Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Het land van belofte en beton: 50 jaar het Erasmushuis in Leuven. Utopische idealen in de vormgeving van het gebouw 1965 -1980

KU Leuven
2024
Anna
Derwael
Het Erasmushuis, gebouwd tussen 1972 en 1975 en ook wel eens 'het Kremlin' of 'de bunker' genoemd, steekt met zijn strakke, betonnen uitzicht af tegen de middeleeuwse en negentiende-eeuwse gebouwen in Leuven. De keuze, destijds, voor de brutalistische architectuurstijl was geen toeval; er zat een doordachte visie achter. Het ontwerp, de inrichting en het gebruik van het gebouw in de jaren 1960 en 1970 gingen samen met academische doelen van de Nederlandstalige Leuvense universiteit, verweven met idealen van andere partijen zoals het architectenbureau en de stad.
Meer lezen

Saint Ignatius' Letter to the Romans: a study on the Greek MS Tor. C.I.10 and the Slavonic MSS Ath. Chil. 644 and Vindob. Slav. 33.

Universiteit Gent
2024
Evelyne
Diels
My paper will discuss the results of my MA Thesis, defended at Ghent University. In this context, I will focus on the philological and linguistic outcomes, alongside a presentation of the sources and the methodology I adopted. In particular, my presentation will first introduce Saint Ignatius' Letter to the Romans alongside its Greek and Slavonic manuscript tradition.
Among the corpus of seven letters attributed to Ignatius of Antioch, a second-century bishop of Antioch, the Letter to the Romans (CPG 1025.4) is very interesting. It was addressed to the community in Rome after Ignatius, sentenced to death, had to travel to Rome. The Letter to the Romans differs from the others since it is the only letter embedded in the Martyrdom of Ignatius = Passio (BHG 0813) – given its content related to Ignatius’ visions on martyrdom. Furthermore, it is the sole Ignatius’ letter to have been translated into Slavonic. Nine manuscripts transmit the Passio Ignatii (BHG 0813) in Greek. Seventeen manuscripts, dated or datable between the fourteenth and the sixteenth century, preserve the Slavonic version of Ignatius’ Passio and are known in South Slavic and East Slavic redactions. Next to the Greek and Slavonic versions, it has Syriac, Arabic, Latin, Armenian and Georgian translations too. The poster also gives an account of the complex tradition of the Slavonic version(s). My focus is on the Pre-Metaphrastic version (BHG 0813), dated before the tenth-century revision of Symeon Metaphrastes (BHG 0815).
Among the Greek manuscripts, my presentation will concentrate on the so-termed Taurinensis (Torino, BNU, C.I.10 - Diktyon 63833) because, unlike other Greek manuscripts, it displays a remarkable closeness with the Slavonic manuscripts, especially with the witnesses of the earliest South Slavic version. These involve the Codex Athous Chilandaricus 644, an early fourteenth-century paper codex in Serbian orthography and the Manuscript of Vienna (Wien, ÖNB, Vindobonensis slav. 33), a late fourteenth-century reading also in Serbian orthography.
Furthermore, my thesis touches upon the methodologies I adopt to investigate my sources: palaeography, cultural linguistics, and translation theories. The palaeographic part entails comprehending the palaeographic and codicological characteristics of the manuscripts (deciphering, reading and dating a manuscript).
Meer lezen

Langs de zijlijn of buitenspel? Representatie van partners van voetballers in de Vlaamse sportpers van 1978 tot 1997 en hun ervaringen.

