Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Rechtszekerheid en Rechtsbescherming bij wijzigend wetgevingsbeleid en wijzigend handhavingsbeleid

Universiteit Hasselt
2024
Carla
Nijssen
De centrale onderzoeksvraag waarop de masterscriptie antwoord zal geven, luidt: “Heeft de GSI de bevoegdheid om subjectieve rechten ontstaan uit een definitieve regularisatievergunning te ontnemen?”

Het ruimtelijk ordeningsrecht is een relatief jong recht en heeft reeds tot vele verzuchtingen geleid. Zo ook voor de bouwheer in de casus waarop deze rechtshistorisch beschrijving geïnspireerd werd.
De aanzet van het onderzoek is de werkwijze van bepaalde ambtenaren uit de handhavend pijler van de ruimtelijke ordening, die nadat een wederrechtelijkheid reeds jaren in rechte werd hersteld, en op basis van een niet meer actuele veroordeling waaraan initieel een dwangsom was verbonden, het probleem opnieuw in het leven roept en om in de opzet te slagen geen juridische kunstgreep schuwt.
Deze problematiek loopt al een twintigtal jaren waarvoor tot vandaag nog steeds geen oplossing is.
De scriptie beschrijft in drie opeenvolgende periodes het ruimtelijk ordeningsrecht. Met name, vanaf het ontstaan van de eerste organieke regelgeving in 1962 tot 1997 in het licht van de zonevreemde woning en de kentering in het handhavingsbeleid. Vervolgens de periode van het nieuwe tijdperk dat moeizaam tot stand komt vanaf 1998 tot begin 2003 in het licht van de regularisatievergunning. Tot slot wordt de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de centrale onderzoeksvraag onderzocht.

De casestudy beoogt deze zeer ernstige problematiek onder de noodzakelijke aandacht te brengen en als draad van Ariadne de eerste aspecten reeds aan te duiden die kunnen leiden naar de oplossing.
Meer lezen

‘Gradients in Vernacular Tissues: Navigating the Mekong Delta’ & ‘Bridging Cultures: Applying Mekong Delta Strategies in Flanders, a Case Study of Lint’

KU Leuven
2024
Ruben
Dejaegher
  • Hasse
    Peeters
Deze thesis onderzoekt hoe principes uit de vernaculaire of volksarchitectuur van de Mekongdelta toegepast kunnen worden op Vlaamse dorpen, zoals Lint. Door het analyseren van gradiënten van natheid, commons en urbanisatie, laat de studie zien hoe gemeenschappen in Cambodja en Vietnam in harmonie met hun omgeving leven. Het ontwerp voor Lint vertaalt deze lessen naar duurzame oplossingen, zoals modulair bouwen, collectief ruimtegebruik en intergenerationeel wonen. Het onderzoek biedt een alternatief voor de huidige Vlaamse ruimtelijke planning, dat gekenmerkt wordt door versnippering en individualistisch ruimtegebruik, en laat zien hoe gemeenschapsgericht en ecologisch verantwoord bouwen kan bijdragen aan sociale cohesie en veerkrachtige dorpen.
Meer lezen

Homeless(less) City: An Atlas of Spatial Practices and Lived Experiences from Restrictions to Support in Cape Town

KU Leuven
2024
Paulien
Daenen
  • Arthur
    Caels
  • Ann-Sofie
    Wens
Urban life is increasingly confronted with social and spatial injustices, as a consequence of turbocapitalism and its distorted frameworks impacting urban governance and bureaucracy. By means of the specific case study of Cape Town, a segregated city still carrying deep wounds from the Apartheid regime, this thesis investigates homelessness as one of the most tangible symptoms of surging inequality and urban crisis.

This study examines the city as a constellation of homeless architecture, either facilitating or hostile in nature, and in constant interference and interaction with one another. This lens is used in an interscalar way, straddling territorial and micro architectural scales. A constant imbalance manifests in this struggle over urban territory, and more particularly for urban land justice. The never-ending storyline of forced removals and evictions, lives on in the urban fabric. The built environment, urban legislation and vacant buildings are related to the homeless and anti-homeless architecture, structuring the dwelling culture of people experiencing homelessness within the city. The thesis’ objective, therefore, is to uncover the complexity of the homeless city, including the multi-layered urban tissue, the shelter and service system and the body to territory relations of urban residents experiencing homelessness.

The research, rooted in engaged fieldwork that took place in September - November 2023, together with spatial analysis and mapping, is conducted during the 2023-2024 academic year. A variety of homeless organizations, with different backgrounds, focuses, approaches and target groups, were fundamental stakeholders. They facilitated a closer interaction with and within the homeless network. Volunteering, outreach work and comprehensive interviews allowed us to gain insight into the complexity of the subject.

This study is developed as a graphic atlas, revealing how the hidden layers of homeless infrastructure are encapsulated in the socio-spatial anatomy of Cape Town. The atlas depicts both historical and current layers to provide insight into the contemporary city’s complex spatial dynamics and the role of homelessness therein.
Meer lezen

Scholen van verandering: de vernieuwing van schoolgebouwen door een verkenning van het ontwikkelingspotentieel op onderbenutte Vlaamse schoolterreinen

Universiteit Gent
2024
Toon
Van de Voorde
  • Julie
    Vandermersch
Vlaanderen telt ongeveer 20.000 schoolgebouwen, waarvan meer dan de helft vóór 1970 is gebouwd. Deze gebouwen zijn, ondanks hun belangrijke rol, nauwelijks vernieuwd, wat heeft geleid tot verouderde infrastructuur. Deze masterproef onderzoekt een alternatieve financieringsmethode vanwege lange wachttijden voor overheidssubsidies. Scholen werken hierbij samen met investeerders en projectontwikkelaars om commerciële en residentiële functies op hun terrein toe te voegen, als onderdeel van een duurzaam verdichtingsproject. De huurinkomsten kunnen vervolgens worden geïnvesteerd in de vernieuwing van de schoolgebouwen. Dit model stelt scholen in staat hun infrastructuur te vernieuwen zonder afhankelijk te zijn van overheidssubsidies, waardoor de druk op publieke middelen afneemt.
Meer lezen

