Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

De schoolbel boven de beltoon: een onderzoek naar het smartphonebeleid op scholen

Universiteit Gent
2025
Jiska
Kuys
Deze studie onderzoekt welke motivaties en percepties een rol spelen in de vormgeving van het smartphonebeleid bij scholen in Vlaanderen. Smartphones zijn uitgegroeid tot onmisbare apparaten in het dagelijks leven, maar leiden in onderwijscontexten tot polariserende debatten over hun educatief potentieel en disruptieve impact. De paradoxale aard van smartphones als zowel hulpmiddel en risicofactor vormt het kernpunt van discussies bij stakeholders in het onderwijs. Deze studie maakt gebruik van semigestructureerde interviews met beleidsmedewerkers, leerkrachten en opvoeders, aangevuld met focusgroepen met leerlingen uit acht Vlaamse scholen om deze motivaties en percepties bloot te leggen. De onderzoeksvragen richtten zich op stakeholderpercepties tegenover smartphones, motivaties voor beleidsvorming, attitudes tegenover het smartphonebeleid en verschillen in percepties met het laptopbeleid. De resultaten tonen dat alle stakeholders de paradoxale aard van smartphones erkennen waarbij educatieve, sociale en gezondheidsgerichte motivaties centraal staan bij beleidsvorming. Beleidsmedewerkers associëren smartphones primair met concentratieverlies, terwijl leerkrachten en opvoeders een ambivalente houding hanteren en leerlingen openlijk hun smartphone-afhankelijkheid erkennen. Het onderzoek onthult spanningen tussen bescherming en zelfregulatie, waarbij een gefaseerde beleidsimplementatie per leeftijdsgroep wordt aanbevolen. De bevindingen onderstrepen de noodzaak van een geïntegreerd beleid voor alle digitale apparaten in het onderwijs waarbij de stakeholders beamen dat digitale geletterdheid en het aanleren van 21e-eeuwse vaardigheden onmisbaar zijn geworden.
Meer lezen

Een kijk op dekolonisatie: Vlaamse en Franse media over tien jaar onafhankelijkheid in hun voormalige koloniën

KU Leuven
2025
Margeaux
De Borger
Deze masterproef onderzoekt hoe de dekolonisatie van Congo en Algerije gerepresenteerd werd in Vlaamse en Franse televisiereportages, tien jaar na de onafhankelijkheid van beide landen. Aan de hand van een kwalitatieve, multimodale framingsanalyse worden de twee driedelige reportagereeksen Kongo (1970) en L’Algérie dix ans après (1972) geanalyseerd.
Meer lezen

De Rol van Vrouwen in Vredesprocessen

KU Leuven
2025
Ruben
Vanbrabant
Mijn scriptie onderzoekt welke barrières de participatie van vrouwen in vredesprocessen belemmeren en hoe hun betrokkenheid bijdraagt aan duurzame vrede in post-conflictgebieden. Aan de hand van drie casestudies (Liberia, Colombia en Bosnië en Herzegovina) analyseert het onderzoek zowel formele als informele vormen van participatie. De resultaten tonen aan dat vrouwen cruciale bijdragen leveren aan verzoening en rechtvaardigheid, maar vaak structureel worden uitgesloten van formele onderhandelingen.
Meer lezen

A New Approach to Accounting Education (NABO): The Impact on Student Performance

Universiteit Gent
2025
Jens
Verhofstadt
This study investigates the effectiveness of the New Approach to Accounting Education (NABO), a teaching method designed to introduce accounting to novice students in Belgian secondary schools. Specifically, we examine whether students taught using the NABO method demonstrate higher academic performance compared to those taught through traditional approaches. Additionally, we investigate the role of student motivation and engagement in influencing academic outcomes. A quasi-experimental design was employed, combining between- and within-subjects elements, including a control group with a pretest-posttest setup. Data were collected over four academic years (2018-2022) from 582 high school students. Structural equation modeling was used to test the proposed hypotheses. Results show that students taught with the NABO method significantly outperform their peers in traditional settings. Moreover, motivation and engagement have a strong positive effect on academic achievement. These findings contribute to accounting education by showing that innovative teaching methods can enhance learning outcomes for novice students, while also offering practical recommendations and avenues for future research on improving introductory accounting courses.
Meer lezen

Jongeren financieel weerbaar de wereld in!

Hogeschool PXL
2025
Hanne
Motmans
  • Ine
    Hendrickx
Finnext: jongeren financieel weerbaar de wereld in!

Hoe bereiden we jongeren in de arbeidsmarktgerichte finaliteit beter voor op hun economische en financiële toekomst? Vanuit die centrale vraag ontwikkelden we Finnext: een praktijkgerichte cursus en interactieve website die jongeren ondersteunt bij het verwerven van essentiële competenties, zoals budgetbeheer, arbeidsvoorwaarden, verzekeringen en belastingen.

Tijdens onze opleiding merkten we een duidelijk tekort aan aangepast leermateriaal voor deze doelgroep. In bestaande methodes zijn de leerinhouden vaak te theoretisch of taalintensief, wat de toegankelijkheid belemmert. Met Finnext spelen we in op de nood aan concreet, visueel en flexibel inzetbaar materiaal dat aansluit bij de leefwereld van de leerling.

Onze cursus volgt het verhaal van Julian, een jongere die net afstudeert en geconfronteerd wordt met financiële keuzes. Via herkenbare situaties en praktische opdrachten worden abstracte begrippen tastbaar. De bijhorende website bevordert zelfstandig leren en is ook bruikbaar in ziekenhuisscholen, leefgroepen of detentiecentra.

Bij de ontwikkeling van Finnext baseerden we ons op wetenschappelijke inzichten en beleidsdocumenten, zoals de PISA-resultaten (2022), het MACS-model en het kwaliteitskader van Thomas More. Ook de nieuwe eindtermen en leerplandoelen uit het GO! en katholiek onderwijs vormden onze leidraad. We toetsten ons materiaal in de klaspraktijk en verwerkten feedback van leerkrachten.

Met Finnext hopen we bij te dragen aan een inclusiever onderwijslandschap waarin elke jongere, ongeacht achtergrond of onderwijsvorm, de kans krijgt om financieel en economisch bewust de toekomst tegemoet te gaan.

Nieuwsgierig naar hoe Julian jongeren op weg helpt naar financiële zelfredzaamheid? Duik mee in Finnext!
Meer lezen

Succesfactoren van faalangstinterventies voor het secundair onderwijs. Een kwalitatieve studie bij leerkrachten van het GO! Atheneum Aalst.

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Anouk
Vanderroost
Deze bachelorproef onderzoekt welke factoren bijdragen aan succesvolle faalangstinterventies bij leerlingen van de eerste en tweede graad in het GO! Atheneum Aalst. Faalangst heeft een negatieve impact op het welzijn en de leerprestaties van jongeren en vraagt om een preventieve, haalbare en schoolbrede aanpak. Via deskresearch werden acht onderbouwde interventieprogramma’s geanalyseerd. Daarnaast werden vijf semigestructureerde interviews afgenomen met leerkrachten en leerlingenbegeleiders. De resultaten tonen aan dat effectieve faalangstinterventies doorgaans meerdere elementen combineren, zoals psycho-educatie, cognitieve herstructurering, ontspanningstechnieken en groeimindsetbevordering. Respondenten benadrukken het belang van een positief schoolklimaat, een individuele aanpak, ouderbetrokkenheid en laagdrempelige hulpmiddelen. Op basis van deze inzichten werd het beroepsproduct “Faalangst? Da’s oké!” ontwikkeld. Dit bestaat uit een psycho-educatief boekje en een toolbox met praktische oefenfiches en ervaringsverhalen. Het materiaal is bedoeld voor jongeren van 12 tot 16 jaar en kan zowel zelfstandig als onder begeleiding worden ingezet in een schoolcontext.
Meer lezen

Wat als kinderkunst fout is?

