Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Automatic Semantic Annotation and Visualization of Machine Learning Pipelines with FnO

Universiteit Gent
2024
Pol
Nachtergaele
Deze paper introduceert een innovatieve tool voor het automatisch semantisch annoteren van machine learning-processen in RDF, met als doel om deze te integreren op het semantische web. Dit bevordert transparantie en helpt bij het naleven van de GDPR-wetgeving. De tool maakt gebruik van de Function Ontology (FnO) om Python-functies, -methoden en -klassen semantisch te beschrijven, en integreert de Provenance Ontology (ProvO) om datatransformaties tijdens het verwerkingsproces vast te leggen. Door het beschrijven van functie-implementaties kunnen gebruikers deze processen nadoen en uitvoeren, terwijl gedetailleerde provenance-informatie wordt vastgelegd. Bovendien worden MLFlow en de MLSchema Ontology gebruikt om machine learning-modellen en hun trainingsprocessen in RDF-formaat te beschrijven. Deze beschrijvingen worden gevisualiseerd met behulp van een stroomdiagram. Dankzij de semantische beschrijving van machine learning-operaties via deze tool kan een individu meer controle behouden over zijn eigen data.
Meer lezen

Wegwijs in voeding: een historische analyse van voedingsvoorlichting in Vlaanderen sinds 1960

UC Leuven-Limburg
2024
Ayla
Van den Eynde
  • Femke
    Moyens
Voeding is altijd een belangrijk onderdeel van mensen hun leven geweest en meer dan ooit is er nood aan concrete en betrouwbare informatie over voeding op maat van de consument. Adviezen over wat ‘gezonde voeding’ nu juist inhoudt en modellen die mensen visueel helpen om tot een gezond voedingspatroon te komen, worden al meerdere decennia gepubliceerd. In België werd het eerste officiële voorlichtingsmodel, het Klavertje Vier, in de jaren 1960 gepubliceerd en de daaropvolgende jaren veranderden voedingsvoorlichtingsmodellen drastisch. Het doel is te achterhalen hoe deze modellen zijn geëvolueerd tot de Voedingsdriehoek zoals we hem vandaag kennen. En te kijken op welke informatie de Belgische en later de Vlaamse overheid zich baseerde om deze modellen te creëren.
Aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie zijn we allereerst op zoek gegaan naar de evolutie van de voedingswetenschap omdat dit de basis is van voedingseducatie en voorlichtingsmodellen. De kennisbank van het CAG en (achtergronddocumenten van) Gezond Leven brachten waardevolle informatie aan. Vervolgens onderzochten we de oorsprong van voedingseducatie waarbij het CAG en artikels gepubliceerd door Peter Scholliers en historische kookboeken zoals ‘Ons Kookboek’ interessante bronnen waren. Voor de evolutie van de modellen hebben we diverse bronnen geraadpleegd: websites, boeken en kookboeken... Ook hebben we Erika Vanhauwaert geïnterviewd, zij stond namelijk aan de basis van de ontwikkeling van de Voedingsdriehoek, waardoor ze waardevolle ongepubliceerde informatie kon geven. Krantenartikels uit De Standaard en HLN, gaven ons een breed beeld van wat de reactie was op de modellen door het algemene publiek en experten.
Voedingsvoorlichtingmodellen zijn vaak veranderd in Vlaanderen doorheen de jaren. Sinds het begin van voedingsonderzoek in de late 19e eeuw tot nu is voedingsvoorlichting geëvolueerd van simpele brochures en boekjes om deficiëntieziekten te voorkomen, naar visuele modellen op voedingsmiddelenniveau om welvaartsaandoeningen te voorkomen en naar modellen die een zo holistisch mogelijk beeld proberen te schetsen van voedingspatronen. Voedingsadviezen werden eerst door zowat iedereen verspreid, maar vandaag de dag houdt de overheid zich bezig met de publicatie van een eenduidig voorlichtingsmodel. Ook het doelpubliek waartoe de modellen zich richtten veranderde, eerst waren het vooral educatietools voor gezondheidsprofessionals, waarna ze meer en meer voor de algemene bevolking werden ontwikkeld. Het onderzoek dat voorafgaat aan de publicatie van de modellen wordt steeds uitgebreider met de jaren om zoveel mogelijk factoren te implementeren voor een zo integraal mogelijk beeld op gezondheid. Ondanks dit uitgebreid onderzoek stuiten de modellen echter steeds op kritiek en is het duidelijk dat modellen geregeld herzien en aangepast moeten worden om te blijven voldoen aan veranderingen in de maatschappij.
Voeding is een snel evoluerende wetenschap en van fundamenteel belang voor de algemene gezondheid. Uit het verleden leren we dat het belangrijk is om duidelijke en onderbouwde voedingsadviezen en voorlichtingsmodellen de wereld in te sturen die makkelijk te begrijpen zijn voor de algemene bevolking en aangepast worden op basis van de nieuwste wetenschappelijke consensus.
Meer lezen

