraag is hoe strategische communicatie campusbeleidsmaatregelen kan inzetten om duurzame verplaatsingsgedragingen te bevorderen. De masterthesis combineert een literatuurstudie over het COM-B model met gedragsveranderingsstrategieën, traditionele en moderne communicatiemethoden, en technologische toepassingen. Het onderzoek omvat een analyse van COM-B componenten, uienschillen en kleurtabellen, campagnetijdlijnen en strategische communicatie. Dit biedt inzicht in het creëren van effectieve boodschappen en het beter afstemmen van communicatiestrategieën op studenten en personeel, wat de kans op succesvolle gedragsverandering vergroot.
Meer lezen

GEBOL-aansprakelijkheid: een vergelijkende studie met Nederland

Universiteit Gent
2024
Michiel
Roels
Op 24 juni 2010 erkende het Hof van Cassatie de gelijkheid van burgers voor de openbare lasten (GEBOL) op algemene wijze. De Belgische doctrine stelt dit voor als een foutloze overheidsaansprakelijkheid. Ook de Nederlandse rechtspraak kent vergoedingen toe in soortgelijke feitenconstellaties. De theorie verschilt van de in België gangbare doctrine. De Hoge Raad beschouwt dit als een foutaansprakelijkheid.

Deze bijdrage toont aan waarom de huidige GEBOL-rechtspraktijk beter weer te geven en te verklaren is als een foutaansprakelijkheid dan als een afzonderlijke, foutloze aansprakelijkheid. Het GEBOL-beginsel kan worden opgevat als een verbijzonderde toepassing van de resultaatsverplichting uit het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. De niet-naleving is naar gangbare Belgische aansprakelijkheidsdoctrine een overheidsfout.
Meer lezen

ZIEKTEKOSTSTUDIE VAN EPIDERMOLYSIS BULLOSA

Universiteit Gent
2024
Stefanie
Mot
EB is een zeldzame erfelijke aandoening die de huid en slijmvliezen aantast, gekenmerkt door extreme gevoeligheid voor blaarvorming, zelfs bij het minste contact. Dit leidt tot het poëtische label "vlinderkindjes" voor jonge patiënten, verwijzend naar de delicate aard van hun huid. Met een incidentie van slechts zes gevallen per jaar in België en ongeveer vijfhonderdduizend getroffen individuen wereldwijd, is EB een zeldzame aandoening, waarvoor momenteel geen afdoende behandeling bestaat.

Deze masterproef onderzoekt de totale kosten van de behandeling van EB, een terrein dat in België nog grotendeels onbekend is. Door een ziektekoststudie uit te voeren, beoogt het onderzoek niet alleen de financiële last voor patiënten in kaart te brengen, maar ook de factoren die deze kosten beïnvloeden. Dit is cruciaal omdat onwetendheid over de kosten een vertekend beeld geeft van de levenskwaliteit. Een correcte begeleiding van patiënten vereist minstens dat we een realistisch beeld hebben van de kosten.

De studie, op vraag van Debra Belgium, belicht niet alleen de financiële impact van EB, maar benadrukt ook het belang van passende terugbetaling en beleidsmaatregelen. EB vraagt een multidisciplinaire benadering en intensieve dagelijkse verzorging, wat resulteert in aanzienlijke directe medische kosten, zoals verbanden en ziekenhuisopnames. Daarnaast zijn er directe niet-medische kosten, zoals aanpassingen aan leefomgevingen, en indirecte kosten, zoals inkomensverlies door verminderde werkcapaciteit.

Uit de studie blijkt dat de totale jaarlijkse medische kosten per patiënt hoog zijn met een gemiddelde jaarlijkse medische kost van 9 044,51 euro en een gemiddelde niet-medische kost van 13 120,25 euro. Een groot deel van de kosten komt op de schouders van de patiënten terecht. Dit onderstreept de nood aan een ruimere terugbetaling via het RIZIV.
Naast de strikt financiële ondersteuning is er ook nood aan een inclusief beleid voor zeldzame ziekten en ondersteuning voor mantelzorgers. Door gerichte conventies voor EB-patiënten te implementeren, kan het RIZIV een actievere rol spelen in het verbeteren van de toegang tot betaalbare zorg. Dit onderzoek draagt bij aan een beter begrip van de totale kosten van EB en benadrukt het belang van financiële ondersteuning voor EB-patiënten en hun families.
Meer lezen

Eeuwige herinnering: Een onderzoek naar hoe we onze overledenen herdenken in ons interieur.