Arteveldehogeschool Gent
2025
Laura
Maes
  • Naomi
    Bergerie
In deze bachelorproef werd het belang en de plaats van creativiteit binnen het kleuteronderwijs, specifiek binnen de Gambiaanse school ‘The Swallow’, onderzocht. Na observaties bleek creativiteit en muzische expressie geen actieve plaats te krijgen binnen het schoolsysteem. Vanuit deze vaststelling werd gezocht naar manieren om creativiteit meer te integreren in het dagelijkse klasgebeuren.

Het onderzoek vertrekt vanuit twee onderzoeksvragen. De eerste luidt als volgt: “Welke didactische strategieën en activiteiten kunnen worden geïntegreerd binnen een curriculum om de creativiteit van jonge kinderen in Gambia te bevorderen?”. Om deze onderzoeksvraag, onderverdeeld in enkele deelvragen, te beantwoorden werd er gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden zoals literatuurstudies, interviews met de klasleerkrachten en directie van The Swallow, interviews in andere basisscholen in Gambia en eigen toegepaste kennis uit de opleiding kleuteronderwijs. De kennis en het onderzoek in verband met deze eerste onderzoeksvraag is voornamelijk terug te vinden in onderzoeksfase 1.

Op basis van deze bevindingen en opgestelde ontwerpeisen binnen onderzoeksfase 1, werd een praktisch kunstcurriculum met verschillende creatieve lesfiches ontwikkeld. De fiches werden opgebouwd volgens een vast schema: onderwerp, doelen, differentiatiemaatregelen, lesverloop met algemene informatie en concrete voorbeelden, tips, materialenlijst en beeldmateriaal. In het begin en op het einde van het curriculum is ook algemene didactiek terug te vinden. Het biedt uitleg over de verschillende muzische bouwstenen, de Social Development Goals (SDG’s) en extra tools voor de leerkrachten om in te zetten binnen de klaspraktijk.

Met de tweede onderzoeksvraag: “Hoe beïnvloedt dit curriculum gericht op creativiteitsstimulatie de leerervaringen en betrokkenheid van jonge kinderen én de zienswijze van leerkrachten binnen het Gambiaanse kleuteronderwijs?”, werd het curriculum en de groei van creativiteit binnen dit onderwijs geëvalueerd, door opnieuw interviews af te nemen van dezelfde leerkrachten en de directie. Zo konden hun meningen, attitudes en gevoelens bij het curriculum duidelijk in beeld gebracht worden. Daarnaast werden er ook nieuwe observaties uitgevoerd om te ontdekken of de implementatie van het curriculum effectief een positieve invloed heeft voor de leerlingen, de leerkrachten en de school in het algemeen.

Tot slot volgen de conclusies en het resultaat van het onderzoek, waaruit onder andere blijkt dat creativiteit niet enkel plezier en luxe is binnen onderwijs, maar ook een fundamenteel onderdeel is van de ontwikkeling van elk kind. Vooral binnen een schoolcontext waarbij cognitieve vaardigheden vaak op de voorgrond staan is dit, afleidend uit de observatiescores en andere resultaten, van groot belang. Deze bachelorproef probeert het belang van creativiteit te staven en concrete handvatten aan te bieden om hiermee in eender welke klaspraktijk aan de slag te gaan.
Meer lezen

Impactvolle klimaateducatie die aanzet tot klimaatbewuste leerlingen

Odisee Hogeschool
2025
Ruben
Opdecam
De klimaatkennis van jongeren blijkt vaak gebrekkig en vertoont tal van misconcepties. Hoewel het belang van klimaateducatie internationaal erkend wordt – onder andere door UNESCO en de Verenigde Naties – en ook formeel zijn weg heeft gevonden naar de Vlaamse leerplannen, blijft de impact ervan in de klaspraktijk vaak beperkt. Het onderwijs heeft de verantwoordelijkheid om wetenschappelijke kennis hiaten te dichten en jongeren te voorzien van de vaardigheden en attitudes die essentieel zijn voor een duurzame toekomst. Een wetenschappelijk correct klimaatverhaal dat onderwijskundig sterk onderbouwd is én voldoet aan de bouwstenen van effectieve klimaateducatie, vormt de sleutel tot klimaatbewuster gedrag bij leerlingen.

Deze bachelorproef heeft vier doelstellingen: (1) inzicht verkrijgen in de huidige didactische aanpak van leerkrachten via een enquête; (2) achterhalen aan welke competenties effectieve klimaateducatie moet voldoen; (3) nagaan welke onderwijskundige bouwstenen en randvoorwaarden noodzakelijk zijn voor een educatieve interventie m.b.t. klimaatverandering; (4) een praktische handleiding ontwerpen voor een klimaatdag voor leerlingen uit de tweede graad secundair onderwijs.

De onderzoeksliteratuur en bevraging tonen aan dat het huidige klimaatonderwijs te sterk gericht is op kennisoverdracht. Klimaateducatie moet echter ook de actiecompetentie van leerlingen versterken en aanzetten tot gedragsverandering. Kennis is het vertrekpunt, niet het einddoel. Leerkrachten moeten hierbij gebruik maken van wetenschappelijk onderbouwde strategieën in samenhang met klimaatcompetenties, verankerd in pedagogisch-onderwijskundige kaders.

Dit bachelorproefonderzoek biedt een antwoord op de groeiende nood aan betekenisvolle en impactvolle klimaateducatie: jongeren raken, betrekken én inspireren. En bovenal: in beweging brengen. Want wat we jongeren vandaag meegeven, bepaalt hoe ze morgen in de wereld staan. Juist daarom is het onderwijs belangrijker dan ooit. Daar planten we de zaadjes van verandering. Elke leerkracht heeft de mogelijkheid om iets los te maken, om te inspireren, om te raken. Laten we die kans grijpen. Niet morgen, maar vandaag.
Meer lezen

Impactvolle klimaateducatie die aanzet tot klimaatbewuste leerlingen

Odisee Hogeschool
2025
Ruben
Opdecam
De klimaatkennis van jongeren blijkt vaak gebrekkig en vertoont tal van misconcepties. Hoewel het belang van klimaateducatie internationaal erkend wordt – onder andere door UNESCO en de Verenigde Naties – en ook formeel zijn weg heeft gevonden naar de Vlaamse leerplannen, blijft de impact ervan in de klaspraktijk vaak beperkt. Het onderwijs heeft de verantwoordelijkheid om wetenschappelijke kennis hiaten te dichten en jongeren te voorzien van de vaardigheden en attitudes die essentieel zijn voor een duurzame toekomst. Een wetenschappelijk correct klimaatverhaal dat onderwijskundig sterk onderbouwd is én voldoet aan de bouwstenen van effectieve klimaateducatie, vormt de sleutel tot klimaatbewuster gedrag bij leerlingen.