Ecodorpen: kan je zelfvoorzienend leven in Vlaanderen?

Arteveldehogeschool Gent
2024
Hanne
van Mourik
  • Lowie
    Vandyck
  • Zoë
    Sagon
Er zijn wereldwijd tienduizend ecodorpen: zelfvoorzienende gemeenschappen waar mensen in harmonie leven met de natuur en met elkaar. In Vlaanderen bevinden zich slechts vier van dit soort plekken, veel minder dan in Wallonië en Nederland. Hanne, Lowie en Zoë bezoeken verschillende ecodorpen om te onderzoeken hoe zelfvoorzienend je kan leven in Vlaanderen.
Meer lezen

Berichtgeving op Vlaamse nieuwssites over alzheimermedicijnen

KU Leuven
2024
Maarten
Van Clé
INLEIDING: Nieuwsites die rapporteren over medicatie bereiken een groot deel van de bevolking. Een volledige en gebalanceerde berichtgeving hierbij is belangrijk. Onderzoek ontbrak tot op heden binnen het Nederlandstalig medialandschap. Een concreet startpunt waaruit een debat kan voortvloeien tussen de verschillende actoren van de Vlaamse gezondheidscommunicatie ontbrak daarom. Dit onderzoek gebruikt hiervoor de communicatie over alzheimermedicatie en onderzoekt of die volledig en gebalanceerd was.

METHODEN: De berichtgeving rond alzheimermedicatie wordt onderzocht aan de hand van een retrospectieve kwantitatieve inhoudsanalyse op nieuwsartikelen gepubliceerd op de websites van de zeven grootste Vlaamse nieuwssites tussen 1 januari 2012 en 31 december 2023. De analyse omvatte het verzamelen van bibliografische gegevens, het beoordelen van de volledigheid aan de hand van vooraf gedefinieerde vragen, en tot slot het beoordelen van de balans van de berichtgeving door het gebruik van superlatieven en vermelding van tegenslagen te analyseren.

RESULTATEN: 172 artikels werden onderzocht (130 unieke teksten en 42 dubbele teksten). De communicatie over bijwerkingen (41%, 53/130) en kostprijs (18%, 23/130) was beperkt. In 38% (50/130) van de artikels werd iets vermeld over goedkeuring, waarvan 20% (26/130) van de gevallen specifiek goedkeuring in Europa. Superlatieven werden zelden gebruikt. 63% (82/130) van de artikels vermeldde dat alzheimeronderzoek gepaard ging met tegenslagen.