KU Leuven
2024
Maarten
Drossart
Voetballers zijn al decennialang gemediatiseerde figuren, die aandacht krijgen via verschillende media. Met name sinds het begin van de 21ste eeuw zorgde dit ook voor een toename in aandacht voor hun respectievelijke partners, de Zogenaamde WAGs, Wives and Girlfriends. Dit onderzoek tracht een bijdrage te leveren rond de representatie van vrouwen van voetballers in de media in de periode vóór de toegenomen aandacht rond hun figuur, specifiek van 1978 tot 1997. Daarnaast gaat dit onderzoek ook dieper in op de ervaringen van vrouwen getrouwd met een profvoetballer op het einde van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw. Dit onderzoek bevindt zich door de focus op een marginale groep binnen de sportwereld op de kruising tussen sport- gender- en subalterne geschiedenis.
Dit onderzoek voerde een kwalitatief personderzoek uit op artikels uit Vlaamse sport- en voetbalmagazines zoals Sport ’80, Sport ’90 en Voetbalmagazine over een periode van 1978 tot 1997. Samen met artikels uit januari-edities van Het Laatste Nieuws, over een periode van 16 jaar (1980-1995), vormden deze het bronnencorpus. In de verschillende artikels kwamen de partners van voetballers via woord of beeld aan bod. Aan de hand hiervan kwamen verschillende vormen van representatie naar voren, met een sterke nadruk op traditionele vrouwelijke rollen als huismoeder of opvoedster van de kinderen. Daarnaast kwamen verschillende stereotypen naar boven die focusten op de zorgzaamheid van de vrouwen, de steun die ze boden of een focus op hun uiterlijk en vertoon. Verder waren er ook artikels die dieper ingingen op de partners zelf en dusdanig non-stereotiepe representaties vormden, wat vernieuwend was in vergelijking met gelijkaardig onderzoek.
De vrouwen die dit onderzoek interviewde bespraken zowel hun privéleven, hun omgang met de media als hun positie en rol binnen de voetbalwereld. Hierbij gaven de vrouwen wat betreft hun privéleven aan dat zij verantwoordelijk waren voor zowel het huishouden als de zorg over de kinderen, mede door de carrières van hun echtgenoten. Zij waren zich bewust van hun persoonlijke opofferingen en rationaliseerden deze vanuit andere positieve neveneffecten verbonden aan een voetbalcarrière, zoals de mogelijkheid tot verschillende mooie reizen. Dit kwam grotendeels overeen met ander onderzoek naar sporthuwelijken. Wat betreft media-aandacht, gaven de vrouwen aan hier geen belang aan te hechten, en hadden zij tevens het gevoel dat deze tijdens de spelerscarrières van hun echtgenoten tot op zekere hoogte voor hen beperkt was. Wat betreft hun positie binnen de voetbalwereld waren de vrouwen zich bewust van hun marginale positie, wat zij niet negatief ervaarden. De voetbalwereld bood hen herinneringen waar ze zeer positief op terugkeken, zoals het verkrijgen van een nieuwe sociale kring. Al bij al hielden de vrouwen overwegend positieve herinneringen over aan de actieve spelerscarrières van hun echtgenoten.
Meer lezen

The Performing Person. Judith Butler and Wojtyla on Gender

KU Leuven
2024
Bram
Schreurs
Over the last thirty years, gender has become an increasingly hotly debated topic within the Roman Catholic
Church. The core of the debate seems to revolve around the nature of gender. On one side stand gender
scholars such as de Beauvoir, Wittig, and Butler who regard gender as socially constructed. Butler as the
most influential philosopher of gender suggested that gender is performative. It has no particular basis in
nature but it is rather in performing acts that the reality of gender comes to be. On the other stands a reading
of gender as undetachable from biological sex. Readings of the latter sort often draw upon John Paul II’s
complementarian anthropology as sketched in his Theology of the Body. However, as an academic in
philosophy, Karol Wojtyła developed an understanding of the human person as constituted through their
acts in his book Person and Act. Due to the similarity in the concept of performed gender and that of the
enacted person, the following question arises: how does gender fit within Wojtyła’s understanding of the
person and how does this add up to John Paul II’s later complementarian anthropology?
To answer these questions, the first chapter will outline gender performativity as Judith Butler
understands is. However, the emphasis is placed on performativity rather than gender per se. Therefore, the
chapter first explores the roots of Butler’s gender performativity in the performative speech theory of J.L.
Austin. Thereafter Butler’s own contributions and adaptations to Austin’s framework are explored. The
main takeaways constitute the definition of performativity as a new reality established through acting act
as well as the insight that any performance is by definition rooted in social conventions.
In the second chapter, the primary findings of Karol Wojtyła in Person and Act are examined in
relation to Butler’s concept of performativity. Wojtyła presents an analysis of the human person in which
the person itself is constituted, changed, even “made”, through acts. The chapter goes on to illustrate just
how similar Butler’s concept of performativity really is to Wojtyła’s understanding of the establishing of
the person through the act. From there on several other similarities and differences between both authors
are explored, showing them to be better read in tandem than as opposed to one another.
In the third and final chapter, we explore where performative gender would fit in Wojtyła’s
framework established in Person and Act. This exploration results in the finding that gender is more
properly understood as part of the acting, personal capacities of the human person rather than their
biological nature. From this intermediary conclusion, the chapter shifts focus to John Paul II’s Theology of
the Body to see whether Person and Act’s personalistic framework is applied correctly when it comes to
gender. The thesis concludes that it is not because Theology of the Body intertwines biological sex with
gender, thereby not doing justice to gender as part of the person and as constituted in the act.
The entire thesis comes together in a brief conclusion about the performance of drag, summarising
the main points and showing how drag is met with different responses by Karol Wojtyła and John Paul II.
Meer lezen

Natuurbescherming in het openbaar groen

VIVES Hogeschool
2024
Marion
Logghe
In deze studie wordt onderzocht hoe Conservation Gardening kan toegepast worden binnen openbaar groen. Dit gebeurt aan de hand van een uitgebreide marktanalyse waarin de beschikbaarheid van vaatplanten die op de Rode Lijst van Vlaanderen staan op webshops wordt nagetrokken. Van de beschikbare planten word de standplaats afgeleid aan de hand van de Ellenberg-indicatorwaarden. Vervolgens worden de verschillende standplaatsen van elkaar gescheiden, gedefinieerd en gegoten in meerdere keuzetabellen. Dit alles wordt samengebracht in een uitgebreide, maar overzichtelijke Excel-werkmap die gebruikt kan worden bij het bepalen van welke planten in verschillende situaties toegepast kunnen worden. Ten slotte worden enkele praktische cases uitgewerkt van beplantingsplannen in openbaar groen, ter inspiratie voor groenbeheerders en groendiensten.
Meer lezen