Deze bachelorproef heeft vier doelstellingen: (1) inzicht verkrijgen in de huidige didactische aanpak van leerkrachten via een enquête; (2) achterhalen aan welke competenties effectieve klimaateducatie moet voldoen; (3) nagaan welke pedagogisch-onderwijskundige bouwstenen en randvoorwaarden noodzakelijk zijn voor een educatieve interventie m.b.t. klimaatverandering; (4) een praktische handleiding ontwerpen voor een klimaatdag voor leerlingen uit de tweede graad secundair onderwijs.

De onderzoeksliteratuur en bevraging tonen aan dat het huidige klimaatonderwijs te sterk gericht is op kennisoverdracht. Klimaateducatie moet echter ook de actiecompetentie van leerlingen versterken en aanzetten tot gedragsverandering. Kennis is het vertrekpunt, niet het einddoel. Leerkrachten moeten hierbij gebruik maken van wetenschappelijk onderbouwde strategieën in samenhang met klimaatcompetenties, verankerd in pedagogisch-onderwijskundige kaders.

Dit bachelorproefonderzoek biedt een antwoord op de groeiende nood aan betekenisvolle en impactvolle klimaateducatie: jongeren raken, betrekken én inspireren. En bovenal: in beweging brengen. Want wat we jongeren vandaag meegeven, bepaalt hoe ze morgen in de wereld staan. Juist daarom is het onderwijs belangrijker dan ooit. Daar planten we de zaadjes van verandering. Elke leerkracht heeft de mogelijkheid om iets los te maken, om te inspireren, om te raken. Laten we die kans grijpen. Niet morgen, maar vandaag.
Meer lezen

In de klas van juf Uil: Neurodiversiteit in het basisonderwijs

Hogeschool UCLL
2025
Stien
Van Rooy
Tegen 2035-2039 streeft de overheid naar de volledige realisatie van inclusief onderwijs. Een cruciale voorwaarde hiervoor is het creëren van bewustwording rond diversiteit in het algemeen, en neurodiversiteit in het bijzonder, binnen de klaspraktijk. Zowel mijn persoonlijke ervaring als die van vele andere leerlingen toont aan dat er in het lager onderwijs vaak sprake was van onbegrip, voornamelijk veroorzaakt door een gebrek aan kennis en erkenning van verschillende manieren van denken, leren en voelen. Het bestaande LEANS-programma (Learning about Neurodiversity at School) levert een waardevolle bijdrage aan deze bewustwording, maar richt zich pas op leerlingen vanaf de derde graad. Dit bracht mij tot de vraag: waarom starten we niet reeds vanaf de eerste graad met het aanreiken van inzichten in neurodiversiteit? Juist in deze vroege fase komen kinderen reeds in contact met diversiteit. Een tijdige bewustwording kan bijdragen aan een verdraagzame klasomgeving, waarin samenwerking en wederzijds begrip centraal staan. Momenteel besteden leerkrachten dagelijks veel tijd aan het oplossen van conflicten die voortkomen uit onbegrip en gebrekkige samenwerking. Wanneer bewustwording van neurodiversiteit geïntegreerd wordt in het klasgebeuren, kan deze tijd efficiënter worden benut, wat de klasdynamiek en de leerwinst ten goede komt.
Aan de hand van individuele interviews en focusgroepen, geanalyseerd via deductieve codering, werden de ontwerpeisen en de bestaande kennis over het betreffende thema systematisch geïnventariseerd. Het onderzoek resulteerde in de ontwikkeling van het verhaal “Iedereen denkt anders: verhalen uit de klas van juf Uil”, een prentenboek voor de eerste graad. In dit verhaal staat een klas vol unieke dieren centraal, elk met hun eigen manier van zijn, denken en voelen. Het verhaal introduceert op een laagdrempelige en toegankelijke manier verschillende vormen van neurodiversiteit aan jonge kinderen. Elk hoofdstuk wordt gevolgd door een klasgesprek, waarbij leerlingen worden uitgenodigd om zich in te leven, erkenning te geven aan verschillen en samen te reflecteren over inclusie en betrokkenheid.
Meer lezen

Didactiek van de metafoor - Het verborgen leerproces van metaforische conceptn in taal en betekenisvorming

Odisee Hogeschool
2025
Ines
Vakante
Metaforen zijn een krachtig hulpmiddel in het onderwijs, omdat ze abstracte concepten toegankelijker maken en leerlingen helpen complexe ideeën te begrijpen. Alleen blijkt uit onderzoek dat het gebruik van metaforen in het onderwijs is afgenomen, dit terwijl leerlingen steeds meer moeite hebben met het begrijpen van beeldspraak. Dit is problematisch, omdat metaforen niet alleen de taalvaardigheid versterken, maar ook een brug vormen tussen verschillende leerstijlen en -niveaus.

Dit onderzoek richt zich op de vraag hoe metaforen effectief kunnen worden ingezet in het onderwijs, zodat ze voor alle leerlingen toegankelijk zijn. Door middel van literatuurstudie, enquêtes en gesprekken met zowel leerkrachten als leerlingen is onderzocht welke abstracte concepten leerlingen als moeilijk ervaren, welke rol metaforen kunnen spelen bij het verduidelijken van deze concepten, en welke didactische principes hierbij van belang zijn. Op basis van de resultaten is een handleiding ontwikkeld met lessen waarin leerlingen stapsgewijs metaforen leren herkennen, begrijpen en zelf toe te passen.

De conclusie is dat metaforen een waardevol didactisch middel zijn, zolang ze op een bewuste manier worden ingezet. Expliciete uitleg, visuele ondersteuning en interactieve werkvormen zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat alle leerlingen, ongeacht achtergrond of leerstijl, kunnen profiteren van de kracht van beeldspraak. De handleiding biedt praktische handvatten voor leerkrachten om metaforen effectief in te zetten in hun lessen, waardoor taalvaardigheid en abstracte denkvermogen van leerlingen worden versterkt.
Meer lezen

Levend verlies

AP Hogeschool Antwerpen
2025
Lesley
Fissers
Deze scriptie onderzoekt het concept 'levend verlies' bij kinderen en jongeren met een degeneratieve aandoening of beperking. Levend verlies verwijst naar het herhaald en langdurig ervaren van verlies, zonder dat er sprake is van overlijden zoals het verlies van zelfstandigheid, vriendschappen, mogelijkheden of toekomstperspectief. Door middel van literatuuronderzoek, interviews en praktijkervaring binnen een OV4-school werd er inzicht verkregen in de emotionele en psychologische impact van de vorm van verlies. De scriptie benadrukt het belang van erkenning, taal en ruimte voor persoonlijke verhalen. Jongeren met een beperking worden vaak geconfronteerd met terugkerende verlieservaringen, terwijl ze zich tegelijk staande proberen te houden in een maatschappij die vooral gericht is op 'herstel' en 'vooruitgang'. Daarom ontwikkelde ik een toolkit: een uitnodigend, creatief werkboek dat jongeren helpt om hun verhaal, emoties en ervaringen vorm te geven. Het werk biedt handvatten voor ergotherapeuten, leerkrachten en hulpverleners om het gesprek over verlies en veerkracht op gang te brengen niet vanuit medelijden, maar vanuit erkenning, kracht en verbinding.
Meer lezen

Proactief cirkelen basisschool 't Veld

Hogeschool VIVES
2025
Emeline
De Smet
  • Kiana
    Schepens
  • Chloë
    Cruz Marin
  • Marielien
    Dutrie
  • Fauve
    France
  • Ngoc-My
    Nguyen
  • Laura
    Vanpeteghem
Het project “Samen een positief en stimulerend school- en klasklimaat creëren aan de hand van de proactieve cirkel” is uitgewerkt in functie van deze bachelorproef. De opdracht komt van basisschool ‘t Veld in Meulebeke.