Universiteit Hasselt
2024
Anna
Loos
Op woensdagnamiddagen genoten we samen van wafels en pannenkoeken, speelden we spelletjes die ik bedacht en waar ze enthousiast aan deelnam, en elke zondagavond schoof ik bij haar aan tafel voor het avondeten. Zelfs tijdens potjes solitaire waren we niet vies van een beetje vals spelen om toch maar te kunnen winnen. Al deze kostbare herinneringen zijn samengebracht in een doodsprentje dat staat op een kastje in mijn kamer. Ik noemde haar altijd “Ma”, een naam die niet alleen door mij, maar ook door velen in mijn omgeving werd gebruikt. Haar overlijden op 19 oktober 2020 kwam niet geheel onverwacht, maar het raakte me desondanks.

Tijdens mijn studie ontdekte ik de diverse aspecten van interieurarchitectuur en raakte al
snel gefascineerd door de kunst van het creëren van persoonlijke ruimtes. Dit bracht me tot diepere reflectie over hoe we een omgeving kunnen vormgeven die echt bij ons past. Zo startte ik mijn verkenning naar hoe we meubels voor katten in ons interieur kunnen integreren. Maar wat met de dood? Iets dat zich vaak in een taboesfeer bevindt. In dit onderzoek wil ik me dan graag richten op dat persoonlijke plekje in je woning waar we de eeuwige herinnering aan onze dierbare kunnen laten voortbestaan.
Meer lezen

Een gekeurd merk is er twee waard? De rol van het (keur)merkenrecht in de strijd tegen greenwashing

KU Leuven
2024
Magnus
Gilliams
Consumenten worden milieubewuster. Ze laten zich in hun aankopen leiden door de merken op verpakkingen van producten. Het is vaak echter onmogelijk om na te gaan welke milieuclaims er achter deze merken liggen, en of deze ook daadwerkelijk worden waargemaakt. Dit onderzoek analyseert of het merkenrecht bestendig is tegen ondernemingen die via merken bepaalde milieuclaims maken, zonder deze na te komen (‘greenwashing’). Daarnaast doet het aanbevelingen om ervoor te zorgen dat ‘groene merken’ betrouwbare informatie-instrumenten worden. Zo kan een milieubewuste consument zich door deze merken laten leiden om effectief een milieubewuste keuze te maken bij zijn inkopen. Het onderzoek legt de focus op een recent Europees wetsvoorstel (de 'Richtlijn Groene Claims') en analyseert welke aanpassingen dit voorstel nodig heeft om zijn doel te bereiken.

Meer lezen

ONLINE REMEDIËRING WISKUNDE AAN DE UGENT ONDER DE LOEP

Universiteit Gent
2024
Janis
Baeten
Deze masterproef onderzoekt de effectiviteit van de online wiskunderemediëringsleerpaden Newton en Isaac aan de Universiteit Gent, geïmplementeerd voor eerstejaarsstudenten die falen voor de starttoets of geen (juiste) starttoets afleggen. Deze leerpaden zijn opgezet om de geconstateerde daling in wiskundige geletterdheid bij jongeren aan te pakken, wat een negatieve invloed heeft op de slaagkansen aan de universiteit. Door middel van learning analytics werd data verzameld over de interacties van studenten met de leerpaden, inclusief de bestede tijd aan verschillende modules, eindtestscores en wiskundescores van het eerste semester. Semigestructureerde interviews boden aanvullende kwalitatieve inzichten.
Meer lezen

Van klaslokaal naar cyberspace: een diepgaande analyse van cyberpesten in klaschats en exposegroepen onder leerlingen in het secundair onderwijs