PLEIDOOI VOOR BROEDRUIMTE

Universiteit Gent
2024
Jef
Potargent
  • Astrid
    Berlengé
DEEL 1: ATLAS VAN BROEDPLEKKEN:
In een continu veranderende maatschappij, lijkt een verlies van het
gemeenschapsgevoel op te treden. Om de uitdagingen die voor ons
liggen te lijf te gaan, lijkt er een nood aan een nieuwe maatschappelijke
infrastructuur. Een infrastructuur die erin slaagt mensen samen te brengen,
een concreet antwoord te bieden op hedendaagse vragen en wijken te
transformeren tegen ongewenste stedelijke tendensen in. Deze plekken
lijken te ontstaan, vaak bottom-up en kleinschalig maar met lokaal
een grote impact. Mensen werken samen op nieuwe manieren en gaan
inventief te werk om hun eigen leefwereld en die van andere mensen in
hun omgeving vorm te geven. Hetzij uit noodzaak, hetzij uit persoonlijke
motivatie, wordt er zo concreet gewerkt aan een nieuwe typologie binnen
de sociale infrastructuur.
Dit eerste luik van deze (tweedelige) thesis probeert een begrip te
maken van dit soort plek en bloot te leggen welke instrumenten en
strategieën erachter schuilen. Vooraleerst werd na een eerste verkenning
een afbakening gemaakt van geschikte cases, op basis van een aantal
kenmerken die wij als noodzakelijk aanvoelden. Deze filter werd uitgedrukt
aan de hand van het begrip ‘broedplekken’. Zich verhoudend ten opzichte
van anderen die dit begrip reeds gebruikten, formuleerden we een eigen
definitie voor het begrip aan de hand van drie pijlers: het concretiseren van
maatschappelijke thema’s, het vooropstellen van sociaal kapitaal en het
adaptief karakter.
Deze drie kenmerken omvatten alle bekeken cases maar leveren zeker
geen eenduidig resultaat op. In de manier waarop deze definitie tot uiting
komt, zit een grote verscheidenheid. Dit komt door de vele facetten waaruit
een broedplek bestaat. Om hier vat op te krijgen, bouwden we deze thesis
op in twee delen. Een eerste deel behandelt in zes afzonderlijke essays
een verschillend aspect omtrent broedplekken en bespreekt enkele
exemplarische cases, om zo te bouwen aan een bril om de broedplek te
bekijken. Deze werden geordend aan de hand van de drie kenmerken van
de definitie, om die gericht uit te diepen. In een 2de deel bekijken we dan
een selectie van zeven cases op alle facetten en maken we een grafische
vertaling van de inzichten die we kregen door verdere analyse. De twee
onderdelen samen brachten ons het besef dat ‘de ideale broedplek’ niet
te definiëren valt, maar dat we wel tot een waaier aan instrumenten,
strategieën en motieven komen die in wisselende samenstellingen achter
de cases schuilgaan.
Zo kunnen broedplekken testkamers zijn voor nieuwe aanpakken op bredere
maatschappelijke vraagstukken. Hun sterkte blijkt bovendien te liggen in
het verbinden van meerdere thema’s en zo testkamer te bieden richting een
duurzame transitie, zonder deze op zichzelf te proberen bewerkstelligen.
Het tweede en derde essay diepen de tweede pijler, het sociaal kapitaal,
uit. Zo blijkt een nauwe samenwerking met een stadsbestuur cruciaal
voor het duurzaam verder leven van een broedplek. Indien de verhouding
tussen de twee ontbreekt, lijkt de impact van korte duur. Daarnaast
lijken broedplekken ook een interessante piste voor stadsbesturen zelf,
aangezien ze een instrument kunnen zijn om aan gemeenschapsopbouw
te doen. Hiervoor is de toegankelijkheid van broedplekken cruciaal. Ze
willen zich enerzijds openstellen voor een breed publiek maar hebben
anderzijds nood aan drempels zodat bepaalde groepen zich er ook veilig
voelen. Een continue balans, waarbij zaken als de toegang, zichtbaarheid
en de symboliek van zowel het gebouw als de ingrepen hierop een rol
spelen. De derde eigenschap is die waarmee broedplekken zich het
meeste onderscheiden van bestaande typologieën: hun adaptief karakter.
We merken dat broedplekken vaak startten uit tijdelijke invullingen, wat
noopt tot een creatieve aanpak. Ze evolueren echter doorheen de tijd en
nemen zo meerdere gedaantes aan. Om hiermee om te gaan, is er een
bijzondere aandacht voor de infrastructuur die de brug maakt tussen de
vaak onaangepaste gebouwen en hun missie. Dit maatwerk zorgt voor een
flexibiliteit. Deze flexibiliteit uit zich in een multifunctionaliteit, zowel in tijd
als in ruimte, waarmee broedplekken zich onderscheiden van bestaande
publieke gebouwen. Deze kunnen zich hierdoor laten inspireren, al kunnen
ze de aanpak ook niet zomaar kopiëren.
Deze thesis legt zo veel bloot, al roept ze evenveel vervolgonderzoeken
op. Daarom werd er in drie vervolgonderzoeken dieper ingegaan op een
bepaald thema via ontwerpend onderzoek. Deze steunen op de lessen die
uit deze Atlas getrokken werden en proberen enkele bijkomende vragen te
beantwoorden.