DISCUSSIE: De communicatie over alzheimermedicatie blijkt regelmatig onvolledig. Het taalgebruik lijkt wel gebalanceerd. Die communicatie is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen experten, bedrijven, persagentschappen en journalisten. Deze studie kan dienen als startpunt voor een debat tussen de verschillende belanghebbenden over hoe zij de huidige communicatie over geneesmiddelen kunnen verbeteren.
Meer lezen

Konfianz - Over vertrouwen in de wereld, in elkaar en in jezelf

Thomas More Hogeschool
2024
Jani
Lambrechts
  • Staf
    Smets
Konfianz is een magazine waarin we vertrouwen – en wantrouwen – bespreken. De twee vormen de rode draad in een mensenleven, maar ook in onze samenleving en de manier waarop die georganiseerd is. Omdat wantrouwen en angst te lijken overheersen op dit moment, willen we met Konfianz uitzoeken waar het wantrouwen vandaan komt, als ook ideeën, organisaties en mensen in de kijker zetten die wel handelen vanuit vertrouwen. Konfianz onderzoekt de dunne grens tussen vertrouwen en wantrouwen, stelt vragen en zoekt antwoorden in de hoop het vertrouwen in de samenleving weer wat aan te wakkeren.
Meer lezen

Cyber Warfare: an attack on the principle of distinction?

KU Leuven
2024
Charlotte
Teuwens
Cyberaanvallen zijn alomtegenwoordig. De gevolgen ervan worden met de dag ernstiger. Deze aanvallen vereisen daarom een strenge en duidelijke regelgeving. Het merendeel van de staten besloot dan ook na jaren van discussie dat het internationaal humanitair recht van toepassing is op cyberoorlogvoering. Het blijft echter onduidelijk hoe de principes geïnterpreteerd moeten worden. Over het beginsel van onderscheid rees bijvoorbeeld de vraag of digitale gegevens als voorwerp beschouwd kunnen worden. In dat geval zou dit beginsel namelijk persoonsgegevens beschermen. Gezien de interconnectiviteit van de cyberruimte is dit dan ook zeer wenselijk.

In twee niet-bindende instructies over cyberoorlogvoering besloten experten daarentegen dat persoonsgegevens geen voorwerp zijn. Verschillende auteurs hebben kritiek geuit op dezeinterpretatie. Volgens hen beschouwen staten digitale gegevens reeds als voorwerp en ontstaat er gewoonterecht. In hun argumentatie voor deze verklaring ontbreekt echter sluitend bewijs.

Deze masterproef onderzoekt daarom de waarachtigheid van dit standpunt. De masterproef analyseert bronnenmateriaal van veertien staten op zoek naar opinio juris en statenpraktijk. De staten zijn geselecteerd aan de hand van drie factoren wat betreft hun betrokkenheid in cyberoorlogvoering. Op basis van deze analyse besluit de masterproef dat staten de ‘scale and effects approach’ toepassen: ze evalueren of de niet-materiële gevolgen van een cyberaanval, bijvoorbeeld economische, gelijkaardig zijn aan de gevolgen die een fysieke aanval zou veroorzaken. Het standpunt van de auteurs is dus gedeeltelijk waar: staten beschouwen digitale gegevens niet als voorwerp, maar wanneer de omvang en gevolgen van een cyberaanval een bepaalde drempel overschrijden, beschermen ze digitale gegevens alsnog als een voorwerp. Deze bevinding resulteert in een alternatieve interpretatie voor huidige praktijken in de
cyberruimte. Om vervolgens bovenvermelde drempel te specifiëren, zijn de interpretatie van de experten en de alternatieve interpretatie toegepast op scenario’s. Deze toepassing toont aan dat staten vaker bescherming bieden tegen cyberaanvallen dan de experten in hun interpretatie aan bescherming voorzien. De masterproef concludeert daarom dat een herinterpretatie wenselijk is om de rechtszekerheid en de bescherming van persoonsgegevens te verhogen.
Meer lezen