Basisschool ‘t Veld merkte de laatste jaren een toename van het aantal leerlingen met een diagnose of een vermoeden van het autismespectrumstoornis. Daarnaast werkt men binnen de school reeds herstelgericht op het curatief niveau. De school streeft naar een preventieve werking om conflicten te voorkomen en de participatie van leerlingen met extra zorgnoden te bevorderen. Aan de hand van de proactieve cirkel gelooft men veiligheid te creëren en het herstelproces te versterken. Bijscholingen over dit thema werden reeds gevolgd door een aantal leerkrachten. Echter, wegens beperkte middelen (zoals tijd, ruimte en personeel) werd de methodiek nog niet volledig geïntegreerd en eenduidig toegepast in de schoolwerking. De school streeft, via dit project, naar een gedeelde visie en een praktische methodiek.

Er werd een literatuurstudie uitgevoerd over de kernonderwerpen: basisschool ‘t Veld, proactief cirkelen, motivatie en empowerment bij leerkrachten. Op basis van deze verkenning werd verdiepend onderzoek uitgevoerd. Voor het kwantitatief onderzoek werd een enquête voor het leerkrachtenteam opgesteld. Aan de hand van kwalitatief onderzoek werden bepaalde opvallende resultaten en onduidelijkheden uit de enquête verder onderzocht met extra verdiepende interviews. Hiernaast hebben er gesprekken plaatsgevonden met drie andere basisscholen die proactief cirkelen toepassen. Deze gesprekken brachten inspirerende good practices aan het licht.

Uit het onderzoek bleek dat leerkrachten voornamelijk via collega’s kennis maken met het concept ‘proactief cirkelen’. De leerkrachten voelden zich matig bekwaam om een proactieve cirkel te modereren. Er werd een verschil in pedagogische focus tussen leerkrachten in het kleuter en het lager opgemerkt. De resultaten suggereren dat er een goede basis van motivatie aanwezig was om te starten met proactief cirkelen. Echter, was er een significante lagere motivatie bij de kleuterleerkrachten. Verder bleek dat leerkrachten reeds veel kennis hebben over kinderen met extra zorgnoden. De nood aan praktijkvoorbeelden en concrete handvaten werd meermaals benoemd. Bij de bezoeken aan de 3 basisscholen viel op dat men geen eenduidige werking van proactief cirkelen in het kleuter had. Een andere belangrijke bevinding was dat het proactief cirkelen door één leerkracht geïntroduceerd werd in de scholen. Tot slot blijkt uit de schoolbezoeken dat proactief cirkelen een positieve impact heeft op de sfeer op school en in de klas. Zowel leerlingen als leerkrachten voelen zich meer verbonden met elkaar.

De resultaten werden meegenomen in de uitwerking van het eindproduct. Dit zijn draaiboeken, met bijhorende toolboxen, die toepasbaar zijn van de eerste kleuterklas tot en met het zesde leerjaar. De resultaten werden meegenomen in de uitwerking hiervan.
Meer lezen

Wachttijden in de gezinsondersteuning: Impact op gezinnen en de Werking van 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde

Odisee Hogeschool
2025
Margault
Dumont
Lange wachttijden in de jeugdhulp en gezinsondersteuning vormen een toenemend
probleem in Vlaanderen, met ingrijpende gevolgen voor gezinnen en hulpverleners.
In deze bachelorproef wordt het ontstaan van deze wachttijden onderzocht én wat de
gevolgen zijn voor gezinnen die ondersteuning nodig hebben. Het ‘op de wachtlijst staan’
heeft een invloed op de gezinsdynamiek. De ontwikkeling van kinderen en jongeren wordt
negatief beïnvloed. Te lang op hulp moeten wachten kan stoornissen veroorzaken voor de
sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. Het kind kan vertraging oplopen op het
verfijnen van de motorische vaardigheden, sociale interacties en cognitieve vermogens.
Ook de draagkracht van de gezinsleden staat hierdoor onder druk. De focus ligt op de
werking van de organisatie 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde, een organisatie die
overbrugging biedt tijdens wachttijden.
De centrale onderzoeksvraag luidt: Waarom zijn er wachtlijsten voor gezinsondersteuning
in Vlaanderen en wat zijn de gevolgen voor de werking van 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde?
De studie analyseert dit vraagstuk op drie niveaus. Op microniveau is de centrale
onderzoeksvraag gericht op de invloed van wachttijden op het functioneren van gezinnen
en de ouder-kindrelatie. Op mesoniveau ligt de focus op de gevolgen van wachttijden voor
de werking van 1 Gezin 1 Plan. Op macroniveau wordt de centrale onderzoeksvraag
geformuleerd over de impact op het samenwerkingsverband binnen de eerstelijnszones in
Halle-Vilvoorde.
Aan de hand van een theoretische analyse worden wachttijden geanalyseerd vanuit een
sociologisch, ontwikkelingspsychologisch en pedagogisch perspectief. Daarnaast wordt
een casestudy van een gezin met een kind met autisme en een verstandelijke beperking
gebruikt om de uitdagingen waarmee gezinnen op wachtlijsten geconfronteerd worden te
illustreren.
Dit onderzoek wijst uit dat wachttijden niet alleen het welzijn van gezinnen beïnvloeden,
maar ook de effectiviteit van gezinsondersteuning en de samenwerking binnen de
eerstelijnszorg onder druk zetten. Dit onderzoek formuleert concrete
veranderingsvoorstellen om de toegankelijkheid en efficiëntie van gezinsondersteuning te
verbeteren. Op gezinsniveau ligt de focus op het bevorderen van de draagkracht tijdens
het wachten, dit door een ouderavond te organiseren en zelfhulp-bundels te ontwikkelen.
Op organisatieniveau stelt de organisatie 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde zich toegankelijker
op voor de gezinnen. Er wordt ook voorgesteld om een gemeenschappelijke
aanmeldprocedure op te stellen voor gelijkaardige diensten. Op eerstelijnsniveau worden
verschillende acties voorgesteld om psychische kwetsbaarheid bespreekbaar te maken.
Ook het organiseren van een netwerkbeurs wordt voorgesteld om alle zorg- en
hulpverleners in contact met elkaar te brengen.
De resultaten benadrukken de noodzaak van een geïntegreerd beleid en betere
samenwerking tussen eerstelijnsorganisaties om wachttijden te verkorten en gezinnen
sneller de nodige ondersteuning te bieden.
Deze voorstellen komen overeen met de principes van trajectondersteuning,
geformuleerd in het decreet Vroeg en Nabij.
Door wachttijden niet alleen als probleem, maar ook als opportuniteit voor verandering te
benaderen, schetst deze bachelorproef mogelijke wegen naar een effectiever en
mensgerichter ondersteuningssysteem, ter ondersteuning van gezinnen in moeilijkheden.
Meer lezen

Hostilia inzetten in de onderwijscontext om toekomstige leerkrachten inzicht in hun klasmanagement te geven.