Stalin door de lens van Nikita Michalkov de Burnt By The Sun-films als case study voor de veranderende geheugenpolitiek rond het stalinisme

Universiteit Gent
2024
Leander
Hanssen
Nikita Michalkovs 'Burnt by the Sun'-films als case study voor de veranderde geheugenpolitiek rond het stalinisme.
Meer lezen

De verborgen lagen van belle époque sgraffito: een Gentse casestudy

Universiteit Gent
2024
Febe
Buysse
De decoratietechniek sgraffito siert talloze gevels in Belgische steden en biedt hedendaagse wandelaars een blik op het straatbeeld van de belle époque. Deze prachtige decoraties vereisen echter aanzienlijke zorg om hun schoonheid te behouden, maar blijven vaak onderbelicht. Dit onderzoek richt zich op Gent als casestudy, met als doel de ontwikkeling van sgraffiti in de bloeiperiode van 1895 tot 1914 in kaart te brengen.

De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe heeft sgraffito zich in Gent ontwikkeld en wat maakt deze decoraties uniek op het gebied van stijl en techniek? Binnen een straal van 3 km worden specifiek 38 gebouwen en gebouwen-ensembles onderzocht. Deze selectie omvat ook sgraffiti uit het interbellum, gezien de directe invloeden van de sgraffito-techniek uit de belle époque. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, worden de decoraties en ontwerpers voornamelijk geanalyseerd via bronnenonderzoek, visuele analyse en archiefonderzoek. Dit leidt tot een indeling in vier groepen: sgraffito-pioniers, sgraffito-meesters, sgraffito-verkenners en sgraffito-erfgenamen, die samen de ontwikkeling van Gentse sgraffiti in kaart brengen.
Meer lezen

Sanda Dia: A symbol of grievances

Universiteit Gent
2024
Francesca
Waegemans
Dit artikel onderzoekt de zaak van Sanda Dia, wiens dood na een brute ontgroening in 2018 tot nationale verontwaardiging leidde en kwesties als klassenonrechtvaardigheid en racisme aan het licht bracht. Door gebruik te maken van multimodale inhoud en thematische analyse, onderzoekt dit onderzoek hoe mediahypes en mediatisering individuen kunnen transformeren in symbolen of martelaren voor bredere sociale problematiek. Deze studie gaat in op het concept van martelaren en de rol van visuele en tekstuele toeschrijvingen bij het communiceren van deze martelaarsverhalen. De casestudy van Sanda Dia illustreert hoe de VRT een martelaarsframe in stand houdt en co-creëert door gebruik te maken van iconische foto's, inclusief publieke opinies en daaraan verbonden institutionele kwesties. Bovendien onderstreept het de kracht van visuele frames tijdens mediahypes. Het onderzoek draagt bij aan het begrijpen van de dynamische relatie tussen media en publieke perceptie. Door middel van een uitgebreide analyse van visuele en tekstuele inhoud geeft dit artikel inzicht in de constructie van het martelaarschap in de hedendaagse media. De implicaties van de studie bieden een genuanceerd perspectief op hoe mediaframes zoals een martelaar kunnen worden gecreëerd en ondersteund door een zorgvuldig samenspel van nieuwsmedia en de publieke opinie
Meer lezen

Belonging Beyond Borders: Identity Narratives and Feelings of Belonging among South Sudanese Refugees in Northern Uganda

KU Leuven
2024
Nina
SOUDAN
Genomineerde shortlist Scriptieprijs
Continued mobility has spawned a renewal of interest in the saliency of borders, opposing strengthened border securitisation to a borderless and globalised world. Current representations of the modern sovereign territorial nation-state and reification of territorial borders are increasingly contested, argued to be inconsistent with the construction and delineation of borders and boundaries in non-territorial terms.

Drawing on a micro-analysis of borders and boundaries, the purpose of this thesis is to uncover a ‘thick description’ of the ways in which South Sudanese refugees navigate borders during their mobility trajectories across the borderland between Uganda and South Sudan. Following refugees’ mobility trajectories, this thesis further aims to explore the threefold relation between subjective perceptions of borders and boundaries, the circumscription of communities of belonging, and evolving identity narratives. The particular borderland between Uganda and South Sudan, used as case study for this thesis, is characterised by a range of dynamic cross-border interactions and relations between both sides of the international border. While borders can divide sub-ethnic and/or linguistic communities, borderlands also lead to the creation of new and complex identities, often interrelated through linguistic, tribal, and cultural ties, as the findings of this research have indicated.

Based on semi-structured interviews conducted in different refugee settlements in northern Uganda, the results highlight a multidimensional perception of borders among refugees: both in a literal and symbolic sense. Although a deep sense of longing for South Sudan, and subsequent national identification, remains, refugees have demonstrated differing nationalistic, tribal, and linguistic identifications. As identification is not a linear process, affected by the evolution of time and space, refugees have demonstrated a multi- layered and interrelated process of nationalistic, tribal, and linguistic identification, grounded across multiple locations at once. By rethinking the logic of borders beyond their territorial materialisation, and by including a symbolic dimension (referring to cross-border tribal and linguistic boundaries), this thesis illustrates the diversity and complexity underlying refugee’s sense of belonging and interrelated identity narratives, subjected to continuous processes of identity negotiations.
Meer lezen

Building resilience to climate change: impact of mulching on the soil water balance and potato growth