Universiteit Gent
2024
Hanne
Vermeire
Sociale media zijn een integraal onderdeel geworden van het leven van adolescenten, waarbij verschillende applicaties enorm populair zijn geworden. Naast deze populariteit die toeneemt in deze applicaties, neemt ook cyberpesten toe in dergelijke sociale media apps. Echter, er is nog weinig onderzoek verricht naar de aard en omvang van cyberpesten in nieuwe vormen zoals exposegroepen. Dit onderzoek beoogt dit hiaat op te vullen door inzicht te bieden in de aanwezigheid, motivaties en dynamieken van leerlingen in het secundair onderwijs met betrekking tot cyberpesten in deze contexten. De onderzoeksvraag richt zich op het bepalen van de aard en omvang van online pestgedrag onder leerlingen in het secundair onderwijs, specifiek binnen klaschats en exposegroepen. Een diepgaande analyse werd uitgevoerd met behulp van een vragenlijst, afgenomen bij 949 leerlingen uit het secundair onderwijs. Hierbij lag de focus op het verkennen van de omvang, aard en dynamieken van cyberpesten in klaschats en exposegroepen, zowel bij getuigen, daders als slachtoffers. De bevindingen onthulden dat een aanzienlijk aantal jongeren gebruikmaakt van klaschats, waarbij Snapchat en WhatsApp de meest populaire kanalen zijn. Bovendien kwam een grote meerderheid van de respondenten in aanraking met exposegroepen, voornamelijk op platforms zoals TikTok en Instagram. Online pestgedrag, waaronder roddels, gemene opmerkingen, uitsluiting, belachelijk maken, nadoen, en bedreigen, werden geïdentificeerd in klaschats en exposegroepen. Een belangrijke bevinding daarbij is dat vele respondenten aangeven dit gedrag te stellen omdat het grappig is en mogelijks niet de ernst ervan inzien. De gevolgen voor sommige respondenten waren groot waarbij sommige gevallen leidden tot depressie, negatieve gevolgen schoolresultaten, zelfverminking of zelfs suïcidale gedachten. Opvallend was dat aanzienlijk meer vrouwen dan mannen slachtoffer werden van exposegroepen onder de respondenten van dit onderzoek. Het onderzoek legde de perceptie van leerlingen over de rol van scholen in de aanpak van cyberpesten bloot. Respondenten erkennen dat scholen een cruciale rol moeten spelen in het bestrijden van cyberpesten. Echter, er bestaat twijfel over de effectiviteit van de huidige aanpak en interventies van scholen. Veel respondenten geven aan dat ze een gebrek aan vertrouwen hebben om gevallen van pestgedrag aan schoolautoriteiten te melden. Daarnaast werd ook aangegeven dat respondenten geen melding wouden maken aan schoolautoriteiten omdat het niet hun zaak is en ze zich niet willen moeien maar ook uit schrik voor eigen slachtofferschap. Het onderzoek benadrukt de noodzaak van bewustwording, vertrouwen en effectieve interventies vanuit het onderwijs, evenals een gezamenlijke inspanning tussen scholen en leerlingen om een veilige online omgeving te creëren.
Meer lezen

Rituele passage

KU Leuven
2024
Lanaya
De Naeyer
Deze masterproef is tot stand gekomen binnen de opleiding Interieurarchitectuur aan de KU Leuven, met als thema ‘The Bright Side of the Moon’. Deze publicatie biedt een inkijk in het ontwerpend onderzoek voor de masterproef ‘rituele passage’. Het onderwerp werpt een kritische en deconstructivistische blik op de transitie die plaatsvindt bij nabestaanden. Het onderzoek is voortgekomen uit persoonlijke ervaringen met plotseling verlies en het herbestemmen van ‘toegangbare plekken’ in zowel kerkgebouwen als publieke ruimtes. Als toekomstig interieurarchitect streef ik ernaar om telkens het persoonlijke, zowel van mezelf als van mijn omgeving, te integreren in het ontwerp, waardoor het begrip ‘interieur’ zich ontwikkelt tot een breder concept zonder grenzen.
Ik wil graag mijn dank uitspreken aan mijn begeleidende docenten, Tom Callebaut, Ignaas Back, Hilde Bouchez en Klaas Vanslembrouck, voor hun waardevolle begeleiding, kritische inzichten en motivatie tijdens het proces. Daarnaast wil ik mijn familie en vriend bedanken, en in het bijzonder mijn overleden vader, die mij altijd heeft gesteund en geholpen gedurende deze jaren. Deze masterproef is voor ons, papa.
Meer lezen

De kracht van context, de kunst van meten Valideringsstudie van een vignetteninstrument voor datageletterdheid van Vlaamse leraren basis- en secundair onderwijs