Rouw bij topsporters na het beëindigen van de topsportcarrière

AP Hogeschool Antwerpen
2024
Hanne
Van Bossele
  • Liesbet
    Van Breedam
De overgang van een leven als topsporter naar een ander carrièrepad is vaak een complex
proces dat gepaard gaat met diverse uitdagingen, waaronder het ervaren van rouw en
verlies. Dit verkennend onderzoek richt zich op de verschillende ervaringen van
tweeëntwintig voormalige atleten met betrekking tot rouw en verlies bij het beëindigen van
hun carrière in de topsport. Deze atleten hebben hun topsportcarrière minimaal drie jaar en
maximaal zestien jaar geleden stopgezet. De hoofdvraag probeert te achterhalen op welke
manier deze topsporters het best kunnen ondersteund worden tijdens deze overgangsfase.
De deelvragen richten zich op factoren die de verlieservaring beïnvloeden, handvaten en
belemmeringen voor het verwerkingsproces, en de emoties die domineren bij het beëindigen
van de carrière en hoe deze veranderen na verloop van tijd.
Een uitgebreide literatuurstudie werd uitgevoerd en twee experten in het begeleiden van
(ex-)topsporters werden bevraagd. Semigestructureerde interviews en vragenlijsten werden
afgenomen bij tweeëntwintig ex-topsporters. De interviews werden geanalyseerd aan de
hand van een thematische analyse. De bevindingen tonen aan dat zeventien van de
tweeëntwintig deelnemers een rouwervaring hebben doorgemaakt bij het beëindigen van
hun topsportcarrière. Dit suggereert dat rouw of verlies een veelvoorkomend fenomeen is
tijdens deze overgang.
De analyse wijst op enkele belangrijke tendensen. Factoren die de verlieservaring
beïnvloeden, omvatten onder andere het niveau en de intensiteit van de topsportbeoefening.
Respondenten die voorafgaand aan hun beëindiging een duidelijk plan hadden en/of een
afscheid of erkenning kregen, ervaarden minder intense rouwgevoelens. Sociale steun van
familie, vrienden en lotgenoten bleek een belangrijke buffer te zijn tegen mogelijke
rouwgevoelens en respondenten die hun carrière onvrijwillig moesten beëindigen, voelden
vaker intense rouwgevoelens dan diegenen die vrijwillig stopten. Daarnaast suggereert het
onderzoek dat het inzetten op enkel topsport, ook tijdens de carrière, belemmerend kan
werken in het leven na topsport.
De resultaten benadrukken het belang van bewustwording en erkenning van de uitdagingen
die voormalige topsporters ervaren bij de carrièrebeëindiging alsook het belang van goede
begeleiding bij het afsluiten van een topsportcarrière. Aanbevolen
ondersteuningsmogelijkheden omvatten psychologische ondersteuning, het opzetten van
p 5 / 109
mentorprogramma’s met ervaren ex-topsporters, inclusief loopbaanbegeleiding en
netwerkuitbreiding. Verder is er aandacht voor erkenning en afscheid binnen de
topsportgemeenschap als belangrijk aspect voor een succesvolle overgang.
Het onderzoek benadrukt de complexiteit van het proces en pleit voor een holistische
benadering van ondersteuning van (voormalige) topsporters bij het beëindigen van hun
carrière, met aandacht voor zowel de mentale als fysieke aspecten, alsook de ontwikkeling
van een bredere identiteit en sociale netwerken buiten de sport.
Meer lezen

Bepaling van kwaliteitsindicatoren voor opvolging van Diabetes Mellitus door de apotheker: een RAND-gemodificeerde Delphi methode

KU Leuven
2024
Laura
Christiaens
Diabetes Mellitus is een complexe aandoening die een multidisciplinaire aanpak vereist waarbij apothekers een belangrijke rol spelen. Kwaliteitsindicatoren en de combinatie hiervan met audit en feedback kunnen helpen om de zorg voor diabetespatiënten te verbeteren. Echter zijn de bestaande richtlijnen voor diabeteszorg door apothekers niet gevalideerd in België waardoor onmiddellijk gebruik als indicator niet mogelijk is. Dit onderzoek had als doel een set gevalideerde kwaliteitsindicatoren te ontwikkelen om de zorgkwaliteit door Belgische apothekers aan diabetespatiënten te evalueren. Met behulp van de RAND-gemodificeerde Delphi-methode werden aanbevelingen uit nationale en internationale richtlijnen beoordeeld door een multidisciplinair panel. Dit resulteerde in 14 procesindicatoren waarvan er momenteel 3 volledig te extraheren zijn uit het gedeelde farmaceutische dossier. Deze zijn gericht op vaccinatie, patiënteneducatie en levensstijlmanagement. Voordat de indicatoren in de praktijk kunnen worden uitgerold, zijn verdere implementatiestudies vereist.
Meer lezen

