Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Analysis of Learning Curves in a Social Enterprise: the Impact of a Disability on Learning and Production Output

Universiteit Gent
2024
Henri
Moerkens
Leercurves worden gebruikt om de impact van een beperking op de leersnelheid en de output te analyseren. Dit onderzoek werd toegepast op productiedata uit een maatwerkbedrijf.
Meer lezen

PLEIDOOI VOOR BROEDRUIMTE

Universiteit Gent
2024
Jef
Potargent
  • Astrid
    Berlengé
DEEL 1: ATLAS VAN BROEDPLEKKEN:
In een continu veranderende maatschappij, lijkt een verlies van het
gemeenschapsgevoel op te treden. Om de uitdagingen die voor ons
liggen te lijf te gaan, lijkt er een nood aan een nieuwe maatschappelijke
infrastructuur. Een infrastructuur die erin slaagt mensen samen te brengen,
een concreet antwoord te bieden op hedendaagse vragen en wijken te
transformeren tegen ongewenste stedelijke tendensen in. Deze plekken
lijken te ontstaan, vaak bottom-up en kleinschalig maar met lokaal
een grote impact. Mensen werken samen op nieuwe manieren en gaan
inventief te werk om hun eigen leefwereld en die van andere mensen in
hun omgeving vorm te geven. Hetzij uit noodzaak, hetzij uit persoonlijke
motivatie, wordt er zo concreet gewerkt aan een nieuwe typologie binnen
de sociale infrastructuur.
Dit eerste luik van deze (tweedelige) thesis probeert een begrip te
maken van dit soort plek en bloot te leggen welke instrumenten en
strategieën erachter schuilen. Vooraleerst werd na een eerste verkenning
een afbakening gemaakt van geschikte cases, op basis van een aantal
kenmerken die wij als noodzakelijk aanvoelden. Deze filter werd uitgedrukt
aan de hand van het begrip ‘broedplekken’. Zich verhoudend ten opzichte
van anderen die dit begrip reeds gebruikten, formuleerden we een eigen
definitie voor het begrip aan de hand van drie pijlers: het concretiseren van
maatschappelijke thema’s, het vooropstellen van sociaal kapitaal en het
adaptief karakter.
Deze drie kenmerken omvatten alle bekeken cases maar leveren zeker
geen eenduidig resultaat op. In de manier waarop deze definitie tot uiting
komt, zit een grote verscheidenheid. Dit komt door de vele facetten waaruit
een broedplek bestaat. Om hier vat op te krijgen, bouwden we deze thesis
op in twee delen. Een eerste deel behandelt in zes afzonderlijke essays
een verschillend aspect omtrent broedplekken en bespreekt enkele
exemplarische cases, om zo te bouwen aan een bril om de broedplek te
bekijken. Deze werden geordend aan de hand van de drie kenmerken van
de definitie, om die gericht uit te diepen. In een 2de deel bekijken we dan
een selectie van zeven cases op alle facetten en maken we een grafische
vertaling van de inzichten die we kregen door verdere analyse. De twee
onderdelen samen brachten ons het besef dat ‘de ideale broedplek’ niet
te definiëren valt, maar dat we wel tot een waaier aan instrumenten,
strategieën en motieven komen die in wisselende samenstellingen achter
de cases schuilgaan.
Zo kunnen broedplekken testkamers zijn voor nieuwe aanpakken op bredere
maatschappelijke vraagstukken. Hun sterkte blijkt bovendien te liggen in
het verbinden van meerdere thema’s en zo testkamer te bieden richting een
duurzame transitie, zonder deze op zichzelf te proberen bewerkstelligen.
Het tweede en derde essay diepen de tweede pijler, het sociaal kapitaal,
uit. Zo blijkt een nauwe samenwerking met een stadsbestuur cruciaal
voor het duurzaam verder leven van een broedplek. Indien de verhouding
tussen de twee ontbreekt, lijkt de impact van korte duur. Daarnaast
lijken broedplekken ook een interessante piste voor stadsbesturen zelf,
aangezien ze een instrument kunnen zijn om aan gemeenschapsopbouw
te doen. Hiervoor is de toegankelijkheid van broedplekken cruciaal. Ze
willen zich enerzijds openstellen voor een breed publiek maar hebben
anderzijds nood aan drempels zodat bepaalde groepen zich er ook veilig
voelen. Een continue balans, waarbij zaken als de toegang, zichtbaarheid
en de symboliek van zowel het gebouw als de ingrepen hierop een rol
spelen. De derde eigenschap is die waarmee broedplekken zich het
meeste onderscheiden van bestaande typologieën: hun adaptief karakter.
We merken dat broedplekken vaak startten uit tijdelijke invullingen, wat
noopt tot een creatieve aanpak. Ze evolueren echter doorheen de tijd en
nemen zo meerdere gedaantes aan. Om hiermee om te gaan, is er een
bijzondere aandacht voor de infrastructuur die de brug maakt tussen de
vaak onaangepaste gebouwen en hun missie. Dit maatwerk zorgt voor een
flexibiliteit. Deze flexibiliteit uit zich in een multifunctionaliteit, zowel in tijd
als in ruimte, waarmee broedplekken zich onderscheiden van bestaande
publieke gebouwen. Deze kunnen zich hierdoor laten inspireren, al kunnen
ze de aanpak ook niet zomaar kopiëren.
Deze thesis legt zo veel bloot, al roept ze evenveel vervolgonderzoeken
op. Daarom werd er in drie vervolgonderzoeken dieper ingegaan op een
bepaald thema via ontwerpend onderzoek. Deze steunen op de lessen die
uit deze Atlas getrokken werden en proberen enkele bijkomende vragen te
beantwoorden.