Universiteit Antwerpen
2024
Andy
Boydens
Onderzoek toont aan dat data-geïnformeerde beslissingen cruciaal zijn voor leerkrachten om effectief lesgeven. Daardoor is diepgaand empirisch bewijs over datageletterdheid, de kennis en vaardigheden om deze beslissingen te nemen in combinatie met specifieke kennisdomeinen eigen aan de werkcontext van
leerkrachten, noodzakelijk. De contextuele diversiteit van het onderwijslandschap daagt onderzoekers echter uit om datageletterdheid adequaat te meten. Leraren onderwijzen namelijk verschillende vakken en leergebieden, met een specifieke vakinhoud, curriculum en didactiek. Bovendien variëren leerkrachten in onderwijsniveaus, klassamenstellingen, lokale contexten en onderwijswaarden. Meetinstrumenten kunnen dus niet omheen deze contextpremisse.
Dit onderzoek gaat deze uitdaging aan door ontwerpprincipes van factoriele survey-experimenten (FSE) te integreren in een contextrijk vignetteninstrument voor het meten van de datageletterdheid van Vlaamse leerkrachten basis- en secundair onderwijs. Meer specifiek beoordeelde deze studie de inhouds- en
constructvaliditeit van dit instrument via een kwalitatieve aanpak. Op basis van twaalf think-aloud interviews van Vlaamse leerkrachten, die variëren in onderwijsniveau (basis- en secundair onderwijs) en hun gehanteerde evaluatiepraktijk (cijferrapporten versus letter-, woord- en symboolrapporten), rapporteert dit onderzoek twee
belangrijke bevindingen. Ten eerste bleek het vignetteninstrument, door de factoren onderwijsniveau en evaluatiepraktijk te integreren, in staat om inhoudelijk valide metingen te verrichten voor datageletterdheid (inhoudsvaliditeit). Respondenten gebruikten bij het beantwoorden van de vignetten hun specifieke vakkennis,
curriculumkennis en algemene pedagogische kennis. Daarnaast bleek het instrument ook in staat om leerkrachten hun pedagogisch-inhoudelijke kennis, hun kennis over hun leerlingen, onderwijscontext en onderwijswaarden aan te doen boren. Ten tweede bleek het instrument effectief te zijn om de contextuele diversiteit te overbruggen, waardoor ze in staat is om dezelfde kennis en vaardigheden, consistent en gelijkwaardig, te meten bij alle respondenten (constructvaliditeit).
Dit onderzoek effent daardoor het pad voor onderwijsonderzoekers en beleidsmakers om via een FSE-design datageletterdheid adequaat te meten én biedt eveneens een nieuw methodologisch perspectief binnen het
complexe datageletterde discours.
Meer lezen

Gebruik van onderzoeksevidentie bij leerkrachten lager en secundair onderwijs in Vlaanderen

Universiteit Antwerpen
2024
Bart
De Maesschalck
De aandacht voor evidence-informed werken in het onderwijs is enorm gestegen. Ook leerkrachten kunnen
evidence-informed werken door onderzoeksevidentie te gebruiken om hun lesgeven te informeren. In
Vlaanderen is onderzoek naar het gebruik van evidentie door leerkrachten schaars. Deze studie onderzocht de
gebruiksdoelen, attitudes en drijfveren van Vlaamse leerkrachten ten aanzien van het gebruik van
onderzoeksevidentie in het lager en secundair onderwijs en bracht ook de professionaliseringsactiviteiten in
kaart aan de hand van een vragenlijst. Daarnaast ging deze studie na of er verschillen zijn tussen leerkrachten in
het lager en secundair onderwijs, en of er voorspellers zijn die een effect hebben op de gebruiksdoelen van
onderzoeksevidentie. De resultaten tonen aan dat leerkrachten voornamelijk conceptuele benaderingen
gebruiken bij het toepassen van onderzoeksevidentie, waarbij de focus ligt op het veranderen van de zienswijze
van een probleem of oplossing. Autonome motivatie blijkt de belangrijkste drijfveer te zijn voor leerkrachten om
onderzoeksevidentie te gebruiken. Alhoewel leerkrachten bovengemiddeld deelnemen aan
updatingsactiviteiten, reflectieve activiteiten en samenwerkingsactiviteiten, krijgt het lezen van
onderzoeksevidentie minder prioriteit dan andere vormen van professionalisering. Er zijn twee cruciale
verschillen tussen leraren lager onderwijs en leraren secundair: leraren uit het secundair onderwijs doen meer
aan reflectieve activiteiten en bezitten meer gecontroleerde motivatie om onderzoeksevidentie te gebruiken ten
opzichte van hun collegae in het lager. Ten slotte blijken autonome motivatie en in meer of mindere mate
deelnemen aan updatingsactiviteiten voorspellers te zijn voor het gebruik van evidentie, terwijl gecontroleerde
motivatie een duidelijke voorspeller voor opgelegd gebruik van evidentie is. Deze bevindingen accentueren het
belang van ondersteuning en opleiding van de leerkracht om het gebruik van onderzoeksevidentie te bevorderen
en zo de onderwijskwaliteit te verbeteren. Verder onderzoek naar effecten op gebruik van onderwijsevidentie
bij leraren in Vlaanderen dringt zich op aangezien lesgeven meer impact op de leerresultaten heeft dan elk ander
aspect van onderwijs.
Meer lezen