Het ontwikkelen van een kader voor het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken ter stimulering van de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen

KU Leuven
2024
Ines
Geysels
Het voorlezen van prentenboeken kan de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen stimuleren. Mede door de digitalisering is er een ruim aanbod aan digitale prentenboeken binnen het handbereik van kleuters, met grote variaties in vormgeving en inhoud. Dit kan extra mogelijkheden bieden voor de taalontwikkeling. Uit onderzoek blijkt echter dat niet elke vormgeving van de beschikbare digitale prentenboeken effectief is om de vroege taalontwikkeling te stimuleren. Met deze masterproef willen we kleuterleerkrachten helpen om gericht te kiezen uit het grote aanbod aan digitale prentenboeken door een kader te ontwikkelen voor het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken met oog op de stimulering van de taalontwikkeling van kleuters.

Op basis van de beschikbare wetenschappelijke onderzoeksliteratuur werd de eerste versie van het kader opgesteld. De verdere ontwikkeling van het kader verliep via een Delphi-studie. De Delphi-studie telde drie rondes waarin negen experten in de domeinen taalontwikkeling, prentenboeken en/of digitale leermiddelen feedback gaven in functie van de volledigheid, duidelijkheid en juistheid van het kader tijdens een individueel interview en twee focusgroepen. De bruikbaarheid van het uiteindelijke kader werd door middel van individuele interviews nagegaan bij 22 onderwijsprofessionals, met name pedagogische begeleiders, kleuter- en zorgleerkrachten.

Op basis van zowel de wetenschappelijke literatuur, de feedback van de experten en de evaluatie door de onderwijsprofessionals kwamen we tot een versie van het kader dat volgens de experten onderbouwd en omvattend en volgens de onderwijsprofessionals bruikbaar is in de onderwijspraktijk. Het kader kan kleuterleerkrachten helpen bij het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken ter stimulering van de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen. Het finale kader is een beschrijvend kader met elementen die de vroege taalontwikkeling van kleuters kunnen stimuleren. We ronden deze masterproef af met een kritische reflectie over de theoretische implicatie van het kader en formuleren suggesties voor verder onderzoek en de onderwijspraktijk.
Meer lezen

Een tactiele kijk op grotkunst – Onderzoek naar de rol van tastzin in het maak-, creatie- en belevingsproces van laatpaleolithische grotkunst in Europa

Vrije Universiteit Brussel
2024
Sarah
Deleersnyder
In de studie rond de creatie en beleving van grotkunst wordt er grotendeels aandacht besteed aan de visuele factoren. Andere zintuigen worden daarentegen nauwelijks mee betrokken, het onderzoek naar de creatie of van grotkunst in het algemeen kan hierdoor voornamelijk een eenduidige kijk verkrijgen. Het doel van deze masterproef is om aan te tonen dat er meer is dan alleen het visuele en dat de rol van de tastzin een eventuele cruciale rol speelt in het maak-, creatie- en belevingsproces van grotkunst. Waardoor de hoofdvraag van deze thesis luidt: “Wat is de mogelijke rol van tastzin in het maak-, creatie- en belevingsproces van grotkunst in het Europees laatpaleolithicum?”. Het heeft als doel om te onderzoeken hoe de tastzin op verschillende manieren iets meer kan vertellen over het cultureel gedrag van tijdens het laatpaleolithicum.