DEEL 2: PLEIDOOI VOOR BROEDRUIMTE: De Herontwikkeling van het Maria-Magadalenaklooster naar een semi-permanente broedplek. Dit werk sluit aan op de ‘atlas van broedplekken’ een casuïstische analyse van broedplekken. Broedplekken zijn stedelijke laboratoria, die zowel sociale als ruimtelijke weefsels verdichten door maatschappelijke uitdagingen te concretiseren
op een plek. Ze stellen de ontwikkeling van sociaal kapitaal voorop en zijn constant in evolutie. Ze hebben een adaptief karakter waardoor ze kort op de bal kunnen spelen bij veranderingen in de maatschappij.
Uit de analyse in de atlas leerden we dat tijdelijkheid een handig middel kan zijn voor broedplekken. Een tijdelijke bezetting zorgt ervoor dat men flexibel moet zijn op ruimtelijk en organisatorisch vlak. Het geeft broedplekken het vermogen om snel te kunnen reageren op de urgente behoeften van de buurt. Een tijdelijke opzet heeft een sociaal-experimenteel karakter dat lokale buurtontwikkeling kan ondersteunen. Tegelijk dwingt tijdelijkheid een noodgedwongen afscheid af. Duurzame oplossingen vragen om stabiliteit, wat tijdelijke invullingen niet altijd kunnen bieden. Het maakt broedplekken
dus ook kwetsbaar. Gebruikers worden aan de deur gezet vanaf dat de renovatie of herontwikkeling van de site begint. Het engagement gaat zo verloren en sociale linken worden verbroken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit niet gebeurt? ‘Een Pleidooi voor broedruimte: De herontwikkeling van het Maria-Magdalenaklooster naar een semi-permanente broedplek’ handelt over de paradoxale aspecten van tijdelijke buurtontwikkeling, toegepast op de case Mona van Toestand in het Maria-Magdalenaklooster. Het doel van Toestand is om de lokale partners en de buurt tijdelijk te begeleiden om een gezamenlijke plek te maken voor en door iedereen, met de hoop dat ze hierna op hun eigen benen kunnen staan. De sociale impact primeert in het project van intensieve maar kortstondige ondersteuning. Het model van Toestand, gefocust op
tijdelijkheid, heeft echter haar limieten. Wat gebeurt er na hun vertrek? Het moet sommige initiatieven alleen achterlaten, wat het succes van buurtontwikkeling en sociale ondersteuning ondermijnt. Kan deze tijdelijke invulling ook fungeren als een test voor
toekomstig gebruik van de ruimte die niet alleen de buurtontwikkeling ondersteunt, maar ook helpt bij de herontwikkeling van een site? Wat kunnen we leren uit deze tijdelijke
bezetting en welke aspecten nemen we mee om de toekomst van dit klooster vorm te geven?
Deze thesis zoekt via ontwerpend onderzoek naar manieren om een semi-permanente broedplek vorm te geven, die tijdelijkheid met stabiliteit combineert. We gebruiken deze tijdelijke invulling als hefboom om het Maria-Magdalenaklooster te
herontwikkelen. We verbeelden drie verschillende toekomstscenario’s voor
het Maria-Magdalenaklooster. De architecturale ontwerpen van de broedplek gaan om met de paradox van tijdelijkheid door de stabiliteit van een langetermijnvisie en de wendbaarheid van tijdelijkheid te combineren. Voortbouwend op het engagement van Toestand zoeken de toekomstscenario’s naar een balans tussen de belangen van de private eigenaar, de gebruikers en de buurt. De scenario’s focussen op de samen-
werking tussen actoren en programma’s en werken met minimale architecturale ingrepen. Ze zijn gestructureerd volgens een tijdlijn, een stappenplan dat het traject richting de toe-
komst bevattelijk probeert te maken. Vanuit de reflectie op de ontwerpen destilleren we tot slot de essentie. We maken een pleidooi, formuleren eisen die als advies kunnen dienen bij de herontwikkeling van het Maria-Magdalenaklooster.
Meer lezen

NAAR EEN GEBRUIKSGESCHIEDENIS VAN DE VROEGMODERNE GENTSE ALMANAK: AUTEURS, GEBRUIKERS EN DE NOOD AAN CENSUURMAATREGELEN.