Inpakt

Universiteit Antwerpen
2024
Karen
De Mayer
Deze masterthesis, uitgevoerd aan de Universiteit Antwerpen binnen het kader van het tweede jaar aan de masteropleiding Productontwikkeling, richt zich op het onderwerp ‘herbruikbare transportverpakkingen voor sofa’s’. De thesis omvat een uitgebreide eerste fase, genaamd OPD (onderzoeks-en productdefinitie), waarin grondige analyses en onderzoek uitgevoerd worden om de haalbaarheid en de benodigde specificaties van herbruikbare verpakkingsoplossingen voor sofa’s te bepalen.

Het centrale doel was het creëren van een nieuwe, duurzame verpakking voor het transport van sofa’s. De nadruk lag hierbij op een herbruikbaar product dat zowel sneller als ergonomischer in gebruik is, waardoor het aantrekkelijk is om het herhaaldelijk te gebruiken.

Het onderzoek leidde tot een innovatieve verpakking die voldeed aan alle gestelde criteria. Het ontwerp is geïnspireerd door de voordelen van de in de bouwsector veelgebruikte Big Bags, met snelle en gemakkelijke bruikbaarheid en een focus op ecologisch verantwoord design. Door het combineren van wasbare, modulaire hoezen, onderplaten en ergonomische handvaten, is een innovatief en duurzaam ontwerp tot stand gekomen. Dit ontwerp bevordert een positieve milieu-impact en zorgt voor een efficiënter transport van goederen.
Meer lezen

Weerstand tegen wetenschap? Louis Willems en het debat over pleuropneumonie (1852-1865)

KU Leuven
2024
Margeaux
De Borger
Deze masterproef onderzoekt het debat over de inentingsmethode van de Hasseltse arts Louis Willems tegen pleuropneumonie tussen 1852 en 1865. Ze kijkt daarbij naar de visie van (vee)artsen, boeren, agronomen en de regering.
Meer lezen

Length Measurement Estimation Skills in Children With Developmental Coordination Disorder

KU Leuven
2024
Joke
Hufkens
Deze masterthesis onderzoekt de "Vaardigheden voor Schatting van Lengtemeting bij Kinderen met Developmental Coordination Disorder". Het onderzoek werd geïnitieerd door observaties van professionals die werkten met kinderen met DCD en die moeilijkheden met schatting opmerkten. Hoewel cognitieve moeilijkheden erkend worden bij kinderen met DCD, blijft de literatuur over schatting van meetvaardigheden in deze populatie beperkt. Schatting van lengtemeting houdt in dat de grootte van een object wordt bepaald zonder gebruik te maken van conventionele meetinstrumenten, zoals voor lengte.

Deze thesis adresseert het gebrek aan kennis over de schattingsvaardigheden van kinderen met DCD. De studie omvatte 45 kinderen met DCD in de leeftijd van 12 tot 18 jaar (39 jongens). Aangezien deze studie voornamelijk onderzoekt welke kenmerken van de te schatten objecten invloed hebben op de schattingen van kinderen met DCD, hebben onderzoekers ervoor gekozen om geen controlegroepen te implementeren. Het onderzoeksontwerp is gemodelleerd naar de benadering van Desli en Giakoumi (2017) en omvatte acht verschillende lengteschattingstaken. Deze taken omvatten diverse kenmerken van eigenschappen (horizontaal/verticaal, kort/lang, met/zonder visuele interferentie) en gebruikten twee soorten meeteenheden: standaard eenheden (in centimeters) en niet-standaard eenheden (zoals de grootte van potloden, paperclips als eenheden).