Om een antwoord te kunnen bieden op deze hoofdvraag ging het onderzoek van start met een grondige literatuurstudie. Hierbij wordt er eerst gekeken naar de tijd en ruimte waar de grotkunst van dit onderzoek betrekking op heeft. Alsook werd er beargumenteerd waarom deze thesis zich focust op de regio Europa, waarbij vast te stellen is dat de grotkunst meer divers onderzoeksmateriaal opleverde. Daarna werd er toegespitst op de tastzin zelf, om zo meer betekenis en aanvulling te kunnen geven waarom het van belang kan zijn om tastzin mee te incorporeren in onderzoek. Het is namelijk ons eerste primitieve zintuig dat zowel bewust als onbewust zijn invloed uitoefent doorheen het dagelijkse leven. De belangrijke en invloedrijke achtergrond van tastzin en zijn betrekking tot de kunst kan al een aanduiding geven waarom tast een rol kan gespeeld hebben bij grotkunst. Toeschouwers hebben namelijk de drang om kunstwerken aan te raken en van dichterbij te bestuderen, waarbij het vastnemen van objecten de standaard norm was in de 17e en 18e in musea, in tegenstelling tot vandaag de dag.

De literatuurstudie spitst zich hierna voornamelijk toe op de voorgaande vaststellingen en eigen verworven interpretaties. Waarbij verschillende aspecten van de grotkunst worden belicht. Gaande van de gebruikte technieken, de gewaarwording van de omgevingsfactoren en hypothesen rond de drijfveer voor de totstandkoming van de creaties en hoe tast hier een bijkomende invloed op kan gehad hebben. Hierbij werd er bijvoorbeeld gekeken naar hoe de omgeving al een betrekking had tot de tastzin, zoals het feit dat er nood was aan speciale fotografie om afgewerkte beschilderingen te bekomen, die voordien als onafgewerkt werden beschouwd. Waarbij het bestuderen en mee betrekken van de structuur van de wand als noodzaak wordt gevonden bij onderzoeken rond beschilderingen. Deze beschilderingen waren namelijk niet vast te stellen met het blote oog aangezien deze voortvloeide in het reliëf, waardoor de rol van de tastzin en dus het voelen van de wand hier eventueel mee een betrekking had op de creatie. Het is hierdoor dus van belang om onze moderne manier van denken en hulpmiddelen in deze onderzoeken op de juiste manier in te schakelen.

Het is bijkomend van belang om te ervaren hoe het was om zich toen in de grotten te begeven, waarbij dit kan gedaan worden door gebruik te maken van de lichtbronnen van toen zoals fakkels, haarden en vetlampen. Het heeft namelijk als doel om bepaalde aspecten van het cultureel gedrag naar de voorgrond te brengen. Het helpt ons zo ook om dichter te staan bij de verschillende denkprocessen van toen. In dit onderzoek is nagegaan hoe de tast dus eventueel een rol kan gespeeld hebben op grotkunst door gebruik te maken van onderzoekers hun vaststellingen tot de creatie van grotkunst en hun bijhorende methodes. De verschillende toebehorende technieken van creatie bevatten elk een vorm van tast die onbewust of bewust een invloed zullen gehad hebben op de verschillende processen die in deze thesis worden onderzocht. Zoals het feit dat het reliëf van de wand in relatie staat tot de creatie, doordat op wanden die verschillende structuren bevatten meer grotkunst te vinden is in tegenstelling tot vlakke ondergronden. Echter kan het construeren van graveringen, beschilderingen en het bewerken van de wand al gezien worden als een vorm van tast. Waarbij deze toepassingen van tastzin een rol kan gespeeld hebben in het creatief denken en de toebehorende beleving. Doorheen de literatuurstudie werden verschillende inzichten bekomen die resulteerden in het opstellen van verschillende bijhorende onderzoeksvragen. Deze vragen en hypotheses kunnen voor bijhorende diepgang zorgen, waardoor er een grondiger antwoord kan geleverd worden op de hoofdvraag.
Om de inzichten en de bijhorende onderzoeksvragen te beantwoorden die voortvloeiden uit de literatuurstudie werd er aan eigen empirisch onderzoek gedaan waarbij er via diepte-interviews resultaten uit verworven konden worden. Hierbij werden individuele interviews uitgevoerd met personen die zeer dicht staan tot hun kennis en gebruik van tastzin. Deze personen waren namelijk geboren of op latere leeftijd met blind- of slechtziendheid geconfronteerd. Hierbij was het van belang om vanuit hun eigen interpretatie en expertise te vertrekken rond de rol van tastzin. De resultaten die voortvloeiden uit dit kwalitatief onderzoek tonen aan dat de rol van tastzin niet mag vergeten worden in het verkrijgen van nieuwe inzichten met betrekking tot de grotkunst. Het is een zintuig dat van cruciaal belang is en waar eventueel in het laatpaleolithicum meer op werd gefocust. Het betreden van een grot is al een tastervaring op zich waardoor het niet onvermijdelijk is dat de tastzin een invloed heeft gehad.