Universiteit Gent
2024
Oluwadamilare Emmanuel
Oloyede
Climate change has a significant impact on agricultural production because of its reliance on
environmental factors. Like in most parts of the world, the climate in Belgium is changing with
projections of increase in winter precipitation and decrease in summer precipitation. With
accompanying higher temperatures, evaporation will increase, and water availability will decrease,
especially in summer. It then becomes necessary to efficiently manage soil water for sustainable
crop production. While conservation agriculture is a promising climate smart agricultural
technology, it is often considered with less focus on mulching, one of the pillars of CA. In cases
where mulching has been studied, it was mostly under conventional tillage system, and about yield
and greenhouse gases emission. Since there is no one-size-fits all on soil water management. It is
imperative to conduct strategies suitable to local conditions. Potato is a staple crop in Belgium,
and it is drought sensitive. This makes it susceptible to effects of climate change. Therefore, this
research studied the impacts of mulching, under reduced tillage, on soil water balance and potato
growth as an adaptation strategy to climate change in the Flemish agricultural context.
A field experiment was conducted on a bio-parcel of the Flanders research institute for agriculture,
fisheries and food in Melle, East Flanders, Blegium. This study evaluated the effects of two
different mulch thickness (6 cm and 12 cm) against bare soil (no mulch) on evapotranspiration
(ET), potato growth, yield and water use efficiency (WUE). An adapted soil water balance
equation was used to determine ET; plant height and leaf area index (LAI) were used as parameter
of crop growth; and WUE was determined as a quotient of yield and ET. Data collected were
subjected to analysis of variance and significantly different means were separated using Tukey’s
Honestly Significant Difference (HSD) at 5% level of significance.
This study revealed that soil structural quality and soil water content improved under mulch; 12
cm mulch performed best in preventing drought stress during low rainfall; ET increased with
increasing mulch thickness though not significantly; 12 cm mulch significantly increased LAI
compared to other treatments; and yield and WUE were not significantly different among the
treatments though 6 cm and 12 cm mulch increased yield by 7.4% and 10.9% respectively.
Meer lezen

The Political Imperative of Public Space - Public sphere and space in the Brussels Capital Region

KU Leuven
2024
Gommaar
Van Reybrouck Van Gelder
This thesis explores the political imperative of public space in the Brussels Capital Region. The city-region, marked by administrative complexity and political stratification, is today also subject to a disconnect between citizens and representative democratic instances. This disaffection is exacerbated by broader political polarisation and hyper-politicization within Belgian society. Furthermore, despite discussions about a reappropriation of public space, true progress remains relative and often coincides with creeping processes of depoliticization.
Public space, however, plays a crucial role within the public sphere, which has been influentially theorised by Jürgen Habermas and Hannah Arendt. Habermas's historical analysis of the bourgeois public sphere highlights principles of accessibility, rational deliberation, and reasoned opinion-formation. This has been critiqued by Nancy Fraser for its exclusion of subaltern groups, leading to her concept of multiple counter-public spheres. Arendt in a different stance emphasises plurality as fundamental to politics, with the public sphere then being the site for action and speech.
The public sphere, although non-dismissible for forming critical public opinion and active citizenship in contemporary democracy, is today challenged by delocalisation and disembodiment. Therefore, in response to challenges to both sphere and space, the political imperative of public space proves essential to (re)consider. Public space must in this regard be seen as a relational entity with socio-physical and spatio-temporal dimensions. Characteristics such as accessibility, inclusivity, and potential for transgression are key, yet public spaces are more often dominated by patterns of e.g. securitization, privatization, and commodification.
The conceptualization of political public space in this thesis considers it as either a playground or a theatre, focusing on democratic performance of both citizens and architecture in itself. The general framework is subsequently applied to the case of the Brussels Capital Region. An analysis of XDGA’s non-realised design for the Schuman Square, a significant political and symbolic site, illustrates the potential and limitations of formal public spaces for embedding political action. In contrast, but refraining from hierarchisation, Filter Café Filtré Atelier’s OpenStreets project demonstrates the potential of informal public spaces to foster political engagement and activism around themes of common interest. The Decoratelier case study ultimately emphasizes the importance of genuine political engagement in public space, warning against superficial participation.
Addressing the political imperative of public space proves crucial for enabling citizen engagement within societal transformation. While public space alone cannot resolve polarisation, it can contribute by making abstract disagreements tangible and fostering continuous negotiation and debate. The thesis identifies key socio-physical and architectural considerations for evaluating the political imperative of public spaces, such as representation, control, and multi-publicity. The goal is to create a framework for spaces that represent both diverse publics and society, while enabling collective action and participation. After all, architects have a significant role in designing these spaces through re-engaging politics and aesthetics by treating space as an active participant in societal and political dynamics.
Meer lezen

The Agency of Wives of Diplomats through Charity: The Belgian Relief Fund in First World War Japan

KU Leuven
2024
Katelijne
Voorbij
Deze scriptie bevat een historische studie naar liefdadigheid georganiseerd door vrouwen van diplomaten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hiervoor werd een liefdadigheidsorganisatie die uitging van de Belgische Legatie in Tokio, het Belgian Relief Fund, gebruikt als casestudy. Door gebruik te maken van een uitgebreide verzameling van primaire bronnen, werpt deze scriptie licht op verschillende aspecten van liefdadigheid binnen een diplomatieke context.
Meer lezen

De lbSN woning heropgebouwd: Analyse van het hergebruikpotentieel en de financiële haalbaarheid