DEEL 2: PLEIDOOI VOOR BROEDRUIMTE: De Herontwikkeling van het Maria-Magadalenaklooster naar een semi-permanente broedplek. Dit werk sluit aan op de ‘atlas van broedplekken’ een casuïstische analyse van broedplekken. Broedplekken zijn stedelijke laboratoria, die zowel sociale als ruimtelijke weefsels verdichten door maatschappelijke uitdagingen te concretiseren
op een plek. Ze stellen de ontwikkeling van sociaal kapitaal voorop en zijn constant in evolutie. Ze hebben een adaptief karakter waardoor ze kort op de bal kunnen spelen bij veranderingen in de maatschappij.
Uit de analyse in de atlas leerden we dat tijdelijkheid een handig middel kan zijn voor broedplekken. Een tijdelijke bezetting zorgt ervoor dat men flexibel moet zijn op ruimtelijk en organisatorisch vlak. Het geeft broedplekken het vermogen om snel te kunnen reageren op de urgente behoeften van de buurt. Een tijdelijke opzet heeft een sociaal-experimenteel karakter dat lokale buurtontwikkeling kan ondersteunen. Tegelijk dwingt tijdelijkheid een noodgedwongen afscheid af. Duurzame oplossingen vragen om stabiliteit, wat tijdelijke invullingen niet altijd kunnen bieden. Het maakt broedplekken
dus ook kwetsbaar. Gebruikers worden aan de deur gezet vanaf dat de renovatie of herontwikkeling van de site begint. Het engagement gaat zo verloren en sociale linken worden verbroken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit niet gebeurt? ‘Een Pleidooi voor broedruimte: De herontwikkeling van het Maria-Magdalenaklooster naar een semi-permanente broedplek’ handelt over de paradoxale aspecten van tijdelijke buurtontwikkeling, toegepast op de case Mona van Toestand in het Maria-Magdalenaklooster. Het doel van Toestand is om de lokale partners en de buurt tijdelijk te begeleiden om een gezamenlijke plek te maken voor en door iedereen, met de hoop dat ze hierna op hun eigen benen kunnen staan. De sociale impact primeert in het project van intensieve maar kortstondige ondersteuning. Het model van Toestand, gefocust op
tijdelijkheid, heeft echter haar limieten. Wat gebeurt er na hun vertrek? Het moet sommige initiatieven alleen achterlaten, wat het succes van buurtontwikkeling en sociale ondersteuning ondermijnt. Kan deze tijdelijke invulling ook fungeren als een test voor
toekomstig gebruik van de ruimte die niet alleen de buurtontwikkeling ondersteunt, maar ook helpt bij de herontwikkeling van een site? Wat kunnen we leren uit deze tijdelijke
bezetting en welke aspecten nemen we mee om de toekomst van dit klooster vorm te geven?
Deze thesis zoekt via ontwerpend onderzoek naar manieren om een semi-permanente broedplek vorm te geven, die tijdelijkheid met stabiliteit combineert. We gebruiken deze tijdelijke invulling als hefboom om het Maria-Magdalenaklooster te
herontwikkelen. We verbeelden drie verschillende toekomstscenario’s voor
het Maria-Magdalenaklooster. De architecturale ontwerpen van de broedplek gaan om met de paradox van tijdelijkheid door de stabiliteit van een langetermijnvisie en de wendbaarheid van tijdelijkheid te combineren. Voortbouwend op het engagement van Toestand zoeken de toekomstscenario’s naar een balans tussen de belangen van de private eigenaar, de gebruikers en de buurt. De scenario’s focussen op de samen-
werking tussen actoren en programma’s en werken met minimale architecturale ingrepen. Ze zijn gestructureerd volgens een tijdlijn, een stappenplan dat het traject richting de toe-
komst bevattelijk probeert te maken. Vanuit de reflectie op de ontwerpen destilleren we tot slot de essentie. We maken een pleidooi, formuleren eisen die als advies kunnen dienen bij de herontwikkeling van het Maria-Magdalenaklooster.
Meer lezen

Een warme transitie naar het secundair onderwijs: Ondersteuningsmogelijkheden voor gezinnen met een andere moedertaal dan het Nederlands in het Huis van het Kind

Odisee Hogeschool
2024
Chiara
Pletinckx
Winnaar Bachelorprijs
Genomineerde longlist Klasseprijs
Onderzoeksvraag:

De overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs is niet makkelijk voor gezinnen. Om gezinnen daarin te ondersteunen, organiseren ze in Hasselt jaarlijks een Onderwijsbeurs. Tijdens de vorige edities van de Onderwijsbeurs hadden de betrokken organisaties, waaronder dienst Flankerend Onderwijsbeleid, de scholen en het Huis van het Kind, waar ik stage liep, het aanvoelen dat er niet veel gezinnen met een andere moedertaal gebruik maakten van het aanbod op de beurs. Dit terwijl Hasselt een stad is die wel wat diversiteit kent. Het HvhK vroeg mij om op zoek te gaan naar manieren om gezinnen met een andere moedertaal dan het Nederlands te bereiken en te betrekken op de Onderwijsbeurs, zodat ook zij de nodige ondersteuning kunnen krijgen tijdens deze transitie.