Kinderen met DCD vertonen grote intra- en interindividuele variaties in hun schattingsprestaties, maar deze verschillen zijn grotendeels niet gerelateerd aan groepsfactoren zoals leeftijd en opleidingsniveau. Bij het onderzoeken van kinderen met DCD werden comorbiditeiten zoals AD(H)D, dyslexie, ASS, dyscalculie, epilepsie, dysorthografie en dysfasie waargenomen. Persoonlijke kenmerken zoals leeftijd, opleidingsniveau en comorbiditeit hadden minimale tot geen invloed op hun schattingsprestaties. Specifiek vertoonden kinderen met dyscalculie en DCD (zonder een andere comorbiditeit) een slechtere prestatie bij het trekken van een lange lijn van een specifieke lengte dan degenen met alleen DCD of in combinatie met ASS en/of AD(H)D, een taalstoornis of meerdere comorbiditeiten.
Kenmerken van items zoals objectoriëntatie, de aanwezigheid van visuele interferentie en het type meeteenheid hadden geen invloed op hun schattingsprestaties, terwijl de lengte van het object dat wel deed. Schattingen voor kortere items waren beter dan die voor langere items.
Deze inzichten kunnen misschien helpen bij het ontwikkelen van compensatiestrategieën wanneer kinderen met DCD moeten schatten.
Meer lezen

Broodnodige zorg? Hoe straatverpleegkunde kan inspelen op de ervaren (zorg)noden van personen met een dakloosheidsproblematiek

Universiteit Gent
2023
Charlotte
Ruyssen
Ondanks de vele initiatieven in België om mensen met een dak- of
thuisloosheidsproblematiek op te vangen en te integreren, blijft de prevalentie
stijgen. Deze populatie kan weinig beroep
doen op de gezondheidszorg, ondanks de populatie haar gezondheidstoestand
als algemeen slecht ervaart.
Straatverpleegkundigen bevinden zich in een gunstige positie om contact te
leggen met de doelgroep, zorgnoden te identificeren en toegang tot de zorg te
simplificeren.
Meer lezen

De impact van verhuis van een minderjarige op de toepassing van het jeugdrecht

Vrije Universiteit Brussel
2023
Marie-Julie
Kormoss
Masterproef over een knelpunt in de Belgische jeugdbescherming. Als minderjarigen verhuizen over de taalgrenzen heen, dreigen ze in een juridisch vacuüm terecht te komen. In deze masterproef wordt deze problematiek geanalyseerd en worden mogelijke normatieve oplossingen geformuleerd.
Meer lezen

Stoffwechsel of Peralta de Alcofea - Paths to Contextuality

KU Leuven
2023
Marcos
Suelves
Deze masterproef is een zoektocht naar oriëntatie in de moeilijke taak van hedendaagse architectuur om te reageren op een steeds heterogenere multiculturele samenleving zonder gemeenschappelijk wereldbeeld. Terwijl het gebruik van culturele referenties steeds meer wordt betwist, probeer ik aan te tonen dat het onmogelijk is om het sociaal-culturele volledig uit te wissen uit het door mensen gemaakte object. Omdat ik deze voorwaardelijke onafscheidelijkheid tussen de materiële aard van objecten en menselijke creatie accepteer, hanteer ik in de hele scriptie een materialistisch perspectief om de grote verscheidenheid aan materialen en vaardigheden die beschikbaar zijn in de casestudy te analyseren, en erken ik ze niet alleen als een mogelijkheid om ecologisch te bouwen, maar vooral om een vreugde uit te lokken die gesitueerd zou kunnen worden in het culturele domein, die je kunst zou kunnen noemen, maar die eigenlijk voortkomt uit de zichtbaar weergegeven contextuele omstandigheden.
Meer lezen

Seksualiteitsbeleving bij Personen met een Psychotische Stoornis

KU Leuven
2023
Chayenne
Krupa
In deze scriptie werd onderzoek gedaan naar de seksualiteitsbeleving bij personen met een psychotische stoornis.
Meer lezen

Geven groene brandstoffen onze dieselbrandstoffen een groen levenseinde?