Universiteit Gent
2024
Imka
Laeremans
  • Elise
    Masschelein
Genomineerde shortlist NBN Sustainability Award
Genomineerde shortlist Scriptieprijs
Het traditionele lineaire model in de bouwsector heeft een aanzienlijke ecologische impact door grondstoffenontginning en afvalproductie. Hergebruik van bouwmaterialen kan deze impact verminderen, maar de kosten-effectiviteit is twijfelachtig. Deze masterproef onderzoekt welke materialen rendabel kunnen worden hergebruikt door een een kosten-batenanalyse uit te voeren op de materialen van de lbSN-woning van BLAF architecten. De woning wordt gedemonteerd en heropgebouwd bij de Verbeke Foundation. De analyse vergelijkt de kosten van demontage en verwerking met de prijzen van nieuwe materialen en die op de hergebruikmarkt. De nodige gegevens hiervoor werden verzameld door literatuur en gesprekken met betrokkenen
Meer lezen

Bridging The Gap Between Urban Planning and Development - Generating Value by Shifting Risk and Reward

Universiteit Gent
2024
Wouter
Coucke
De master thesis onderzoekt de complexe interactie tussen stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij het vormgeven van de gebouwde omgeving, gekenmerkt door een dynamisch samenspel van visie, onderhandeling en uitvoering tussen deze disciplines. Hoewel zowel ontwikkelaars als stedenbouwkundigen waarde hechten aan professionele samenwerking en erkennen dat dit leidt tot kwalitatief betere projecten en snellere goedkeuringen, wijzen de afgenomen interviews op het bestaan van een grote kloof, gekenmerkt door wederzijds wantrouwen, uiteenlopende doelstellingen en een uiteenlopend discours. Ontwikkelaars geven prioriteit aan winst en rendabiliteit, wat vaak botst met de lange termijnwaarde, de sociale impact en het gemeenschappelijk welzijn, waar stedenbouwkundigen zich op richten. Verschillende opvattingen over eigendomsrechten, een aanvaardbare vergoeding voor de genomen risico's, en verschillende visies omtrent de aanpak van het verdichtingsvraagstuk en de realisatie van betaalbare woningen, verergeren de kloof verder.

Vastgoedontwikkeling is een risicovolle, complexe, multidisciplinaire en kapitaalintensieve onderneming die de interactie en afstemming van verschillende belanghebbenden en een actief risicobeheer vereist. Wanneer risico's correct zijn geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, kunnen ze worden beheerst door deze te vermijden, te elimineren, te verminderen, te delen, over te dragen en uiteindelijk het restrisico te accepteren. Hoewel risicobeheer een complexe is, is het zeker niet uitsluitend een rationele benadering. Ervaring speelt ook een rol, en de risicoperceptie van ontwikkelaars wordt onder meer beïnvloed door de verwachtingen van consultants, financiële instellingen en investeerders.

Vanuit een stedenbouwkundig perspectief zijn de maatschappelijke risico's breder en de relevante tijdshorizon veel langer dan de doorlooptijd van het ontwikkelingsproces. Het vermogen van een projectontwikkelaar om risico's te delen of zelfs over te dragen aan een andere partij hangt grotendeels af van de professionaliteit en onderhandelingskracht van die andere partij. Hoewel ervaringen met publiek-private samenwerkingen niet eenduidig zijn, bieden ze wel het potentieel om ontwikkelingsrisico's te delen en de nodige publieke capaciteit en competenties op te bouwen om risico's te begrijpen en zelfs te beheren.

Het bereiken van een evenwicht tussen private ambities en maatschappelijke impact is een cruciaal element van stedenbouw en ontwerp. Dit evenwicht wordt vaak aangeduid als de 'kwaliteit' of 'waarde' van het project. Er bestaan echter verschillende waardebegrippen en deze worden in de masterthesis onderzocht. Ruilwaarde verwijst naar de waarde van een goed of dienst in handel, vaak uitgedrukt in geld. De focus op ruilwaarde geeft vaak voorrang aan monetair gewin onder het kapitalisme, waardoor bredere sociale en culturele waarden, die een belangrijke rol spelen in stedelijke ontwikkeling, mogelijks worden verwaarloosd. De conceptie van stedelijke ruimte wordt beïnvloed door dominante visies op sociale en culturele gebruikswaarde en veel minder door persoonlijke emotionele waarden. Het heersende regime, waarvan de stedenbouwkundigen de vertegenwoordigers zijn, controleert de productie van sociale ruimte door middel van de conceptie ervan , en dit kan botsen met de puur economische focus op ruilwaarde, vaak aangenomen door projectontwikkelaars.

Effectieve kwaliteitsborging in ruimtelijke ontwikkeling vereist duidelijke discussies tussen ontwikkelaars en autoriteiten over de onderliggende aannames, ambities en strategieën om een goed projectresultaat te bereiken. Om stedelijke kwaliteit te evalueren, is een genuanceerde en veelzijdige benadering noodzakelijk. Kwaliteitskamers, opgericht in allerlei vormen om projectkwaliteit te evalueren en te waarborgen, missen formele autoriteit en een coherente aanpak, en de toepassing ervan wordt niet dooer iedereen positief beoordeeld. Het is daarom aangewezen om de noodzaak en de werking van deze kwaliteitskamers te evalueren en desnoods te herzien.

De algemene uitkomst van de interviews is een falen van een effectief ruimtelijk beleid in Vlaanderen. De centrale Vlaamse overheid wordt als zwak en afwezig beschouwd, terwijl kleinere lokale overheden onderbemand en niet toegerust zijn om complexe vergunningsaanvragen aan te pakken. De 'laissez-faire'-aanpak kan historisch worden gesitueerd, maar heeft geleid tot een ongekende verstedelijking, aangejaagd door kansen voor grondeigenaren om speculatieve waarde te creëren en te behouden door het verkrijgen van vergunningen. Dit gedrag wordt vaak toegeschreven aan projectontwikkelaars, maar hun werkterrein is verschoven naar de herontwikkeling van bestaande locaties en gebouwen.