Daaruit ontstond de onderzoeksvraag: Hoe kunnen Huizen van het Kind gezinnen, waaronder in het bijzonder gezinnen met een andere moedertaal dan het Nederlands, met een migratieachtergrond, … ondersteunen en begeleiden tijdens de transitie naar het secundair onderwijs?

Korte samenvatting bachelorproef:

De Bachelorproef richt zich op drie veranderingsdoelen om gezinnen met een andere moedertaal dan het Nederlands beter te bereiken en te ondersteunen.

De vaststelling dat gezinnen waarvan Nederlands niet de thuistaal is, moeilijk worden bereikt op de Onderwijsbeurs door onvoldoende afgestemde informatie bracht mij bij het veranderingsdoel: Stad Hasselt en Huis van het Kind stemmen hun onderwijsaanbod beter af op deze gezinnen en bereiken hen effectiever op de Onderwijsbeurs. Door middel van de invalshoek taal- en cultuursensitiveit in de hulpverlening maakte ik kennis met het TOPOI-model en een diversiteitsbenadering om stereotype benaderingen te vermijden en de communicatiewaaier om communicatie te verbeteren. Op basis van tips uit deze modellen kom ik tot concrete voorstellen om het oorspronkelijke aanbod en materiaal aan te passen aan de doelgroep (bv. gebruik van pictogrammen en schema’s). Naast het afstemmen van het aanbod is het essentieel dat gezinnen door een vertrouwd gezicht, zoals de leerkracht, worden toegeleid naar dit aanbod.

Tijdens het proefproject dat ingevoerd werd ter ondersteuning van gezinnen waar Nederlands niet de thuistaal is, merkte ik dat de huisbezoeken concrete theoretische onderbouwing en uitwerking misten. Daaruit ontstond het veranderingsdoel: Huis van het Kind Hasselt zorgt voor een theoretisch onderbouwd kader voor huisbezoeken om het project duurzaam te maken. De invalshoek outreachend werken implementeerde werkvormen en modellen met een focus op zorgmissers. Een outreachend project volgt idealiter zes fases en houdt rekening met noodzakelijke competenties van de ondersteuner. Vanuit deze theorie werkte ik een draaiboek uit als houvast voor toekomstige ondersteuners in het project, met daarin aandacht voor meertaligheid en maatwerk. Hierbij is het noodzakelijk om de toekomstige uitvoerder van de huisbezoeken te bepalen: een professional óf een vrijwilliger, student, … die begeleiding nodig heeft.

Toen bleek dat ouders en kinderen steeds vaker samen de school- en studiekeuze maken, maar niet altijd dezelfde belangen hebben, ontstond het veranderingsdoel: Ouders en kinderen worden ondersteund om samen in gesprek te gaan (onder begeleiding van een hulpverlener) over hun wensen en noden omtrent de schoolkeuze. Via de invalshoek begeleiding van ouders en kinderen doorheen het keuzeproces kwam ik terecht bij gesprekskaders zoals de determinatietheorie en het systeem- en contextgericht perspectief. De kaders van driehoekgesprekken en bemiddeling bieden daarnaast ondersteuning om gemeenschappelijke belangen van ouder en kind te identificeren. Ik ontwikkelde een schoolkeuzespel met handleiding voor professionals om het keuzeproces te faciliteren. Kind en ouder leren elkaars belangen kennen en de professional neemt een bemiddelende rol op tijdens het spel. Een testfase dient verder te onderzoeken of de aanwezigheid van een professional noodzakelijk is voor een onderbouwd verloop, of dat het spel ook zelfstandig door gezinnen gespeeld kan worden.

Door deze veranderingsdoelen na te streven, streven we naar een inclusiever en effectiever onderwijs- en ondersteuningssysteem voor gezinnen waarvan Nederlands niet de thuistaal is. De concrete aanpassingen in het huidige materiaal en de ontwikkelde materialen zoals het draaiboek en het schoolkeuzespel kunnen bijdragen aan een betere afstemming van het aanbod op de noden van deze gezinnen, waardoor zij beter bereikt en betrokken worden.
Meer lezen

Het ontwikkelen van een kader voor het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken ter stimulering van de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen

KU Leuven
2024
Ines
Geysels
Het voorlezen van prentenboeken kan de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen stimuleren. Mede door de digitalisering is er een ruim aanbod aan digitale prentenboeken binnen het handbereik van kleuters, met grote variaties in vormgeving en inhoud. Dit kan extra mogelijkheden bieden voor de taalontwikkeling. Uit onderzoek blijkt echter dat niet elke vormgeving van de beschikbare digitale prentenboeken effectief is om de vroege taalontwikkeling te stimuleren. Met deze masterproef willen we kleuterleerkrachten helpen om gericht te kiezen uit het grote aanbod aan digitale prentenboeken door een kader te ontwikkelen voor het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken met oog op de stimulering van de taalontwikkeling van kleuters.