Universiteit Gent
2024
Lisa
Michiels
Mijn scriptie onderzoekt de rol van astrologische almanakken in het dagelijks leven van de Gentenaar in de 16e en 17e eeuw. Deze kalenders, bevatten astrologische voorspellingen, en waren destijds enorm populair. Mijn onderzoek kijkt naar de sociale status en opleiding van de auteurs, de afnemers (individuen, gilden, ambachten en de overheden), en de vormen van censuur die erop werden toegepast. De kerk en staat probeerden de almanakken te reguleren vanwege hun invloed op het volk, maar ook commerciële censuur door drukkers speelde een rol. Mijn scriptie wil tonen hoe diep astrologie geworteld was in de Gentse samenleving.
Meer lezen

Materialen en technieken in Rubens' Tronende Madonna omringd door heiligen

Universiteit Antwerpen
2024
Emma
Balduck
Deze masterproef analyseert het schilderij “Tronende Madonna omringd door heiligen” (1628) van Peter Paul Rubens, onderdeel van het project “Studio Rubens” in het KMSKA, Antwerpen. Het onderzoek documenteert de levensloop van het schilderij en analyseert gebruikte materialen, technieken en de impact van eerdere restauraties door historische gegevens te koppelen aan materiaal-technische analyses. Het doel is om restauratoren te ondersteunen bij de huidige restauratie van het schilderij.
Meer lezen

'Eene wel ghepoliceerde stadt' Een analyse van de Antwerpse stadsgeboden en hun verband met de vorstelijke ordonnanties, 1585-1622

Universiteit Gent
2024
Brent
Lievens
De opzet van deze scriptie is om te achterhalen met welke thema's het Antwerpse stadsbestuur zich bezig hield in zijn regelgeving tussen 1585 en 1622. De periode na de val van de stad krijgen traditioneel immers minder aandacht dan de 'gouden eeuw' die haar voorafgaat. Na een bespreking van de historische context en een nadere analyse van de gebruikte bron, maak ik een analyse van de thema's die in de regels, ofwel geboden, aan bod komen. Ook het discours in de geboden komt hier aan bod. Tot slot onderzoek ik ook het verband van de lokale regels met de regels die door de vorst werden uitgevaardigd. Op die manier krijgen we een inzicht in de eventuele taakverdeling tussen stad en vorst.
Meer lezen

Vervreemde wereld. Een onderzoek naar de actuele vervreemdingsvormen binnen productie- én consumptie-as van de samenleving

Vrije Universiteit Brussel
2024
Marie
Claerhout
In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre het negentiende-eeuwse marxistische concept van 'vervreemding' nog steeds relevant is in de hedendaagse samenleving, zowel binnen de productie- als de consumptiesfeer van het economische systeem. Een diepgaande reflectie op de moderne samenleving onthult een verontrustende realiteit: vervreemding is niet alleen een historisch artefact, maar eerder een veelvoorkomend
fenomeen dat doorsijpelt in zowel productie- als consumptieprocessen. Op basis van een bijgewerkte interpretatie van Marx' theorie van vervreemding worden de losgekoppelde relaties tussen individuen, hun productie- en consumptieproducten, medemensen en het sociaaleconomische systeem blootgelegd. Moderne ontwikkelingen, waaronder consumentisme en flexibilisering, versterken dit fenomeen. De bevindingen wijzen op de complexiteit en interconnectie tussen moderne economische structuren en culturele systemen en suggereren dat een herwaardering van duurzame alternatieven en gemeenschapsgerichte waarden cruciaal is om
een vervreemde wereld te kunnen transformeren in een verbonden wereld.
Meer lezen

Eeuwige herinnering: Een onderzoek naar hoe we onze overledenen herdenken in ons interieur.

Universiteit Hasselt
2024
Anna
Loos
Op woensdagnamiddagen genoten we samen van wafels en pannenkoeken, speelden we spelletjes die ik bedacht en waar ze enthousiast aan deelnam, en elke zondagavond schoof ik bij haar aan tafel voor het avondeten. Zelfs tijdens potjes solitaire waren we niet vies van een beetje vals spelen om toch maar te kunnen winnen. Al deze kostbare herinneringen zijn samengebracht in een doodsprentje dat staat op een kastje in mijn kamer. Ik noemde haar altijd “Ma”, een naam die niet alleen door mij, maar ook door velen in mijn omgeving werd gebruikt. Haar overlijden op 19 oktober 2020 kwam niet geheel onverwacht, maar het raakte me desondanks.