Het debat over ruimtelijke ordening richt zich hoofdzakelijk op het verlenen van vergunningen, met een zeer sterke nadruk op formaliteiten. Het vergunningsproces is ook overmatig gereguleerd en de nadruk op juridische formaliteiten heeft geleid tot een verlies aan strategische visie, terwijl belangrijke planningsuitdagingen blijven bestaan. Het ontbreken van duidelijke ontwikkelingskaders creëert bovendien onzekerheid, wat efficiënte en innovatieve stedelijke ontwikkeling belemmert.

De Vlaamse overheid moet opnieuw de controle verwerven over planning en programmering door middel van een synergetische aanpak aan te nemen waarbij beslissingen meer centraal worden genomen en middelen worden gebundeld, en waarbij stedelijke ontwikkelingskaders op subregionaal niveau worden vastgelegd. Zodra het ontwikkelingskader is bepaald, is het een stevig werkinstrument voor zowel stedenbouwkundigen als ontwikkelaars. De betrokkenheid van provincies op dit tussenniveau, of een andere subregionale instantie, moet verder worden onderzocht. Bovendien moeten een aantal dubbelzinnige ruimtelijke concepten worden herzien door ze te beoordelen vanuit hun collectieve gebruikswaarde en de grenzen met puur emotionele waarde, zodat ze bruikbare concepten worden in plannings- en vergunningsprocedures.

De vergunningsprocedure dient grondig herzien te worden, onder andere om de mogelijkheden van lichtvaardige beroepen op basis van persoonlijke emotionele waarden of zakelijke motieven te beperken, en om de mogelijkheid om de hele vergunningsbeoordeling compleet over te doen in de adminsitratieve beroepsprocedure, zonder daarmee rekening te houden met voorafgaande afspraken en overwegingen, af te schaffen. De rol en reikwijdte van de zogenaamde Kwaliteitskamers moet worden gestructureerd en geïntegreerd in het vergunningsproces, o.a. door de mogelijkheden van ontwikkelingskosten en ontwikkelingsakkoorden uit te breiden. Een fundamentele vraag in dit alles is wat de rol van de stedenbouwkundige in dit alles is.

Tenslotte heeft de analyse van de case study aangetoond dat Upgrade Estate in staat is relaties op te bouwen met zijn stakeholders en een product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften van zijn huurders en investeerders, gebaseerd op grondig marktonderzoek. De behoefte aan het product, de marketingaanpak en, tot op zekere hoogte, de architecturale vorm van de Loop 5-gebouwen creëren een gevoel van collectiviteit dat Upgrade Estate in staat stelt zijn operatie te financieren op basis van naamsbekendheid en reputatie, wat het resultaat is van een zeer sterke relatie met zijn investeerders, een stabiel maar relatief laag financieel rendement, het nemen van sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, een uitstekende corporate marketingmachine en een bewezen staat van dienst. De financiering van het project gebeurt via een innovatief financieringssysteem dat aan de aandacht van de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontsnapt lijkt te zijn. Om de risico's voor de eindinvesteerders te beperken, zou de FSMA dit soort structuren dringend moeten herzien, met name met betrekking tot deugdelijk bestuur, marktconforme waardering en transparantie.
Meer lezen

Een case study naar studiekeuzeprocessen bij laatstejaars. The adventures of Alice, Cat, Rabbit and several others in Choosing Land

Universiteit Antwerpen
2024
Lise
Bergen
Laatstejaars in het secundair onderwijs maken een studiekeuze als ze verder willen studeren. Dat proces verloopt via vijf studiekeuzetaken die een belangrijke voorspeller vormen van studiesucces en drop-out in het hoger onderwijs.

Voorgaand onderzoek is hoofdzakelijk kwantitatief van aard. Bovendien is er gebrek aan gecontextualiseerd onderzoek op dit terrein. Daarom kiezen we in deze masterproef voor een kwalitatieve aanpak, meer bepaald een casestudy, waarmee we peilen naar de opvattingen, percepties en ervaringen van 13 laatstejaars gedurende een volledig schooljaar binnen de context van één school. Via interviews, observaties, documentanalyse, interventieonderzoek en vragenlijsten proberen we grip te krijgen op het studiekeuzeproces dat zij doorlopen. Daarnaast exploreren we in welke mate de functiebeperkingen autismespectrumstoornissen (ASS) en dyslexie invloed kunnen uitoefenen op het studiekeuzeproces. Ten slotte bekijken we de rol die de school speelt bij het begeleiden van studiekeuzeprocessen en onderzoeken we welke activiteiten jongeren hierbij waarderen.

Uit de resultaten blijkt dat jongeren die leercoaching volgen hun mogelijkheden breder en diepgaander exploreren dan jongeren die dat niet doen. De meeste leerlingen raadplegen hierbij bronnen zoals mensen, zowel bekenden als professionals, exploreren op afstand via websites, brochures en sociale media en leggen plaatsbezoeken af waar ze peers en docenten ontmoeten. Niet al deze bronnen zijn even kwaliteitsvol, waardoor jongeren ook op basis van desinformatie een keuze dreigen te maken. Verder stellen we vast dat eenzelfde leerling meerdere studiekeuzeprocessen kan doorlopen. Wie een eerste keuze maakt, maar een toegangsproef voor deze keuze moet afleggen, doorloopt een parallel keuzeproces om een backup-plan te voorzien. We merken dat dit tweede keuzeproces anders verloopt dat het eerste. Hierdoor stellen we niet alleen variabiliteit vast in de tijd en tussen leerlingen, maar ook binnen eenzelfde persoon.
Bovendien vinden we indicaties die doen vermoeden dat jongeren met ASS en dyslexie anders exploreren dan leerlingen zonder deze functiebeperkingen. Ten slotte waarderen leerlingen een aanpak op maat, waarbij scholen zowel één-op-één gesprekken als groepssessies voorzien om op een regelmatige basis studiekeuzebegeleiding aan te bieden. Een combinatie van verschillende generieke, gefocuste en vakspecifieke activiteiten, waaruit ze autonoom kunnen kiezen, zijn zinvol volgens deze respondenten.
Meer lezen

Hedendaagse transformaties van 19e-eeuwse Antwerpse burgerhuizen tot meergezinswoningen

Universiteit Antwerpen
2024
Nele
Ritzen
Purpose - This thesis determines how to preserve and adapt built heritage while simultaneously adding density to the urban fabric of historic cities. Densifying already-existing houses could be an effective alternative for urban sprawl, which is unsustainable and puts cultural heritage at risk by causing heritage assets to become fragmented and deteriorated. The main goal is to investigate the current strategies used to densify townhouses from the 19th century in Zuidwijk, Antwerp.