Op basis van de beschikbare wetenschappelijke onderzoeksliteratuur werd de eerste versie van het kader opgesteld. De verdere ontwikkeling van het kader verliep via een Delphi-studie. De Delphi-studie telde drie rondes waarin negen experten in de domeinen taalontwikkeling, prentenboeken en/of digitale leermiddelen feedback gaven in functie van de volledigheid, duidelijkheid en juistheid van het kader tijdens een individueel interview en twee focusgroepen. De bruikbaarheid van het uiteindelijke kader werd door middel van individuele interviews nagegaan bij 22 onderwijsprofessionals, met name pedagogische begeleiders, kleuter- en zorgleerkrachten.

Op basis van zowel de wetenschappelijke literatuur, de feedback van de experten en de evaluatie door de onderwijsprofessionals kwamen we tot een versie van het kader dat volgens de experten onderbouwd en omvattend en volgens de onderwijsprofessionals bruikbaar is in de onderwijspraktijk. Het kader kan kleuterleerkrachten helpen bij het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken ter stimulering van de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen. Het finale kader is een beschrijvend kader met elementen die de vroege taalontwikkeling van kleuters kunnen stimuleren. We ronden deze masterproef af met een kritische reflectie over de theoretische implicatie van het kader en formuleren suggesties voor verder onderzoek en de onderwijspraktijk.
Meer lezen

AMobile - Optimalisatie mobile 3D-printlab

Thomas More Hogeschool
2024
Joep
de Winkel
  • David
    Gatarek
Het onderzoek naar AMobile ontstond uit de toenemende vraag naar grootschalige additieve manufacturing (LSAM) en de daarmee gepaard gaande uitdagingen. AMobile is opgezet met als doel bedrijven en scholen kennis te laten maken met grootschalig 3D-printen door middel van demonstraties en workshops op locatie.

Deze bachelorproef richt zich op de verbetering van de functionaliteit, efficiëntie en het gebruiksgemak van AMobile. Dit wordt bereikt door een literatuurstudie naar thermoplasten en een praktijkonderzoek naar de printparameters van verschillende materialen. De literatuurstudie geeft inzicht in de meest geschikte thermoplasten voor gebruik met de Pulsar-extruder. Het praktijkonderzoek richt zich op de optimalisatie van printparameters voor materialen zoals PLA en PETG. Het doel hiervan is om de geschiktheid van deze materialen voor de schroef extruder te bepalen en de bijbehorende extrusie parameters te optimaliseren.

Daarnaast omvat het project handleidingen om de gebruiksvriendelijkheid van AMobile te vergroten. Deze handleidingen dekken verschillende aspecten zoals de opstelling van de KUKA-robot, de bediening ervan en de CAM-setup. Het uiteindelijke doel is om de workflow te optimaliseren, van 3D-ontwerp tot het geprinte object.

Door deze aanpak is AMobile toegankelijker geworden voor een breder publiek en zijn er grote stappen gemaakt om het gebruiksgemak te vergroten.
Meer lezen

Uitwerken van een sensibiliseringscampagne voor studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg richting een duurzame modal shift

Universiteit Hasselt
2024
Seppe
Van Springel
  • Myrthe
    Bouckaert
De masterthesis richt zich op het realiseren van een duurzame gedragsverandering bij studenten en personeelsleden van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL), bestaande uit de onderwijsinstellingen PXL, UCLL en UHasselt. Het doel is om autoverplaatsingen te verminderen, duurzame vervoersmodi te stimuleren en parkeer- en verkeersproblemen rond de campussen te voorkomen. De centrale onderzoeksvraag is hoe strategische communicatie campusbeleidsmaatregelen kan inzetten om duurzame verplaatsingsgedragingen te bevorderen. De masterthesis combineert een literatuurstudie over het COM-B model met gedragsveranderingsstrategieën, traditionele en moderne communicatiemethoden, en technologische toepassingen. Het onderzoek omvat een analyse van COM-B componenten, uienschillen en kleurtabellen, campagnetijdlijnen en strategische communicatie. Dit biedt inzicht in het creëren van effectieve boodschappen en het beter afstemmen van communicatiestrategieën op studenten en personeel, wat de kans op succesvolle gedragsverandering vergroot.
Meer lezen

Inpakt

Universiteit Antwerpen
2024
Karen
De Mayer
Genomineerde shortlist NBN Sustainability Award
Deze masterthesis, uitgevoerd aan de Universiteit Antwerpen binnen het kader van het tweede jaar aan de masteropleiding Productontwikkeling, richt zich op het onderwerp ‘herbruikbare transportverpakkingen voor sofa’s’. De thesis omvat een uitgebreide eerste fase, genaamd OPD (onderzoeks-en productdefinitie), waarin grondige analyses en onderzoek uitgevoerd worden om de haalbaarheid en de benodigde specificaties van herbruikbare verpakkingsoplossingen voor sofa’s te bepalen.

Het centrale doel was het creëren van een nieuwe, duurzame verpakking voor het transport van sofa’s. De nadruk lag hierbij op een herbruikbaar product dat zowel sneller als ergonomischer in gebruik is, waardoor het aantrekkelijk is om het herhaaldelijk te gebruiken.