Universiteit Gent
2023
Victor
Sileghem
  • Simon
    Vanhaverbeke
Onze scriptie ontwikkelt alternatieve testmethodes voor de kwalitiet van alternatieve dieselbranstoffen. Deze draagt bij tot een groen levenseinde van onze huidige dieselwagens.
Meer lezen

Werkstress, verloopintentie en leiderschap in de Vlaamse OCMW's. Een mixed-methods onderzoek.

KU Leuven
2023
Sarah
Wildiers
Deze masterproef onderzocht werkdruk, werkstress, emotionele belasting en ondersteuning van de directe leidinggevende aan de hand van een online survey en diepte-interviews bij Vlaamse OCMW maatschappelijk werkers. Daarnaast nam dit onderzoek de verloopintentie en inschatting van de haalbaarheid om in de huidige job te werken tot de pensioenleeftijd onder de loep, evenals de oorzaken van werkdruk en werkzame factoren van ondersteunend leiderschap.
Meer lezen

Op prentenboeken kan je rekenen Een onderzoek naar de gestelde wiskundige vragen door kleuterleerkrachten tijdens het voorlezen van prentenboeken in de klascontext.

KU Leuven
2023
Gitte
Demaret
In deze masterproef werd de invloed van leerkrachtkenmerken (e.g. voorlezen met/zonder wiskundig doel) en prentenboekkenmerken (e.g. wiskundig of niet-wiskundig prentenboek) op de kwantiteit en kwaliteit van de gestelde wiskundige vragen tijdens het voorlezen van prentenboeken in kaart gebracht. Onze resultaten tonen aan dat kleuterleerkrachten meer wiskundige vragen stellen wanneer ze een wiskundig prentenboek voorlezen en wanneer ze voorlezen met het doel om de wiskundige ontwikkeling te stimuleren. Daarentegen blijken het voorleesdoel van de leerkracht en het soort prentenboek dat voorgelezen wordt niet van invloed op de kwaliteit van de gestelde wiskundige vragen.
Meer lezen

Variability Of Water Column Denitrification and its Drivers in the Eastern Tropical Pacific Oxygen Deficient Zones

Universiteit Gent
2023
Andrea
van Langen Roson
Een studie in de variabilitieit van waterkolom denitrificatie in zuurstofminimumzones in de Oostelijke Tropische Stille Oceaan.
Meer lezen

Het Ethisch Subject: Revelatie & Reanimatie van Betekenis

Universiteit Gent
2023
Lei
Decappelle
Het modern subject, het ego begrepen als de centrale en autonome materialisatie van rationaliteit of bewustzijn, krijgt binnen de Westerse traditie menigmaal het statuut van een soort sacrale feitelijkheid toegewezen. In dit werk zullen we doorheen een drieluik van essays pogen weerstand te bieden tegenover deze dominante egologische visie, die, zoals we zullen zien, resulteert in een betekenisloos relativisme en in politieke vruchteloosheid. Levinas en zijn visie op het subject als ethisch in zoverre deze gericht is op de Andere, zal gedurende dit project steeds een leidraad en houvast bieden.
Meer lezen

Black Women Are Not a Side Note An in-depth intersectional critical discourse analysis of Eurocentric/Western conceptions of feminism: the Vrouwenraad as a case study

Vrije Universiteit Brussel
2023
Rita
Afonso
Deze masterthesis onderzoekt in hoeverre het discours van het jaarplan van de Vrouwenraad zwarte vrouwen betrekt. Met behulp van een kritisch discoursanalysekader onderzoekt deze studie hoe de Vrouwenraad kwesties met betrekking tot seksisme en racisme aanpakt, met name de gelijktijdige manifestatie ervan.
Meer lezen

“Tall and Thin and Blond and Pretty and Young”: Subverting Postfeminist Culture in Ottessa Moshfegh’s "My Year of Rest and Relaxation"

Universiteit Gent
2023
Iris
Verhoeven
In mijn masterscriptie onderzoek ik hoe de Amerikaanse auteur Ottessa Moshfegh de postfeministische cultuur van de lange jaren '90 bekritiseert in haar roman "My Year of Rest and Relaxation" (2018) en die kritiek extrapoleert naar onze huidige maatschappij.
Meer lezen

Detectie van plasma-instabiliteiten in tokamaks met machinaal leren

Universiteit Gent
2023
Casper
Haems
  • Mateo
    Van Damme
Genomineerde shortlist Eosprijs
Nucleaire fusie kan de toekomst van schone energie zijn, maar er zijn problemen met iets genaamd ELMs. Dit zijn plotselinge uitbarstingen van energie die de reactorwand kunnen beschadigen, vergelijkbaar met stoom die vrijkomt uit een snelkookpan. Deze thesis gebruikt AI om ELMs te vinden, wat onderzoek naar fusie-energie gemakellijker maakt.
Meer lezen

“Aseksualiteit? Dat komt niet vaak aan bod, hé?”