Methodology - By creating a database on the historic and current situation of these 19th-century townhouses in Zuidwijk, tendencies regarding their residential use and densification are analysed. Additionally, a qualitative categorization of various adaption strategies for the same townhouses is created by examining building permits that are accessible through archived and on-site research.

Findings - This study shows that Zuidwijk is experiencing a trend of single-family townhouses being adapted into multiple-family residences. This adaptation can occur through a variety of strategies. Selecting the appropriate typology for a given building is crucial within the adaptation process, as it determines the potential of the existing townhouse and the objectives to be achieved through the adaptation. This thesis aims to serve as a basis for conducting more in-depth research into the phenomenon of adapting historic residences into multiple-family units, exploring its range of opportunities.

Research limitations - Identified research limitations include a small case study sample, mainly analysed without on-site visits and assessed from an architectural and heritage perspective. Further research and more detailed data regarding criteria such as policy and sustainability, should be considered in the future.
Meer lezen

ALGAL RESPONSES TO MICRO- AND NANOPLASTICS EXPOSURE: UNDERSTANDING THE ROLE OF EXTRACELLULAR POLYMERIC SUBSTANCES

Universiteit Gent
2024
Laila
Herder
While the potential threat of micro- and nanoplastics (MNPs) to marine ecosystems is gain- ing attention, research often utilizes unrealistically high exposure levels. This study bridges that gap by investigating the effects of environmentally relevant MNP concentrations on the saltwater microalgae Rhodomonas salina. It further explores the role of Extracellular Poly- meric Substances (EPS) in mitigating these effects. Microalgae were exposed to a range of PET and aged-PET concentrations (10, 100, 1000, and 10000 particles/mL) to account for potential changes in polymer properties and additive release due to aging. Kaolin served as a control for non-plastic particle effects. Although the study’s findings on algal growth didn’t show a clear trend, they did reveal some intriguing patterns in EPS quantity and com- position. Notably, at the low MNP concentrations used, there were no significant changes in total EPS amount. However, the Protein-to-Carbohydrate (P/C) ratio within the EPS dis- played distinct responses depending on the exposure type. While the P/C-ratio remained stable for PET exposures, it significantly increased for aged-PET and kaolin at higher con- centrations. Interestingly, kaolin exposure resulted in more and larger aggregates, whereas higher concentrations of PET and aged-PET led to fewer and smaller ones. Furthermore, at the highest exposure (10000 particles/mL), all treatments displayed a shift in aggregate composition, with a higher proportion of algal cells relative to EPS. These findings signifi- cantly improve risk assessment of MNPs under current marine pollution conditions. They also highlight the critical role of algal EPS in the aggregation of both microalgae and MNPs, ultimately influencing their environmental fate.
Meer lezen

Fleet replacement strategy during a sustainable transition

Universiteit Antwerpen
2024
Anton
Smidts
In dit onderzoek werd er een single-case study uitgevoerd op basis van kwantitatieve analyses en kwalitatieve interviews. De studie tracht de vraag: “Hoe kan het uitvoeren van een Life Cycle Cost Analysis (LCCA) en een Total Cost of Ownership (TCO) analyse logistieke bedrijven ondersteunen bij het vormgeven van hun fleet replacement strategy?” te beantwoorden.

De uitvoering van de analyse resulteert in een jaarlijkse equivalente kost die inzicht geeft in de optimale vervangleeftijd van de traditionele trekker. Het resultaat (zonder interest) geeft duidelijk zowel het verwachte stijgende verloop bij de onderhouds- en herstellingskosten als het dalend verloop van de depreciatie weer.

Het onderzoek concludeert dat de combinatie van een Life Cycle Cost Analysis met de TCO-analyse voldoende informatie genereert voor logistieke wagenparkbeheerder om hun fleet replacement strategy onderbouwd vorm te geven. Beide analyses kunnen een hoge toegevoegde waarde creëren bij het maken van wetenschappelijk onderbouwde beslissingen. Wegens de impact van de beslissing alsook de invloed van de variabelen op de resultaten, is het van essentieel belang om als logistieke speler de analyses uitsluitend te voeden met zeer betrouwbare (primaire) data.
Meer lezen

AT THE MERCY OF THE STATE How nature's rights can reinstall (Indigenous) commons: a Te Urewera case study

KU Leuven
2024
Joanna
Wils
This master's thesis researches the governance aspect of New Zealand's Te Urewera Act. It answers the following question: 'What does a commons evaluation of the Te Urewera Act demonstrate about Rights of Nature's (RoN) potential to contribute to the reinstatement of (Indigenous) commons?' The research starts with a descriptive chapter, comprising an introduction to the Te Urewera Act, its historical background, the RoN movement and the commons framework, followed by a thorough legal analysis of the Act. Then, the paper determines the way in which the Te Urewera framework can be classified as a commons. Further on, Elinor OSTROM’s eight design principles for sustainable commons institutions are applied to the legal framework, revealing continued state involvement. The paper explains this particular feature through the founding principles of international law, and their continued influence on the international legal framework. Building on these findings, the concluding chapter communicates the role of the RoN aspect in Te Urewera's governance structure and the general potential of RoN for the reinstatement of (Indigenous) commons. The research paper concludes with a call to consider RoN and commons together more often, especially in the context of international law.
Meer lezen