Het onderzoek leidde tot een innovatieve verpakking die voldeed aan alle gestelde criteria. Het ontwerp is geïnspireerd door de voordelen van de in de bouwsector veelgebruikte Big Bags, met snelle en gemakkelijke bruikbaarheid en een focus op ecologisch verantwoord design. Door het combineren van wasbare, modulaire hoezen, onderplaten en ergonomische handvaten, is een innovatief en duurzaam ontwerp tot stand gekomen. Dit ontwerp bevordert een positieve milieu-impact en zorgt voor een efficiënter transport van goederen.
Meer lezen

Een belevingsonderzoek bij studenten met het label hoogbegaafdheid in het hoger onderwijs

Universiteit Gent
2023
Maj
Van Hee
Niet alle hoogbegaafde studenten behalen het succes dat van hen wordt verwacht in het hoger onderwijs, integendeel. Ze botsen op specifiek aan hoogbegaafdheid geconnoteerde moeilijkheden en barrières. Ze lopen vertraging op of stoppen volledig met hun studies. Het verloren potentieel van deze individuen is niet alleen een verlies voor de samenleving maar ook voor zichzelf. Desondanks is hoogbegaafdheid in het hoger onderwijs als thema een hiaat in onderzoek en praktijk. In het Vlaamse hoger onderwijs is er weinig tot geen ondersteuningsbeleid voor deze studenten.
Deze masterproef is een belevingsonderzoek naar de ondersteuningsnoden van studenten met het label hoogbegaafdheid. Wij stellen ons de vraag hoe deze groep het Vlaamse hoger onderwijs beleeft, wat zij zien als protectieve factoren en tekorten, om vervolgens aanbevelingen te doen vanuit hun perspectief in functie van een ondersteuningsbeleid in het hoger onderwijs. Er werden bij twaalf participanten semigestructureerde interviews afgenomen, waarin de beleving rond het hoger onderwijs en het label hoogbegaafdheid werd bevraagd.
De participanten ervaren in de eerste plaats een enorme maatschappelijke druk en een heleboel verwachtingen die verbonden zijn aan het label hoogbegaafdheid. Een meer neutrale en geïnformeerde manier van kijken naar hoogbegaafdheid is aangewezen. Het invoeren van een bijzonder statuut kan zorgen voor zowel een structurele alsook een culturele verandering omtrent de ondersteuning van hoogbegaafdheid en kan het taboe en de terughoudendheid rond disclosure tegengaan. Een grondige studie(keuze)begeleiding is aan de orde waarbij het verschil in waardeoordeel tussen universiteit en hogeschool verlaten wordt. Tenslotte wordt de beleving van hoogbegaafde studenten gepreoccupeerd door een gevoel van eenzaamheid en is de rol van peer support voor deze studenten zeer groot en veelzijdig.
Meer lezen

Controlling the variations in perforations of a 3D concrete printed texture

KU Leuven
2023
Robbe
Broothaers
Een toolpath techniek is ontwikkeld waarmee het mogelijk is om geperforeerde panelen te creeeren met de technologie van 3D beton printen. Dit resulteert is een semi-controleerbare nieuwe vormentaal.
Meer lezen

Jongdementie aan het werk

Arteveldehogeschool Gent
2023
Seppe
Hermans
  • Kobe
    Goeminne
  • Thibault
    Haerden
In dit bachelorproject gaan drie studenten ergotherapie opzoek naar een manier om de implementatie van mensen met jongdementie in een maatwerkbedrijf mogelijk te maken.
Meer lezen

Blended learning geïntegreerd binnen de economische component van het vak maatschappelijke, economische en artistieke vorming (MEAV)

Arteveldehogeschool Gent
2022
Britt
De Neve
  • Annelore
    Goessens
  • Yanaika
    De Spiegeleer
  • Celien
    Devenyns
Maatschappelijke, economische en artistieke vorming (MEAV) is een nieuw vak dat geïntroduceerd werd naar aanleiding van de onderwijshervormingen in de tweede graad secundair onderwijs. Samen met de omschakeling naar afstandsonderwijs kwam er een noodkreet uit het werkveld naar aangepast en uitdagend lesmateriaal. Wij wilden inspelen op deze nood door didactisch materiaal te ontwikkelen dat ook ingezet kan worden voor blended learning.
Meer lezen

De samenlevingsovereenkomst inzake wettelijke samenwoning: een voorstel van een model vak akte met enige toelichting

Universiteit Gent
2021
Kelsey
Casier
Deze scriptie onderzoekt de
samenlevingsovereenkomst tussen wettelijk samenwonenden en ze beoogt een modelakte op te stellen en
toelichting te bieden waar nodig.
Meer lezen

De belasting op tweede verblijven, een doorn in het oog van tweedeverblijvers en gemeentebesturen

Universiteit Gent
2021
Morgane
De Pourcq
Mijn scriptie geeft een duidelijk overzicht in de totstandkoming en evolutie van het belastingreglement op tweede verblijven met inachtneming van de rechtspraak en rechtsleer. Een aanzienlijk deel van de juridische aspecten betreft de belasting op tweede verblijven van de Vlaamse kustgemeenten.
Meer lezen

Development of piezo-resistive pressure sensors with hybrid printing methods

KU Leuven
2021
Ruben
Goos
De ontwikkeling van een piezo-resistieve druksensor op vrije-vorm geometrieën door middel van zeefdruk en aerosol jet gebaseerde printtechnieken, voor biomedische toepassingen.
Meer lezen