Tijdens mijn studie ontdekte ik de diverse aspecten van interieurarchitectuur en raakte al
snel gefascineerd door de kunst van het creëren van persoonlijke ruimtes. Dit bracht me tot diepere reflectie over hoe we een omgeving kunnen vormgeven die echt bij ons past. Zo startte ik mijn verkenning naar hoe we meubels voor katten in ons interieur kunnen integreren. Maar wat met de dood? Iets dat zich vaak in een taboesfeer bevindt. In dit onderzoek wil ik me dan graag richten op dat persoonlijke plekje in je woning waar we de eeuwige herinnering aan onze dierbare kunnen laten voortbestaan.
Meer lezen

De Sint-Martinuskerk te Beveren, een immersieve beleving via een audiovisuele rondleiding.

Odisee
2024
Robin
Van Mieghem
Tijdens een ‘onderdompelende’ activiteit in de kerk van Beveren gaf een leerling aan dat de ervaring bijzonder was. Deze spontane opmerking ligt volledig in de lijn van wat bisschop Lode Van Hecke en leraars godsdienst ook reeds stelden, namelijk dat er in het secundair onderwijs binnen het vak r.-k. godsdienst onvoldoende aandacht wordt besteed aan geloofsbeleving.

Draagt een te rationeel opgezet godsdienstonderwijs bij tot een groeiende vervreemding tussen leerlingen en de godsdienst met bijhorende geloofsbeleving? Dit onderzoek verkent de hypothese of een immersief bezoek aan een gebedshuis de geloofsbeleving, de motivatie voor en prestaties in het vak r.-k. godsdienst verbeteren. Specifiek wordt gekeken naar de impact van een immersieve audiovisuele rondleiding in de Sint-Martinuskerk te Beveren.

Het onderzoek begon met een uitgebreide literatuurstudie naar didactiek. Twee klassen van de Sint-Maarten Bovenschool in Beveren namen deel: het 6de jaar verzorging kreeg reguliere lessen, terwijl het 7de jaar kinderzorg en thuis- en bejaardenzorg een audiotour door de kerk volgde. De controlegroep kreeg een traditionele les met PowerPoint-foto's, terwijl de experimentele groep zelfstandig de kerk ontdekte via de ErfgoedApp en hierbij ook de mogelijkheid kreeg om de stilte te beleven.

Toetsen en enquêtes werden gebruikt om de invloed van geloofsbeleving op prestaties en motivatie te meten. Observaties ondersteunden deze bevindingen.

De spectaculaire resultaten tonen aan dat leerlingen die deelnamen aan de audiotour hogere en consistentere scores behaalden dan degenen die reguliere lessen volgden. De experimentele groep was ook meer gemotiveerd. Dit suggereert dat praktijkervaringen, zoals kerkbezoeken, waardevolle aanvullingen zijn op traditioneel onderwijs en bijdragen aan betere lesmethoden en motivatie in het godsdienstonderwijs.

Leerlingen die de kerk bezochten, scoorden hoger op kennisvragen en toonden meer motivatie en interesse dan de controlegroep. Hoewel de bevindingen positief zijn, blijft de generaliseerbaarheid beperkt door de kleine steekproef en de eenmalige uitvoering van het onderzoek. Voor sterkere conclusies is herhaling met een grotere en diverse steekproef nodig.

Andere scholen kunnen leren dat praktijkervaringen, zoals kerkbezoeken, significant bijdragen aan de motivatie en prestaties van leerlingen. Het is echter belangrijk om rekening te houden met kosten, audiovisuele middelen en voorbereiding door de leerkracht, evenals de lokale context en behoeften van de leerlingen.
Meer lezen

Rituele passage

KU Leuven
2024
Lanaya
De Naeyer
Deze masterproef is tot stand gekomen binnen de opleiding Interieurarchitectuur aan de KU Leuven, met als thema ‘The Bright Side of the Moon’. Deze publicatie biedt een inkijk in het ontwerpend onderzoek voor de masterproef ‘rituele passage’. Het onderwerp werpt een kritische en deconstructivistische blik op de transitie die plaatsvindt bij nabestaanden. Het onderzoek is voortgekomen uit persoonlijke ervaringen met plotseling verlies en het herbestemmen van ‘toegangbare plekken’ in zowel kerkgebouwen als publieke ruimtes. Als toekomstig interieurarchitect streef ik ernaar om telkens het persoonlijke, zowel van mezelf als van mijn omgeving, te integreren in het ontwerp, waardoor het begrip ‘interieur’ zich ontwikkelt tot een breder concept zonder grenzen.
Ik wil graag mijn dank uitspreken aan mijn begeleidende docenten, Tom Callebaut, Ignaas Back, Hilde Bouchez en Klaas Vanslembrouck, voor hun waardevolle begeleiding, kritische inzichten en motivatie tijdens het proces. Daarnaast wil ik mijn familie en vriend bedanken, en in het bijzonder mijn overleden vader, die mij altijd heeft gesteund en geholpen gedurende deze jaren. Deze masterproef is voor ons, papa.
Meer lezen