Hogeschool PXL
2025
Yenthe
Ramakers
Deze bachelorproef onderzoekt de meerwaarde van het gebruik van de edugame Hostilia bij het vergroten van het inzicht van toekomstige leerkrachten in hun eigen klasmanagement.

Via een literatuurstudie en interviews wordt er in deze bachelorproef ingegaan op de begrippen klasmanagement en Game-Based Learning. Door zelf scenario’s te schrijven voor de edugame Hostilia, die oorspronkelijk ontwikkeld is voor de zorgsector, werd er een spelversie ontworpen die in de lerarenopleiding kan zorgen voor een beter inzicht in het klasmanagement van toekomstige leerkrachten. Het spel werd al uitgetest door lectoren en studenten van PXL-Education. Daarnaast werd er ook nog een handleiding voor lectoren en een bundel voor studenten ontwikkeld die gebruikt kunnen worden tijdens het spelen van deze game.
Meer lezen

Artificiële intelligentie binnen het secundair kunstonderwijs

Odisee Hogeschool
2025
Zen
Van Dessel
In deze bachelorproef werd onderzocht hoe een online cursus kan bijdragen aan het ontwikkelen van basiscompetenties en vertrouwen bij leerkrachten in het secundair kunstonderwijs om AI-tools op een verantwoorde en effectieve manier in te zetten als tutor. De focus werd gelegd op leerkrachten van theorievakken binnen Sint-Lucas kunstsecundair te Antwerpen. In deze school is de zoektocht naar integratie van digitale technologieën nog in ontwikkeling.

Door gebruik te maken van een literatuurstudie werd onderzocht hoe AI kan bijdragen aan gepersonaliseerd leren, een onderwerp dat onder andere Bloom kadert in zijn 2 sigma-probleem. Op basis van deze bevindingen werd een vragenlijst afgenomen bij de leerkrachten om de houding en beginsituatie ten opzichte van AI in kaart te brengen. Vanuit die resultaten werd een e-learningcursus ontwikkeld waarin de AI toepassingen NotebookLM en SchoolAI op een praktische en toegankelijke manier werden aangeleerd.

Nadat de leerkrachten de cursus doornamen gaven alle leerkrachten aan dat hun vertrouwen en basiskennis in het gebruik van AI was toegenomen. Ze gaven aan dat ze zich competenter voelden om AI-tools in te zetten in hun les en waren overtuigd van de meerwaarde voor gepersonaliseerd onderwijs. De leerkrachten benadrukte de duidelijke structuur, praktische insteek en het evenwicht van theorie en concrete toepassingen binnen de cursus als groot pluspunt.

Dit onderzoek toont aan hoe e-learning een krachtig instrument kan zijn om ondersteuning te bieden aan leerkrachten in hun digitale professionalisering. Het biedt een antwoord op de steeds meer toenemende vraag naar begeleiding in het gebruik van AI binnen de stageschool waar deze proef werd uitgevoerd. Het benadrukt dat leerkrachten, mits de juiste ondersteuning, in staat zijn om AI op een pedagogisch verantwoorde manier in te durven zetten.
Meer lezen

Een brug tussen PAV en praktijkvakken: Een praktische handleiding om vakoverschrijdend samen te werken.

Odisee Hogeschool
2025
xenia
De Graef
“Hoe kan vakoverschrijdend samenwerken tussen project algemene vakken en
praktijkrichtingen door middel van een handleiding de leerprestaties van leerlingen
versterken?”
In deze bachelorproef worden de mogelijkheden en voordelen van een geïntegreerde aanpak onderzocht. Door theoretische vakken met praktijk te combineren, biedt dit onderzoek concrete handvaten om de samenwerking effectief en relevant te maken. De resultaten tonen aan dat een samenwerking tussen vakgebieden niet alleen de leerprestaties stimuleert, maar leerlingen ook een betere voorbereiding geeft voor de arbeidsmarkt.
Dit document biedt een vernieuwende blik op onderwijsinnovatie en praktische toepassingen.
Daarnaast belicht deze bachelorproef de rol van didactische strategieën en hun invloed op vakoverschrijdend samenwerken. Door middel van praktijkgerichte voorbeelden wordt aangetoond hoe een goed ontwikkelde handleiding leraren kan ondersteunen bij het integreren van verschillende vakgebieden. Dit vergroot niet alleen de betrokkenheid van
leerlingen, maar draagt ook bij aan een dynamisch en uitdagend leerproces dat inspeelt op de behoeften van de arbeidsmarkt.
Meer lezen

Collegiale visitatie binnen de aanvangsbegeleiding

Odisee Hogeschool
2025
Heleen
Dewaele
Om in kaart te kunnen brengen in welke mate er al collegiaal gevisiteerd wordt in secundaire scholen
te Sint-Niklaas, en hoe deze visitaties worden ingericht, werden er d.m.v. semigestructureerde
interviews enkele scholen bevraagd. Hieruit blijkt dat collegiale visitatie in opmars is; alle
aanvangsbegeleiders leggen deze professionaliseringsmethode op als een verwachting aan de
startende leerkrachten, of willen dit in de nabije toekomst doen. Ook worden er regelmatig initiatieven
op poten gezet om het gebruik van dit instrument aan te wakkeren bij de meer ervaren leerkrachten,
al blijkt het gewenste effect van deze initiatieven vaak van korte duur.
De startende leerkrachten van de Broederschool te Sint-Niklaas geven aan het gevoel te hebben zich
verder geprofessionaliseerd te hebben dankzij collegiale visitatie. Het verwerven van een uitgebreider
pakket aan instructiestrategieën, betere lesprestaties leveren en met meer zelfvertrouwen voor de
klas staan, zijn voordelen die ze hebben ervaren. Collegiale visitatie inbedden in een schoolcultuur is
daarentegen geen eenvoudige opdracht; de meer ervaren leerkrachten blijken namelijk vaak nog
weerstand te bieden.
Collegiale visitatie opleggen als een verplichting aan een lerarenkorps, werkt averechts. Er moet een
voldoende draagvlak zijn om een visitatiecultuur te creëren op school. Je kan collegiale visitatie laten
meegroeien met leraren via de aanvangsbegeleiding. Ook kunnen er enkele andere aanbevelingen
gedaan worden aan de Broederschool om het gebruik van deze professionaliseringsmethode in te
bedden in de schoolcultuur: informeer leerkrachten helder en uniform over de voordelen van deze
visitaties, geef hen de mogelijkheid om collegiale visitatie in te geven als een gevolgde bijscholing,
breng collegiale visitatie regelmatig ter sprake bij personeelsvergaderingen, tuchtklassenraden,
vakvergaderingen…
Meer lezen

Stoppen met spijbelen: een blik op hulp en aanpak

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Britt
De Clercq
Mijn bachelorproef ging over de aanpak van spijbelen bij jongeren. Ik onderzocht welke interventies effectief zijn voor leerlingen van 12 tot 18 jaar met schoolverzuim. Daarbij richtte ik me op de oorzaken van spijbelen, zoals sociale, emotionele en academische factoren. Ook analyseerde ik strategieën zoals ouderbetrokkenheid, samenwerking met hulpverleningsinstanties en motiverende gesprekstechnieken. Uit mijn onderzoek bleek dat een geïntegreerde aanpak, waarbij scholen, ouders en professionals samenwerken, essentieel is om schoolverzuim succesvol aan te pakken.
Meer lezen

Grip op groei: het versterken van planningsvaardigheden via een zelfontwikkelde tool binnen zelfregulerend leren