De Impact Van Slimme Verkeerslichten In België Voor Vrachtverkeer Op De Weg

Universiteit Hasselt
2021
Caro
Gaethofs
In deze masterthesis worden tal van experts ter zake ingeroepen voor hun deskundige inzichten en exclusieve documentatie. Er wordt gekeken naar de implementatie van slimme verkeerslichten in ander landen, en nadien in België, met daaraan gekoppeld de implementatiecriteria voor België. Naast de reeds gerealiseerde projecten in België, wordt dieper ingegaan op het CITRUS-project te Halle, het C-the-difference-project in Helmond en Bordeaux en het VLCC te Antwerpen. Hieruit blijkt dat deze projecten positieve resultaten tewerkstellen, doch wordt er een kritische noot gegeven. Ondanks het VLCC te Antwerpen het vrachtverkeer niet heeft opgenomen in de doelgroep, blijkt dit hoogtechnologisch dynamische verkeersregelingssysteem een realistisch uitgewerkt idee om vrachtverkeer ook te betrekken in andere toekomstige projecten. Echter de toekomst zal ons een grotere diversiteit in het mobiliteitssysteem brengen aan de hand van nieuwe innovaties en biedt ons opnieuw stof tot nadenken in verband met het management van het verkeer.
Meer lezen

Welke rol kunnen agrarische (maatwerk)bedrijven in België bekleden rond de re-integratie en revalidatie van burn-out in vergelijking met de Alnarptuin in Zweden?

Hogeschool UCLL
2020
Ilona
Ruelens
Deze kwalitatieve bachelorproef is opgesteld om te onderzoeken of het succesvolle internationale project van de Alnarptuin te Zweden kan overgeheveld worden naar bestaande agrarische (maatwerk)bedrijven in België. Er wordt hierbij getoetst op realistische haalbaarheid en effectieve begeleiding van burn-out binnen de groene zorg. Dit gebeurt door middel van een vergelijkende casestudie met het maatwerkbedrijf De Wroeter te Sint-Lambrechts-Herk (België). Daarnaast verschaft deze scriptie informatie over de invloed die tuintherapie heeft op personen met een beperking.

We maakten gebruik van de gestandaardiseerde 'Garden Evaluation Toolkit', die opgesteld werd door Naomi Sachs, professor in de plantwetenschappen en landschapsarchitectuur. Op die manier konden we de omgevingselementen vergelijken, en onder brengen in een kolomdiagram. Er participeerden 23 geïnterviewden aan deze scriptie waaronder experts, tuintherapeuten, ervaringsdeskundigen, …

In de resultaten vind je een stappenplan of handleiding terug voor (maatwerk)bedrijven in België, zodat ze het project uit Zweden kunnen nabootsen. Als belangrijkste bevinding kunnen we stellen dat er een link is met onze levenswijze (politiek, economisch, enz.), het voortbestaan van de natuur en mensheid, en hedendaagse gezondheidscrisissen. Op die manier is er ook een verband tussen Covid-19 en het ontstaan van burn-out, namelijk een gemeenschappelijke oorzaak, die we omvatten als onze globale levenswijze. Dit is dus niet enkel een eindscriptie met een onderzoekend doel, maar bevat ook een waarschuwing. Namelijk de onaangename gevolgen die de mensheid te wachten staan, wanneer we in de toekomst niet ingrijpen.
Meer lezen

Transitie tussen onderwijs en arbeidsmarkt versterken: ComOP. Een praktijkonderzoek in samenwerking met IBSO Woudlucht OV2 en Blankedale vzw.

Hogeschool PXL
2018
Kristin
Havaux
  • Hanne
    Vanreppelen
Te veel schoolverlaters van Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) opleidingsvorm 2 (OV2) zijn een jaar na het afstuderen nog niet aan de slag op de arbeidsmarkt. Hanne Vanreppelen en Kristin Havaux, alumnae Bachelor Ergotherapie aan PXL Hasselt, ontdekten een mismatch tussen school en maatwerkbedrijf wat betreft vraag en aanbod van competenties. Om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen ontwikkelden Hanne en Kristin in samenspraak met IBSO Woudlucht en Blankedale vzw het Competentie Ontwikkeling Profiel of kortweg ComOP. Goede communicatie en een vlotte uitwisseling van informatie zijn immers de sleutel tot een vlotte transitie naar de arbeidsmarkt, vond het duo en zag dit ook bevestigd in de literatuur.
Meer lezen

De bestrijding van gevolgen van armoede bij jongeren in een grootstedelijke context.

Arteveldehogeschool Gent
2017
Jill
Mertens
  • Lise
    Darthet
  • Caroline
    Van den Bossche
We bestudeerden organisaties die armoede bestrijden in een grootstedelijke context om zo tot een mogelijke oplossing te komen. In tegenstelling tot onze opzet kwamen we echter tot enkele bedenkingen, die mee kunnen bouwen aan een plan om de huidige projecten te verbeteren en toekomstige plannen beter te maken dan hun voorgangers.
Meer lezen

Wenbeleid in de occasionele kinderopvang: Praktische en haalbare handvatten voor een wetenschappelijk onderbouw wenbeleid

Odisee Hogeschool
2017
Nancy
Goossens
Op initiatief van en ondersteund door stad Antwerpen startte in 2003 de “Occasionele Kinderopvang Is DroomOpvang”(OKiDO). Deze opvang is ontstaan als buurt- en nabijheidsdienst project naast de andere opvangvormen door onthaalouders, kinderdagverblijven en buitenschoolse kinderopvang. De doelgroep van OKiDO zijn kwetsbare gezinnen. Buiten de functie van occasionele kinderopvang is OKiDO ook een tewerkstellingsproject voor doelgroepmedewerkers in opleiding. Zo combineren deze doelgroepmedewerkers hun opleiding Kinderzorg met hun werk bij OKiDO. Elke OKiDO zet heel erg in op ouderparticipatie en buurtparticipatie. Dat zijn de pijlers van hun lokale dienst buurtgerichte kinderopvang.