ZIEKTEKOSTSTUDIE VAN EPIDERMOLYSIS BULLOSA

Universiteit Gent
2024
Stefanie
Mot
EB is een zeldzame erfelijke aandoening die de huid en slijmvliezen aantast, gekenmerkt door extreme gevoeligheid voor blaarvorming, zelfs bij het minste contact. Dit leidt tot het poëtische label "vlinderkindjes" voor jonge patiënten, verwijzend naar de delicate aard van hun huid. Met een incidentie van slechts zes gevallen per jaar in België en ongeveer vijfhonderdduizend getroffen individuen wereldwijd, is EB een zeldzame aandoening, waarvoor momenteel geen afdoende behandeling bestaat.

Deze masterproef onderzoekt de totale kosten van de behandeling van EB, een terrein dat in België nog grotendeels onbekend is. Door een ziektekoststudie uit te voeren, beoogt het onderzoek niet alleen de financiële last voor patiënten in kaart te brengen, maar ook de factoren die deze kosten beïnvloeden. Dit is cruciaal omdat onwetendheid over de kosten een vertekend beeld geeft van de levenskwaliteit. Een correcte begeleiding van patiënten vereist minstens dat we een realistisch beeld hebben van de kosten.

De studie, op vraag van Debra Belgium, belicht niet alleen de financiële impact van EB, maar benadrukt ook het belang van passende terugbetaling en beleidsmaatregelen. EB vraagt een multidisciplinaire benadering en intensieve dagelijkse verzorging, wat resulteert in aanzienlijke directe medische kosten, zoals verbanden en ziekenhuisopnames. Daarnaast zijn er directe niet-medische kosten, zoals aanpassingen aan leefomgevingen, en indirecte kosten, zoals inkomensverlies door verminderde werkcapaciteit.

Uit de studie blijkt dat de totale jaarlijkse medische kosten per patiënt hoog zijn met een gemiddelde jaarlijkse medische kost van 9 044,51 euro en een gemiddelde niet-medische kost van 13 120,25 euro. Een groot deel van de kosten komt op de schouders van de patiënten terecht. Dit onderstreept de nood aan een ruimere terugbetaling via het RIZIV.
Naast de strikt financiële ondersteuning is er ook nood aan een inclusief beleid voor zeldzame ziekten en ondersteuning voor mantelzorgers. Door gerichte conventies voor EB-patiënten te implementeren, kan het RIZIV een actievere rol spelen in het verbeteren van de toegang tot betaalbare zorg. Dit onderzoek draagt bij aan een beter begrip van de totale kosten van EB en benadrukt het belang van financiële ondersteuning voor EB-patiënten en hun families.
Meer lezen

Etnisch ondernemerschap in Beringen: Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de eerste, tweede en derde generatie Turkse migranten?

Universiteit Antwerpen
2024
Mahmut Can
Akbudak
Op internationaal niveau zijn er veel onderzoeken verricht omtrent etnisch ondernemerschap. In België en Vlaanderen is dat echter vrij beperkt. Dit onderzoek probeert hier een bijdrage aan te leveren. Het onderzoek focust meer specifiek op wat de verschillen en gelijkenissen zijn in ondernemerschap tussen Turkse ondernemers met een migratieachtergrond van de eerste, tweede en derde generatie in Beringen. De casestudy wordt uitgevoerd in Beringen, omdat die stad een grote Turkse gemeenschap en een rijke migratiegeschiedenis heeft. Er werden elf Turkse ondernemers geïnterviewd aan de hand van een interviewgids, waarbij de data werd getranscribeerd en opgenomen in de analyse. Uit de resultaten blijkt dat er evolutie te zien is in etnisch ondernemerschap in Beringen. Turkse ondernemers groeien en breiden hun economische activiteiten uit en focussen zich op klanten buiten de etnische groep. Ondanks de uitdagingen die Turkse ondernemers ondervinden, vermelden de geïnterviewde zaakvoerders dat hun etnische achtergrond een positieve rol speelt in hun ondernemerschap. Niettemin zijn er opportuniteiten beschikbaar voor beleid die de slaagkansen van etnische ondernemers zullen vergroten. Bovendien kan het interessant zijn voor academici en beleidsmakers om meer onderzoek te voeren rond de derde generatie etnische ondernemers omdat het een vrij jonge generatie is waarbij er weinig informatie beschikbaar is. Een onderzoek over dit onderwerp is sociaal en maatschappelijk relevant omdat het bijdraagt aan een groter begrip van de superdiversiteit in de samenleving. Daarnaast kan ondernemerschap bijdragen aan inclusie en groei ongeacht geslacht, ras of etniciteit.
Meer lezen

Unwrapping Margiela: Casestudy: “Object X,” Maison Martin Margiela herfst-wintercollectie 1997-1998: “waarom Tyvek® in plaats van papier?” – een socio-historische, esthetische, en materiaal-technische deconstructie

KU Leuven
2023
Jessy
Baeken
Unwrapping Margiela is een casestudy van “Object X,” een ontwerp van het Franse modehuis Maison Martin Margiela (1989-), het geesteskind van de Belgische ontwerper Martin Margiela (°1957). Het is een drieledig onderzoek, waarbij allereerst de geschiedenis en de esthetiek van Maison Martin Margiela onderzocht wordt. Als tweede is het een conservatorische studie naar de materiaal-technische verschillen tussen Tyvek® en papier – de toegepaste of geïmiteerde materialen van “Object X.” Daarnaast is er ook een focus op de mogelijke juridische statuten van het modeobject, de standpunten van de curator en conservator, en de bespreking van toepasbare communicatieve theorieën bruikbaar in de museale context. Het is het onderzoek van één object, maar vanuit meerdere hoeken. Het eindpunt is een waar mode-museaal universum.
Meer lezen