Odisee Hogeschool
2025
Greet
De Kuyper
Leerlingen uit de eerste graad B-stroom ervaren vaak moeilijkheden bij het plannen van
hun schoolwerk. Ze hebben nood aan structuur, overzicht en begeleiding om hun
planningsvaardigheden te ontwikkelen en hun leerproces in eigen handen te nemen.
Vanuit deze problematiek werd onderzocht hoe een planningstool eruit moet zien om
deze leerlingen te ondersteunen in het kader van zelfregulerend leren.
Op basis van literatuur over zelfregulatie en praktijkgerichte gegevensverzameling
(enquêtes, analyses en observaties) werd een visueel toegankelijke en eenvoudige te
gebruiken planner ontwikkeld. De tool werd uitgetest tijdens PLT-sessies met leerlingen
uit de B-stroom. De planner bevat elementen zoals het stellen van doelen, aanduiden
van deadlines, tijdsinschatting en ruimte voor vrije tijd en reflectie. Leerlingen kunnen
ook hun gevoelens aanduiden en aangeven of ze hulp nodig hebben, wat leerkrachten
toelaat om gerichter te ondersteunen.
De planner sluit aan bij de werking van Smartschool en ondersteunt sleutelcompetentie
13: het eigen leer- en keuzeproces in handen nemen. Ook eindterm 4.7 en leerplandoel
26 worden versterkt, waarin het inzetten van (meta)cognitieve leer- en
regulatiestrategieën centraal staan. De resultaten tonen aan de planner effectief is in
het ondersteunen van planningsvaardigheden en het stimuleren van eigenaarschap bij
leerlingen.
De meerwaarde van deze bachelorproef ligt in het feit dat de planner niet enkel een
hulpmiddel is, maar ook een begeleidingsinstrument dat leerlingen stap voor stap leert
plannen, reflecteren en bijsturen. Voor verdere implementatie werd een instructiekaart
ontwikkeld, zodat ook andere leerkrachten de tool kunnen inzetten in hun klaspraktijk.
Meer lezen

Aanleren van SketchUp for Schools a.d.h.v een stappenplan

Odisee Hogeschool
2025
Ilias
Thienpondt
In een steeds digitaler onderwijsklimaat worden leerkrachten uitgedaagd om hun
instructievormen af te stemmen op de behoeften van jongeren. Deze bachelorproef
onderzoekt het effect van twee verschillende instructiemethodes, een geschreven stappenplan en een videostappenplan, bij het aanleren van het 3D-tekenprogramma SketchUp for Schools aan leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs.
Het praktijkonderzoek werd uitgevoerd in twee klassen uit de A- en B-stroom, waarbij de leerlingen beide instructievormen kregen aangeboden. Er werden data verzameld aan de hand van observaties en reflectievragenlijsten. De resultaten werden geanalyseerd aan de hand van vier onderzoeksthema’s: begrijpelijkheid van de instructies, gebruiksgemak, leerresultaten en motivatie.
De conclusies zijn duidelijk: het videostappenplan wordt door de meerderheid van de
leerlingen als duidelijker, motiverender en gebruiksvriendelijker ervaren. Leerlingen konden zelfstandiger werken en begrepen de stappen beter dankzij de visuele en auditieve ondersteuning. Bij het geschreven stappenplan hadden meer leerlingen behoefte aan extra uitleg of begeleiding. De leerresultaten tonen aan dat beide methodes functioneel zijn, maar het videomateriaal iets sterker scoorde op nauwkeurigheid en foutvermijding.
Deze bachelorproef toont aan dat video-instructies een waardevolle aanvulling zijn op het klassieke lesmateriaal. Leerkrachten kunnen met beperkte middelen kwalitatieve videolessen maken die inspelen op de leerstijl van hun leerlingen. De bevindingen zijn bruikbaar voor elke school die technische software wil integreren in haar onderwijspakket.
Meer lezen

Zin in zinvolle zinsontleding: Predicatie en valentie als verrijking van de lessen zinsleer in 2A

Odisee Hogeschool
2025
Tibor
Gurka
Hoewel zinsontleding opgenomen is in de eindtermen en leerplandoelen als essentieel onderdeel van het curriculum, ervaren zowel leerlingen, leraren, vakdidactici als taalkundigen pijnpunten en obstakels in de gangbare didactiek, die al te vaak bestaat uit het leren ontleden van geïsoleerde zinnetjes door middel van trucjes, ezelbruggetjes en controlevragen. Vakdidactici en taalkundigen schreeuwen al geruime tijd van de daken dat de ‘traditionele’ didactiek toe is aan verrijking en vernieuwing, willen we leerlingen meer betekenisvol onderwijs aanbieden. Een sleutelrol in die verrijking lijkt toebedeeld aan het werken vanuit taalkundige metaconcepten, met name predicatie en valentie.
In drie klassen van het tweede jaar A-stroom op OLVP Bornem ontwikkelde en testte ik een lessenreeks die werd voorafgegaan door een nulmeting (een toets met inzichtvragen, klassieke zinsontleding en een anonieme bevraging) en nadien werd opgevolgd door een effecttoets die naar analogie van de nulmeting werd opgesteld. Op basis van de resultaten van het praktijkonderzoek en mijn eigen ervaringen pleit ik resoluut voor een verrijking van de gangbare didactiek met predicatie en valentie. Zo kunnen leerlingen op een betekenisvolle manier leren hoe enkelvoudige zinnen zijn opgebouwd. De metaconcepten maken het mogelijk om sterk in te zetten op hun taalgevoel om complexe syntactische begrippen zoals het gezegde en de voorwerpen in een zin te verkennen. Bovendien vinden de metaconcepten makkelijk aansluiting bij de minimumdoelen en leerplandoelen die inzetten op talig bewustzijn en metacognitieve kennis over taal. Zowel predicatie als valentie lenen zich sterk tot activerende werkvormen, die in betekenisvolle contexten en d.m.v. visualisatie abstracte concepten concreet en tastbaar kunnen maken, wat zowel de beleving van de leerlingen als het leereffect ten goede kan komen. Ezelsbruggetjes en vuistregels maken plaats voor conceptuele diepgang, en er wordt een expliciet verband gelegd tussen de metaconcepten en de gangbare grammaticale begrippen. Daarnaast biedt die verrijking tal van mogelijkheden om leerlingen te laten reflecteren en redeneren, om met elkaar in dialoog te gaan en gezamenlijk tot een dieper inzicht in enkelvoudige zinnen te komen.
Meer lezen

De stem van morgen: "omgaan met 'fake news' en politieke geletterdheid ter voorbereiding van de verkiezingen"

Hogeschool VIVES
2025
Baptiste
Gore
In een tijdperk waarin informatie gemakkelijk toegankelijk is, maar ook vaak vertekend of misleidend
gepresenteerd wordt, is het essentieel om jongeren voorzien van de nodige vaardigheden en kennis
om kritisch te denken, in staat te stellen betrouwbare informatie te identificeren en aldus actief deel
te nemen aan het democratische proces. Dit is de kern van mijn onderzoek: het verkennen van
manieren waarop we jongeren kunnen helpen om zich te wapenen tegen de impact van fake news
en tegelijkertijd hun politieke bewustzijn te vergroten over hun rol als burger in onze samenleving.