De occasionele opvang speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kinderen. Door kennis over de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind en over bijzondere aandachtspunten voor kwetsbare gezinnen werkt de opvang preventief en ondersteunend. Dat draagt bij tot een kwaliteitsvolle opvang. Volgens het referentiekader van Kind en Gezin maakt wennen deel uit van een kwaliteitsvolle opvang en is het een recht van de ouders en de kinderen. Het starten in de kinderopvang is een ingrijpende gebeurtenis voor kinderen en ouders. Ingrijpende gebeurtenissen brengen angst en stress met zich mee en hebben een invloed op de ontwikkeling van het kind. Dit kan voor een, meestal tijdelijke, terugval in de ontwikkeling zorgen. In het bijzonder voor kwetsbare kinderen (bv. uit migratiegezinnen, in een armoedesituatie) vormt dat een risico. Het is belangrijk daarmee rekening te houden in de opvang.

Wennen kan niet losgekoppeld worden van ouderparticipatie. Ouderparticipatie is belangrijk voor het kind, de ouders en de begeleiders. Voor de medewerkers in de kinderopvang is er een belangrijke rol weggelegd bij het wennen en bij de ouderparticipatie. Indien er een goede samenwerking is tussen de verschillende actoren, verloopt de overgang van thuis naar opvang ook vlotter. Een vlotte samenwerking is een belangrijke basis voor een kwaliteitsvolle kinderopvang. Kwaliteitsvolle kinderopvang kan zo voor een verbindende werking zorgen.

In de occasionele opvang OKiDO zagen we dat de ondersteunende mogelijkheden om te wennen niet altijd in de praktijk worden omgezet. Deze eindproef heeft mij toegelaten om het belang van wennen theoretisch te onderbouwen en om OKiDO een aantal mogelijkheden aan te reiken die hun wenbeleid versterken.

Bij mijn veranderingsvoorstellen heb ik gekozen om te vertrekken vanuit het aanzetten tot empowerment van ouders en kinderbegeleiders. Deze vertalen zich in praktische handvatten zoals:

• Een vast afscheidsritueel aan een familieboom, die dienst doet als ankerpunt voor kind en ouders en zorgt voor vertrouwen, verbondenheid en actieve betrokkenheid van de ouders.
• Een stappenplan dat zorgt voor een visuele overdracht van informatie tussen opvangverantwoordelijke en kinderbegeleiders.
• Het aanstellen van een wenbegeleider en deze actief laten participeren tijdens het intakegesprek en bij de wenmomenten, zorgt voor meer zin tot verantwoordelijkheid bij de betreffende kinderbegeleider en het schept vertrouwen bij ouders en kind. Bovendien zijn alle praktische voorbereidingen getroffen voor de opstart in de opvang waardoor ouders en kind zich welkom voelen.

De voorstellen zijn implementeerbaar in alle kinderdagverblijven, mits het creëren van bewustwording rond het belang van wennen binnen de organisaties en bij de opvangverantwoordelijken. Om hiertoe te komen is er nood aan een professional binnen de organisatie die het thema wennen opneemt, uitdraagt en opvolgt. Wennen is immers geen ‘eenmalig’ aandachtspunt, maar maakt deel uit van het pedagogische raamwerk van de kinderopvang, één van de vergunningsvoorwaarden voor alle organisatoren van kinderopvang. Het is een cruciaal onderdeel om het welbevinden van het kind in de opvang te bevorderen.
Meer lezen

De lokale diensteneconomie en de activeringslogica: Een onderzoek naar de determinanten van de doorstroom van doelgroepwerknemers naar de reguliere economie

Universiteit Gent
2017
Daphné
Crombez
In een steeds restrictiever wordende samenleving tracht de lokale diensteneconomie doelgroepwerknemers door te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Dit onderzoek tracht te peilen naar belemmerende en faciliterende factoren bij doorstroom.
Meer lezen

HERVORMING PWA-STELSEL NAAR WIJK-WERK: ONDER DE LOEP

Hogeschool UCLL
2017
Jolien
De Hertog
Een hervorming van het PWA-stelsel naar wijk-werk, een transitie met vele gevolgen voor zowel de doelgroep, de PWA-beambten en de gebruikers. Met deze scriptie haalde ik de stem van de PWA-beambten, een belangrijke groep mensen die niet gehoord werden gedurende deze langdurige transitie naar boven.
Meer lezen

Ontwerp en realisatie van een palletdispenser

Hogeschool VIVES
2016
Manuel
Viaene
  • Sophie
    Delameilleure
Beschrijving van een totaalproject van een modulaire palletdispenser. Van principe schets tot volledig werkend geheel.
Meer lezen

Perceptie van huisartsen over hun huidige en toekomstige rol in het beleid bij hartfalenpatiënten: Een kwalitatieve studie.