zorggarantie voor ouders met een verstandelijke beperking

VIVES Hogeschool
2024
Eva
Laperre
  • Chanel
    Bonte
  • Rhune
    Dessein
  • Eva
    Laperre
  • Drieke
    Linseele
  • AnnaÏgue
    Mathurel
  • Margot
    Moons
  • Nyobe
    Saelens
  • Margo
    Vandekerkhove
We maakten een woord- en beeldverhaal. Dit konden we maken door een uitgebreide literatuurstudie te doen en een kwalitatief onderzoek uit te voeren. Dit woord- en beeldverhaal is gemaakt voor ouders met een verstandelijke beperking om zorggarantie en een zorgtafel uit te leggen. Hiernaast maakten we ook een handleiding, deze handleiding is bedoeld voor de aanmelders. De handleiding bevat het woord- en beeldverhaal met extra informatie over wat er moet verteld worden bij elke prent.
Meer lezen

HET BEROEP INFLUENCER: Een kwalitatief onderzoek naar Vlaamse influencer praktijken

Vrije Universiteit Brussel
2023
Noor
Peeters
“Het beroep Influencer" is een kwalitatief onderzoek naar Vlaamse influencer praktijken, dat sociale media influencers benaderd vanuit een professioneel en beleidsmatig perspectief.
Meer lezen

Hinkende homohuwelijken binnen het IPR: een analyse van het Poolse IPR in het licht van het EU-recht en mensenrechten

Universiteit Gent
2023
Bartosz
Kryczka
Poolse administratieve autoriteiten weigeren buitenlandse huwelijken van Poolse LGBT-koppels te erkennen. Deze scriptie staat grondig stil bij de vraag of deze praktijk verzoenbaar is met het Europees recht en mensenrechten.
Meer lezen

Een cultuurgeschiedenis van de cholera in Antwerpen in 1866: emoties, opvattingen en dagelijkse praktijken

KU Leuven
2023
Marie
Bruyndonckx
Genomineerde shortlist Scriptieprijs
In mijn meesterproef bestudeerde ik hoe de inwoners van Antwerpen de cholera beleefden in 1866. Meer specifiek keek ik naar de opvattingen, dagelijkse praktijken en emoties die met de infectieziekte gepaard gingen. Door kennis verkregen uit verschillende bronnen – archiefmateriaal zoals brieven, dagbladen, medische tijdschriften, rapporten, preken en boeken – samen te brengen met kennis uit de literatuur kon de analyse bijdragen aan het onderzoeksveld van de medische geschiedenis.
Meer lezen

Gestandaardiseerde toetsen voor gelijke onderwijskansen. Een mixed-method onderzoek naar de invloed van netgebonden toetsen op het getuigschrift basisonderwijs

Universiteit Antwerpen
2023
Stijn
Kerkhofs
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Het onderzoek analyseert het gebruik van gestandaardiseerde toetsen om gelijke onderwijskansen voor leerlingen met een lage sociaaleconomische status te verbeteren. Het richt zich specifiek op hoe leerkrachten de gegevens uit netgebonden toetsen gebruiken bij het toekennen van getuigschriften in het basisonderwijs.
Meer lezen

De architecturale referenties in Henri Lefebvres manifest Vers une architecture de la jouissance. Een kritische analyse.

Universiteit Gent
2023
Anne-Sophie
De Clercq
Vijftig jaar geleden schreef Frans filosoof en neomarxist Henri Lefebvre het manifest 'Vers une architecture de la jouissance' in context van een onderzoeksproject rond de Spaanse toeristische dorpen en steden en de 'architecture of pleasure' die hier gevonden kan worden. In deze masterproef wordt dit manifest op een nieuwe manier toegankelijk gemaakt, gefocust op de architect. Dit gebeurt aan de hand van de visualisatie van de architecturale referenties en een aantal verkennende essays die een beeld schetsen van waar jouissance mogelijks in kan huizen.
Meer lezen

Hoe zetten we in op het preventief informeren over rouw en verlies binnen het lager onderwijs bij kinderen van 6-9 jaar?

Hogeschool Gent
2023
Maïté
Impens
  • Lies
    De Galan
Binnen deze scriptie wordt het belang van een preventieve werking omtrent rouw en verlies bij lagere school kinderen weergegeven. Preventief werken rond rouw en verlies is niet vanzelfsprekend. Om die reden bevat deze scriptie een zelfgemaakt lespakket met als doel de leerkrachten in staat te stellen het onderwerp bespreekbaar te maken binnen de lagere school. Meer specifiek is er een handleiding voor de leerkracht, een werkschrift en verhaal voorzien.
Meer lezen

Justus Lipsius als vaderlander: De beeldvorming van Justus Lipsius in België van 1853 tot 1947

KU Leuven
2022
Joachim
Hoste
Deze masterproef gaat over de beeldvorming van de humanist Justus Lipsius van 1853 tot 1947. Hij paste binnen de herdenking van grote historische figuren om de natiestaat te legitimeren. Voor Leuven, Overijse en Ath riep hij lokale trots op. Lipsius werd vooral geëerd als groots wetenschapper. Maar in 1909 vond de liberale pers hem helemaal niet erenswaardig en bekritiseerde zijn intolerantie.
Meer lezen