Universiteit Gent
2023
Lieze
Berkein
In deze scriptie wordt de inclusie van aseksualiteit in het secundair onderwijs onderzocht. Dit gebeurt a.d.h.v semi-gestructureerde interviews met leerkrachten levensbeschouwelijke vakken en natuurwetenschappen.
Meer lezen

Federalisme in crisis(tijden) In welke mate is er nog ruimte voor federalisme in een efficiënt crisisbeleid en hoe draagt noodrecht hiertoe bij?

KU Leuven
2023
Rani
Van de Gaer
Onderzoek naar de vormen en meerwaarde van noodbepalingen die de federale overheid toelaten te interveniëren in deelstatelijke bevoegdheidsmateries.
Meer lezen

De impact van de politiecultuur op de carrièreontwikkeling van vrouwelijke politiefunctionarissen

Universiteit Gent
2023
Céline
Tronquo
In deze masterproef wordt de hypothese gesteld dat er binnen de politionele wereld sprake is van een gender bias en dat de doorstroom van vrouwelijke politiefunctionarissen naar de hogere kaders niet evident zijn. Door middel van een literatuurstudie en scoping review wordt er dieper ingegaan op het carrièreverloop van vrouwelijke politiefunctionarissen. Hierbij wordt er meer bepaald aandacht gegeven aan de obstakels en uitdagingen waarmee vrouwelijke politiefunctionarissen geconfronteerd worden. Ook wordt er stilgestaan bij het gegeven of de mogelijke (dominante) politiecultuur -cult of masculinity- hier een rol in speelt.
Meer lezen

Een belevingsonderzoek bij studenten met het label hoogbegaafdheid in het hoger onderwijs

Universiteit Gent
2023
Maj
Van Hee
Niet alle hoogbegaafde studenten behalen het succes dat van hen wordt verwacht in het hoger onderwijs, integendeel. Ze botsen op specifiek aan hoogbegaafdheid geconnoteerde moeilijkheden en barrières. Ze lopen vertraging op of stoppen volledig met hun studies. Het verloren potentieel van deze individuen is niet alleen een verlies voor de samenleving maar ook voor zichzelf. Desondanks is hoogbegaafdheid in het hoger onderwijs als thema een hiaat in onderzoek en praktijk. In het Vlaamse hoger onderwijs is er weinig tot geen ondersteuningsbeleid voor deze studenten.
Deze masterproef is een belevingsonderzoek naar de ondersteuningsnoden van studenten met het label hoogbegaafdheid. Wij stellen ons de vraag hoe deze groep het Vlaamse hoger onderwijs beleeft, wat zij zien als protectieve factoren en tekorten, om vervolgens aanbevelingen te doen vanuit hun perspectief in functie van een ondersteuningsbeleid in het hoger onderwijs. Er werden bij twaalf participanten semigestructureerde interviews afgenomen, waarin de beleving rond het hoger onderwijs en het label hoogbegaafdheid werd bevraagd.
De participanten ervaren in de eerste plaats een enorme maatschappelijke druk en een heleboel verwachtingen die verbonden zijn aan het label hoogbegaafdheid. Een meer neutrale en geïnformeerde manier van kijken naar hoogbegaafdheid is aangewezen. Het invoeren van een bijzonder statuut kan zorgen voor zowel een structurele alsook een culturele verandering omtrent de ondersteuning van hoogbegaafdheid en kan het taboe en de terughoudendheid rond disclosure tegengaan. Een grondige studie(keuze)begeleiding is aan de orde waarbij het verschil in waardeoordeel tussen universiteit en hogeschool verlaten wordt. Tenslotte wordt de beleving van hoogbegaafde studenten gepreoccupeerd door een gevoel van eenzaamheid en is de rol van peer support voor deze studenten zeer groot en veelzijdig.
Meer lezen