KU Leuven
2016
Sofia
Zervas
  • Hanne
    Leben
Alhoewel richtlijnen een multidisciplinaire omkadering van hartfalenpatiënten aanraden, blijft de zorg in Vlaanderen gefragmenteerd met een onduidelijke rolverdeling voor de verschillende zorgverleners. Deze masterthesis is een kwalitatief onderzoek naar de rol van de huisarts in het beleid bij chronisch hartfalen. De belangrijkste bevinding is dat huisartsen kiezen voor een holistische en flexibele zorg, waarin voor hen een centrale rol is weggelegd.
Meer lezen

Het bijzondere dyslexiebeest. De theorie en praktijk van psycho-educatie aan lagere schoolkinderen met dyslexie

Thomas More Hogeschool
2016
Liesy
Nelissen
Deze scriptie belicht de verschillende doelen, werkvormen en methodes, betrokken partijen, bestanddelen en lacunes van psycho-educatie aan lagere schoolkinderen met dyslexie. Daarnaast gaat de scriptie in op de benodigde aspecten van een voorlichtingsfilm voor deze doelgroep
Meer lezen

Praktijkondersteuning bij de aanpak van zwaarlijvigheid: wat diëtisten willen en hoe! Tools bij het draaiboek van Eetexpert vzw voor diëtisten

Thomas More Hogeschool
2016
Karen
Lavrijsen
Diëtisten krijgen tools aangereikt bij het draaiboek van Eetexpert vzw om zwaarlijvigheid aan te pakken conform de gezondheidsvisie waarbij de gewichtsfocus verlaten wordt.
Meer lezen

GEBIEDSGERICHT MAATWERK: De structurerende kracht van open ruimte in de landelijke gemeente Deurne-Diest.

Universiteit Hasselt
Zander
Rutten
Veel mensen gaan in hun vrije tijd op zoek naar groen en rust. Anderen kiezen er uitdrukkelijk voor om zich te vestigen op het platteland omwille van de mooie natuur, de gezelligheid van een dorpskern, de rust en de ruimte. Vaak zijn ze echter mede oorzaak van de teloorgang van de open ruimte. Groenstructuren lijken te worden teruggedrongen door de bouwzucht van de Vlaming. De open ruimte staat onder druk (Tempels, Bomans, & Verbeek, 2012, p. 18). Dagelijks verdwijnt er in Vlaanderen namelijk 6 ha open ruimte onder invloed van deze tendens.
Meer lezen

Northern Uganda’s formerly recruited youth in detention: A qualitative study of their transition process and imprisonment

Universiteit Gent
2015
Yamina
Marzougui
 “Vergeten verhalen: ex-kindsoldaten in de gevangenis”“Het misdrijf waarvan ik verdacht word, is gebaseerd op een leugen. Mensen in m’n gemeenschap beschuldigden mij ervan omdat ik vroeger bij de rebellen leefde. Vandaag ben ik erg ongelukkig door de grote onzekerheid… hoe lang zal ik hier nog opgesloten zitten?” Jack is één van de tienduizenden jongeren die in Noord-Oeganda ontvoerd werd door de rebellen van het Lord’s Resistane Army (LRA) om hen in te zetten als kindsoldaat.
Meer lezen

De invloed van flexibiliteit in leertrajectorganisatie op leermotivatie van jonge cursisten in het tweedekansonderwijs

Universiteit Antwerpen
2015
Mariska
Hendrickx
  • Mariska
    Hendrickx
Wat het secundair onderwijs niet kan, kan het tweedekansonderwijs wel.Steeds meer jongeren die vroegtijdig het secundair onderwijs verlaten, vinden hun weg naar het tweedekansonderwijs om alsnog een diploma te halen. De centra voor volwassenenonderwijs die tweedekansonderwijs aanbieden, zien al enkele jaren dat het aantal cursisten onder de 25 jaar alsmaar toeneemt.
Meer lezen

Het gedrag van collega's ten opzichte van behoefte-i-deals: de invloed van de inhoud van de i-deal en het al dan niet aanwezig zijn van een arbeidshandicap bij de i-dealer

KU Leuven
2015
Marlies
Hartman
Hoe reageren Vlaamse werknemers op unieke voordelen (i-deals) toegekend aan collega’s met een handicap ?Werknemers reageren positiever op een uniek voordeel dat toegekend wordt aan een collega wanneer deze collega lijdt aan een handicap. Dit blijkt uit de resultaten van een onderzoek uitgevoerd aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (campus Antwerpen) van de KU Leuven, in het kader van een masterproef Human Resource Management.Eén van de mogelijkheden om personen met een handicap te integreren in het reguliere arbeidscircuit, is via de toekenning van i-deals aan deze werknemers.
Meer lezen

Zinvol voorschrijven van geneesmiddelen bij ouderen in de laatste levensfase: evaluatie van de huidige evidentie.

Universiteit Gent
2014
Justine
Vansteenkiste
 Zinvol voorschrijven bij ouderen in de laatste levensfaseDe verlengde levensverwachting en bijgevolg onoverkomelijke vergrijzing van de populatie, leidt tot het zich ontpoppen van een complexe zorgvraag in het geriatrisch landschap. Zo is deze oudere en vaak kwetsbare populatie opmerkelijk gevoeliger voor ziekte, met daaruit voortvloeiend een abundant geneesmiddelengebruik. Uit studies blijkt immers dat maar liefst 50% van de 65-plussers 5 of meer geneesmiddelen inneemt.
Meer lezen