In mijn bachelorproef onderzoek ik niet alleen de huidige stand van zaken met betrekking tot fake
news en het politieke bewustzijn van jongeren, maar ik schuif ook concrete aanbevelingen naar
voren inclusief educatieve interventies om hun bewustzijn te verbeteren. Dit werk zou niet mogelijk
zijn geweest zonder de steun en begeleiding van mijn docenten, medestudenten, de experts en de
politici die ik heb mogen interviewen tijdens mijn onderzoek. Ik bedank in het bijzonder ook mijn
bachelorproef begeleiders Mevrouw T. Buyck & Meneer H. Scheyving voor de goede en zorgvuldige
begeleiding.

Ik hoop van harte dat dit werk niet alleen bijdraagt aan een beter begrip van de uitdagingen waar
we voor staan, maar ook inspireert tot actie. Laten we samen werken aan een toekomst waarin
jongeren vol vertrouwen en bewust hun stem laten horen, gewapend met kennis, kritisch denken
en een diepgeworteld gevoel van burgerzin.
Meer lezen

Hoe kunnen we het mentaal welzijn van leerlingen met ASS opmerken en ondersteunen in het secundair onderwijs?

Hogeschool VIVES
2025
Niobe
Bonni
  • Jordy
    de Wever
Het onderwijslandschap staat voor de voortdurende uitdaging om een inclusieve en ondersteunende leeromgeving te creëren voor alle leerlingen. Binnen deze diversiteit neemt de groep leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) een bijzondere plaats in. ASS is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op sociale interactie, communicatie en gedrag. Hoewel de bewustwording over ASS toeneemt, blijven veel leerlingen met deze stoornis tegen structurele en sociale moeilijkheden aanlopen binnen het onderwijs.

Uit de literatuur blijkt dat leerlingen met ASS een verhoogd risico lopen op mentale gezondheidsproblemen, waaronder stress, angst en sociaal isolement. Dit komt onder andere door sensorische overprikkeling, moeilijkheden in sociale interacties en een verhoogde gevoeligheid voor veranderingen. Bovendien kan het herkennen van ASS uitdagend zijn, omdat de symptomen variëren van persoon tot persoon en soms subtiel aanwezig zijn. Hierdoor worden deze leerlingen niet altijd opgemerkt of krijgen ze onvoldoende aangepaste begeleiding in de klas.

Leerkrachten spelen dus een cruciale rol in het welzijn van leerlingen, en dat geldt dus ook voor jongeren met ASS. Hun schoolomgeving is een bepalende factor in hun emotionele en sociale ontwikkeling. Onderzoek toont aan dat een gestructureerde en voorspelbare leeromgeving, duidelijke communicatie en voldoende individuele ondersteuning bijdragen aan een positiever mentaal welzijn van jongeren met ASS. Desondanks ervaren leerkrachten vaak moeilijkheden in het herkennen van de specifieke noden van deze leerlingen zijn ze niet altijd voldoende voorbereid om gepaste strategieën toe te passen. Dit wijst op de noodzaak om hen te ondersteunen met richtlijnen, training en praktijkgerichte hulpmiddelen.

In dit onderzoek wordt ingegaan op de manier waarop ASS zich manifesteert bij leerlingen en welke impact het heeft op hun mentale welzijn. Daarnaast worden effectieve methoden en strategieën onderzocht die leerkrachten kunnen hanteren om deze leerlingen beter te ondersteunen en begeleiden. Er wordt onder andere gekeken naar het belang van sociale steun, stressregulatie, aangepaste instructie en het creëren van een veilige klasomgeving.

Met deze bachelorproef willen we niet alleen een theoretisch kader bieden, maar ook een praktische leidraad ontwikkelen voor leerkrachten en leerlingbegeleiders. Door beter inzicht te krijgen in ASS en de bijhorende uitdagingen, kunnen onderwijsprofessionals gerichter inspelen op de noden van deze leerlingen en bijdragen aan een positieve schoolervaring. Om ook in te spelen op het praktische gedeelte, hebben we een aantal praktijkvoorbeelden uitgewerkt die leerkrachten kunnen ondersteunen in de klas en op de school.
Meer lezen

MORE DRAMA, MORE HAPPINESS? EEN KWALITATIEF ONDERZOEK NAAR HET VERBAND TUSSEN DRAMALESSEN EN HET MENTAAL WELBEVINDEN VAN 2E-GRAADS DOORSTROOM-STUDENTEN

Universiteit Gent
2024
Matthew
Wright
Deze studie werd uitgevoerd om te bepalen hoe 2e-graads doorstroomstudenten het verband tussen dramalessen en hun mentaal welbevinden ervaren. Het zes dimensionaal mentaal welbevinden model, ontwikkeld door Ryff (1989), toont deels overlap met de in de literatuur gevonden effecten van drama en werd daarom als theoretische basis gebruikt in dit onderzoek. De onderzoeksgroep bestaat uit 6 jongeren die een 2e-graads doorstroomrichting volgen en die gedurende 40 weken 24 keer één uur per week dramales kregen als keuzevak. De studie werd uitgevoerd aan de hand van semigestructureerde diepte-interviews die aan het einde van het schooljaar bij de leerlingen werden afgenomen. Om de gegevens te verwerken en analyseren werd een thematische analyse volgens Braun & Clarke (2006) toegepast. Als resultaat van het onderzoek werd er een duidelijke, positieve invloed vastgesteld op de persoonlijke groei, positieve relaties met anderen en zelfacceptatie dimensies. De invloed op de autonomie is matig en op de omgevingsbeheersing is de invloed gering. Er ontbreken gegevens om een besluit te maken over de doelgerichtheid dimensie, maar de verwachting is dat deze laag is. Het algemeen mentaal welbevinden van de participanten lijkt te zijn toegenomen na het volgen van dramalessen. Uit het onderzoek blijkt dat de invloed groter is bij jongeren wiens mentaal welbevinden laag is dan bij jongeren met een matig tot hoog mentaal welbevinden, al dient verder onderzoek dit verder te staven. De belangrijkste, niet eerder gevonden resultaten zijn dat participanten aangeven zich minder aan te trekken van de mening van anderen, makkelijker hun mening te kunnen uiten, meer te durven, meer open te staan voor nieuwe ervaringen en meer onbekenden durven aan te spreken. Vele andere resultaten bevestigen wat eerdere literatuur al bewees. Het onderzoek sluit af met een pleidooi om educatief drama een standaardonderdeel te maken van het curriculum van de middelbare school of het ten miste als potentieel keuzevak aan te bieden.
Meer lezen

Decoding Metacognitive Sensitivity from EEG using Deep Learning.