De Sint-Rochuskerk (1925-1928) te Halle: een innovatieve betonbouw

Vrije Universiteit Brussel
2022
Bart
Pierreux
Deze masterproef onderzoekt de Sint-Rochuskerk in Halle (Vlaams-Brabant), een innovatieve betonbouw in België, gerealiseerd in 1928. De kerk werd met een complexe genese opgetrokken in het interbellum door de samenwerking van drie architecten. Ondanks haar innovatieve karakter werd de kerk nog niet eerder wetenschappelijk bestudeerd.
Meer lezen

Aantekeningen van een student

LUCA School of Arts
2022
Flor
Maesen

Aantekeningen van een student is een bundeling fragmenten geschreven gedurende één jaar. Het bestaat uit beschrijvingen van dromen, verslagen van visuele geestelijke reizen, notities, tekeningen en beschrijvingen van wereldbeelden uit andere culturele tradities. Het toont de rijkdom van de menselijke fantasie en overtreedt de gangbare ideeën met betrekking tot het geestelijke aspect van mens-zijn.
Meer lezen

Voltooid leven in de verleden tijd? Een exploratie van levensmoeheid bij Belgische ouderen vanaf 1850

KU Leuven
2022
Stefanie
Meul
Deze masterproef is in de eerste plaats een begripsgeschiedenis van levensmoeheid. Door de vermeldingen van levensmoeheid in historische bronnen vanaf 1850 onder de loep te nemen en deze historisch te kaderen wil dit onderzoek de totstandkoming van het huidige fenomeen verklaren. Daarnaast krijgen ook onderwerpen als zelfdoding, psychiatrische diagnostiek en ouderdom een historische uitdieping. Het huidige concept voltooid leven is immers een clusterbegrip, wat de complexiteit van de problematiek mee verklaart.
Meer lezen

‘Souls as dark as their skin’ or ‘bright black gentlemen’?: The ambivalent discourse about Congolese ‘petits boys’ in Belgium (1885- 1914)

KU Leuven
2022
Thomas
Dirven
Analyse van het discours in de Belgische pers tussen 1885 en 1914 over de aanwezigheid van Congolese 'petits boys' in België.
Meer lezen

ARCHEOLOGIE VAN DE LAATMIDDELEEUWSE ‘HETEROSEKSUALITEIT’ Onderzoek naar ‘heteroseksualiteit’ in de late middeleeuwen in de Lage Landen aan de hand van seksuele insignes.

Vrije Universiteit Brussel
2021
Lisa
Fenucci
Onderzoek naar ‘heteroseksualiteit’ in de late middeleeuwen in de Lage Landen aan de hand van seksuele insignes.
Meer lezen

Muziek in erfgoed Herbestemming van monumenten tot concertzalen in Vlaanderen

Universiteit Antwerpen
2021
Raphael
De Mey
Deze thesis beoogt om op basis van voornamelijk akoestisch theoretische toetsing van bestaande cases en hun erfgoedwaarden enkele algemene aandachtspunten mee te geven die een tool kunnen zijn bij het herbestemmen van monumenten tot concertzalen.
Meer lezen

ARCHEOLOGIE VAN DE LAATMIDDELEEUWSE ‘HETEROSEKSUALITEIT’ Onderzoek naar ‘heteroseksualiteit’ in de late middeleeuwen in de Lage Landen aan de hand van seksuele insignes.

Vrije Universiteit Brussel
2021
Lisa
Fenucci
Onderzoek naar ‘heteroseksualiteit’ in de late middeleeuwen in de Lage Landen aan de hand van seksuele insignes.
Meer lezen

Gender(on)gelijkheid in de sportwereld (1950-1980) "Moet hen onmiddellijk voldoening worden geschonken?" Belgische sportvrouwen en de instituties van het wielrennen, de atletiek en het voetbal

Universiteit Gent
2021
Maura
De Troyer
Belgische sportbonden weigerden voor een lange tijd om vrouwensport te erkennen. In 1950 mochten vrouwen voor het eerst officieel aan atletiek doen. Wielrennen kon pas in 1959 en voetbal in 1970. Op welke manier werden deze sporten georganiseerd? Wie waren de vrouwelijke pioniers in deze sporten en wat waren hun ervaringen met de sportbonden, feminisme, en de bredere samenleving?
Meer lezen

De belasting op tweede verblijven, een doorn in het oog van tweedeverblijvers en gemeentebesturen

Universiteit Gent
2021
Morgane
De Pourcq
Mijn scriptie geeft een duidelijk overzicht in de totstandkoming en evolutie van het belastingreglement op tweede verblijven met inachtneming van de rechtspraak en rechtsleer. Een aanzienlijk deel van de juridische aspecten betreft de belasting op tweede verblijven van de Vlaamse kustgemeenten.
Meer lezen