ViaVia: a way to sustainability? Tourism social entrepreneurship as a catalyst for sustainable development - the case of ViaVia Travelers Cafés

KU Leuven
2023
Jazmin
Cevallos Vintimilla
Sociale ondernemingen hechten naast het economische aspect ook veel aan het sociale, en kunnen zo een hefboom zijn voor duurzame ontwikkeling. In deze scriptie wordt gekeken of een sociale onderneming uit de toeristische sector, de ViaVia Travelers Cafés, effectief duurzaam zijn. Case study ViaVia León (Nicaragua) en vergelijkend onderzoek 10 andere ViaVia's in het Globale Zuiden.
Meer lezen

Stoffwechsel of Peralta de Alcofea - Paths to Contextuality

KU Leuven
2023
Marcos
Suelves
Deze masterproef is een zoektocht naar oriëntatie in de moeilijke taak van hedendaagse architectuur om te reageren op een steeds heterogenere multiculturele samenleving zonder gemeenschappelijk wereldbeeld. Terwijl het gebruik van culturele referenties steeds meer wordt betwist, probeer ik aan te tonen dat het onmogelijk is om het sociaal-culturele volledig uit te wissen uit het door mensen gemaakte object. Omdat ik deze voorwaardelijke onafscheidelijkheid tussen de materiële aard van objecten en menselijke creatie accepteer, hanteer ik in de hele scriptie een materialistisch perspectief om de grote verscheidenheid aan materialen en vaardigheden die beschikbaar zijn in de casestudy te analyseren, en erken ik ze niet alleen als een mogelijkheid om ecologisch te bouwen, maar vooral om een vreugde uit te lokken die gesitueerd zou kunnen worden in het culturele domein, die je kunst zou kunnen noemen, maar die eigenlijk voortkomt uit de zichtbaar weergegeven contextuele omstandigheden.
Meer lezen

Black Women Are Not a Side Note An in-depth intersectional critical discourse analysis of Eurocentric/Western conceptions of feminism: the Vrouwenraad as a case study

Vrije Universiteit Brussel
2023
Rita
Afonso
Deze masterthesis onderzoekt in hoeverre het discours van het jaarplan van de Vrouwenraad zwarte vrouwen betrekt. Met behulp van een kritisch discoursanalysekader onderzoekt deze studie hoe de Vrouwenraad kwesties met betrekking tot seksisme en racisme aanpakt, met name de gelijktijdige manifestatie ervan.
Meer lezen

Herinneringseducatie en roofkunst tijdens WOII: een casestudy

Universiteit Gent
2023
Kristel
Van Audenaeren
Via een methodologie van herinneringseducatie wordt via een literatuuronderzoek naar de geschiedenis van roofkunst een concreet voorstel geformuleerd met vakoverschrijdende lesinhouden voor de sleutelcompetenties burgerschap, historisch bewustzijn en vooral cultureel bewustzijn en expressie.
Meer lezen

Grensoverschrijdend gedrag: een probleem van werknemer of werkgever? Een onderzoek naar het beleid van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer van de zorgsector

Universiteit Gent
2023
Margaux
Masquelier
Deze scriptie handelt rond het beleid van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer binnen de zorgsector. Nog steeds worden te veel medewerkers geconfronteerd met dergelijk gedrag. Hierbij dient het beleid binnen de instelling te worden uitgebreid. Deze scriptie geeft, weliswaar op kleine schaal, een eerste aanzet tot grote veranderingen.
Meer lezen

'Vloethemveld' is a part of your life': A case study in balancing natural and cultural heritage at Vloethemveld (Zedelgem)

Universiteit Antwerpen
2023
Ruth
Kindt
Hoe ga je vandaag de dag om met de fysieke restanten van een oorlogsverleden? Passen deze nog in ons huidig landschap of moet er ruimte gemaakt worden voor elementen die wij vandaag net nodig hebben zoals meer groen en bossen?
Meer lezen

Verleden verhandeld, toekomst gevonden: Het desistance verhaal van voormalige drugshandelaren

Universiteit Gent
2023
Evelien
Lootens-Stael
Deze scriptie bestudeerde hoe persoonlijke, sociale en structurele factoren het veranderingsproces van het ontstaan naar het beëindigen van een criminele carrière in de handel van drugs beïnvloeden.
Meer lezen

Sexual and Reproductive Rights on the Flemish Political Agenda: A Case Study of Menstrual Health

Universiteit Antwerpen
2023
Anneleen
De Cuyper
Deze thesis identificeert de standpunten van de verschillende Vlaamse politieke partijen omtrent additionele politieke actie tegen menstruatiearmoede. Het onderzoekt of er gelijkenissen bestaan met de narratieven van de extreemrechtse, anti-gender beweging in Europa.
Meer lezen

Ruimte voor re-integratie. De rol van architectuur in ervaringen met transitiehuizen

KU Leuven
2023
Jasmien
Kinnaer
Deze architecturale, participatieve studie onderzoekt de evolutie van gevangenissen van puur strafinstituut naar rehabilitatiecentra, met specifieke aandacht voor Belgische transitiehuizen. Het Transitiehuis in Mechelen dient als case study, waarbij de ervaringen van gedetineerden en personeel worden onderzocht via tekeningen en interviews. De concepten van normalisatie, differentiatie, kleinschaligheid en inbedding in de buurt, die de basis vormen voor alternatieve detentievormen, worden onder de loep genomen.
Meer lezen