KU Leuven
2024
juul
Vanden Abeele
Metacognition, the ability to think about one's thinking processes, is vital for
professional performance, academic achievement, and mental health. However, its
ambiguous nature and subjective measurement techniques across various fields have
posed significant challenges to research. Cognitive neuroscience offers a unique
solution by providing objective measurements that link metacognition to brain activity,
thereby establishing a ground truth. Recently, the convergence of explainable artificial
intelligence (XAI) and perceptual decision-making, a subsection of metacognition
within cognitive neuroscience, has led to the development of the WaveFusion
framework. This innovative framework holds the potential to contribute to the
unification of the fragmented metacognition research fields.
The aim of this thesis was to enhance the WaveFusion framework, an explainable
deep learning model, to classify metacognitive sensitivity and confidence using EEG
data. The objectives were (1) to achieve a classification accuracy of 95% for
metacognitive sensitivity, (2) to improve the accuracy for metacognitive confidence to
97.5%, and (3) to identify key ambiguities and limitations in metacognition research.
This study utilized an EEG dataset with event-related potentials (ERP) responselocked for type 1 decisions. Data preprocessing addressed dataset imbalances
through augmentation and balanced batch sampling. EEG samples were transformed
into spectrograms and processed using the deep learning architecture comprising a
Lightweight Convolutional Neural Network (LWCNN), a Squeeze and Excitation
Network (SEN), and a classification network. The model was pre-trained using Subject
Aware Contrastive loss (SAC) and trained with binary cross-entropy loss. SEN
facilitated the models explainability by visualizing the created attention weights
through topoplots, providing insights into brain areas used for classification.
The WaveFusion model achieved high classification accuracy, reaching 99.7% for
metacognitive confidence and 99.1% for metacognitive sensitivity. These
improvements were due to a larger selection of electrodes, response-locked ERP
data, and increased dataset size. The WaveFusion model not only demonstrates high
classification accuracy but also offers enhanced explainability. This allows the
framework to contribute to three major ambiguities: (1) the relationship between
metacognition and executive functions, (2) its connection to consciousness, and (3)
the domain generality of metacognition. By leveraging the WaveFusion framework, we
can overcome limitations in cognitive neuroscience research through (1) utilizing
transfer learning to compare relationships, (2) employing automatic classification to
investigate ecological validity, and (3) expanding the framework for multimodality to
integrate insights across various fields.
Future research should focus on increasing data variability, addressing outlier
performances, and improving interpretability through advanced visualization
techniques to enhance the WaveFusion model’s robustness and applicability across
cognitive neuroscience domains.
Meer lezen

Pipe Dreams or true transition? A research by design perspective on the energy transition in Brussels.

Vrije Universiteit Brussel
2024
Jonas
Görgen
Deze thesis onderzoekt de voortdurende inspanningen van steden om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen aan de hand van het voorbeeld van Kuregem, een wijk in Brussel. Het onderzoek kijkt naar de ruimtelijke en sociale dimensies van deze transitie, benadrukt de beperkingen van de huidige technocentrische benaderingen en onderstreept de behoefte aan geïntegreerde ontwerpstrategieën die collectieve actie combineren met klimaatadaptatie. Sommige nadelige effecten van de huidige benaderingen worden besproken, in het bijzonder de 'Performance Gap' met betrekking tot energie-efficiënte gebouwen. De sociale implicaties van grootschalige energie-infrastructuurprojecten worden besproken en geïllustreerd aan de hand van een concrete case in Rotterdam. Door middel van een ontwerpend onderzoek, waaronder historische en morfologische analyse, ruimtelijk ontwerp en fotografisch onderzoek, worden verschillende benaderingen verkend door middel van straatontwerpen, collages, kaarten en scenario's. Als conclusie van het ontwerponderzoek pleit deze dissertatie voor een geïntegreerde benadering van stedelijke energietransities die prioriteit geeft aan lokale veerkracht en betrokkenheid van de gemeenschap. Hiaten in het begrip van hoe sociale factoren de vraag naar energie in wijken beïnvloeden worden geïdentificeerd.
Meer lezen

Het land van belofte en beton: 50 jaar het Erasmushuis in Leuven. Utopische idealen in de vormgeving van het gebouw 1965 -1980

KU Leuven
2024
Anna
Derwael
Het Erasmushuis, gebouwd tussen 1972 en 1975 en ook wel eens 'het Kremlin' of 'de bunker' genoemd, steekt met zijn strakke, betonnen uitzicht af tegen de middeleeuwse en negentiende-eeuwse gebouwen in Leuven. De keuze, destijds, voor de brutalistische architectuurstijl was geen toeval; er zat een doordachte visie achter. Het ontwerp, de inrichting en het gebruik van het gebouw in de jaren 1960 en 1970 gingen samen met academische doelen van de Nederlandstalige Leuvense universiteit, verweven met idealen van andere partijen zoals het architectenbureau en de stad.
Meer lezen

A green flag for the Flag System? Fostering a cultural change to tackle transgressive behavior in the Belgian Higher education

Andere
2024
Valéry Ann
Jacobs
Deze thesis situeert zich in de nasleep van de Belgische sociale #MeToo-beweging en belicht de toename van mediakritiek op grensoverschrijdend gedrag binnen het hoger onderwijs. Na het ontslag van een professor aan UHasselt in 2018 vanwege grensoverschrijdend gedrag, kreeg het thema meer aandacht door de veelbesproken rechtszaak rond de Belgische televisieproducent ‘De Pauw’. Vanaf begin 2022 kwamen er regelmatig berichten in de media over grensoverschrijdend gedrag aan alle Vlaamse universiteiten. Deze berichten brachten wijdverspreid grensoverschrijdend gedrag aan het licht, zoals pesten, intimidatie, discriminatie, geweld en (seksueel) wangedrag. Het (destijds) ontbreken van een duidelijke, eenduidige definitie, bijvoorbeeld in universitaire reglementen, ethische codes, maar ook in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs, belemmerde een goed begrip van het probleem en vertraagde een tijdige, gepaste en proportionele aanpak van deze incidenten. Deze thesis streeft ernaar een omvattende definitie van grensoverschrijdend gedrag te formuleren door middel van een narratieve literatuurstudie, waarbij de verschillende vormen ervan worden onderzocht. Het onderzoekt de systemische kwetsbaarheden in het hoger onderwijs die dergelijk gedrag in de hand werken en stelt op bewijs gebaseerde en praktijkgerichte maatregelen voor om dit tegen te gaan. Een belangrijk aandachtspunt van deze thesis is de ontwikkeling van een op bewijs gebaseerde training, geïnspireerd door het SENSOA Vlaggensysteem, aangepast om de verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag binnen instellingen voor hoger onderwijs te beoordelen en te bespreken. Deze training werd gevalideerd door de resultaten te vergelijken van deelnemers die de training volgden en nadien een enquête invulden over 15 scenario’s van grensoverschrijdend gedrag, met een controlegroep die dezelfde enquête online invulde zonder de training te volgen. De huidige resultaten tonen aan dat getrainde deelnemers grensoverschrijdend gedrag even goed beoordelen als de ongetrainde controlegroep, wat erop wijst dat personeelsleden aan instellingen voor hoger onderwijs in het algemeen al in staat zijn om zulke gevallen te beoordelen. De getrainde groep is echter beter in staat om hun eigen capaciteiten te evalueren en rapporteert een aanzienlijk positief leereffect bij het beoordelen van grensoverschrijdend gedrag. Hoewel de gebruikslimieten van het Vlaggensysteem worden opgezocht, blijkt het een waardevol kader om grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs beter te begrijpen en aan te pakken. Voordat definitieve conclusies getrokken kunnen worden, is verder onderzoek nodig in verschillende departementen, faculteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs. Pas dan kan hun potentieel worden gevalideerd, wat een echte cultuuromslag mogelijk maakt waarin grensoverschrijdend gedrag geen plaats meer heeft.
Meer lezen

The role of the built workplace in well-being: Learning from experiences of teachers on the autism spectrum

KU Leuven
2024
Hannah
Denys
Genomineerde longlist Klasseprijs
Een onderzoek naar de rol van de gebouwde werkplek in het welzijn van leerkrachten op het autismespectrum.
Meer lezen