De conclusie van deze thesis is dus opgesteld aan de hand van de literatuurstudie en de resultaten verworven vanuit eigen empirisch onderzoek. Waarbij er geconcludeerd kan worden dat het bestuderen van de tastzin en het mee incorporeren in onderzoek een breder scala aan inzichten kan geven met betrekking tot het maak-, creatie- en belevingsproces van grotkunst uit het laatpaleolithicum.
Meer lezen

De rol van samenwerking binnen inclusief onderwijs in de Kop van Noord Holland

Universiteit Gent
2024
Ester
Louwagie
Binnen de het basisonderwijs Kop van Noord Holland wordt opzoek gegaan naar hoe inclusief onderwijs tegen 2030 een realiteit kan zijn. Binnen deze scriptie probeerde de onderzoeker opzoek te gaan naar hoe samenwerking vorm kan krijgen tussen de verschillende onderwijspartners binnen de Kop van Noord Holland om inclusief onderwijs te stimuleren. Dit gebeurde aan de hand van etnografisch onderzoek, waarbij de onderzoeker voor zeven maand meeleefde en -werkte binnen een onderwijssetting in de Kop van Noord Holland.
Meer lezen

Tuchtstatuut bij militairen: hiërarchie bij defensie is bijzonder

Universiteit Gent
2024
Warre
Vancompernolle
Deze masterproef onderzoekt het verschil tussen het militaire disciplinaire systeem in theorie en in de praktijk binnen het Belgische leger, een onderwerp dat tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen. Via interviews met jonge Vlaamse militairen en experts werd vastgesteld dat er een duidelijke kloof bestaat tussen wat op papier staat en hoe disciplinaire maatregelen in de praktijk worden uitgevoerd. Factoren die deze verschillen veroorzaken zijn onder meer alternatieve straffen, de invloed van netwerken en vakbonden, en variaties in handhaving afhankelijk van inzet in het buitenland of de locatie. Het grootste probleem is echter het gebrek aan kennis over de disciplinaire procedures, zowel bij de leiding als bij het personeel zelf. De studie biedt daarnaast kort inzichten in militaire wetgeving, pesten en wangedrag binnen het Belgische leger. Op het einde van de thesis worden enkele aanbevelingen naar voren gebracht.
Meer lezen

Succesvolle communicatie voor leerkrachten, scholen en ouders van hoogbegaafde leerlingen

Hogeschool PXL
2024
Geert
Conard
"Hoogbegaafde leerlingen behalen altijd goede resultaten."

“Een hoogbegaafde leerling is slim genoeg,
die komt er wel op eigen houtje.”

Hoewel deze misvattingen vaak gehoord worden, is het verrassend hoe vaak hoogbegaafde leerlingen onderpresteren, en soms zelfs vroegtijdig de school verlaten zonder diploma. Communicatie tussen ouders en leerkrachten loopt vaak muurvast, met ernstige gevolgen voor het welzijn en de toekomst van de leerling en zijn gezin.

In dit onderzoek werden antwoorden gezocht op de onderzoeksvraag “Hoe beïnvloeden misvattingen over hoogbegaafdheid de communicatie tussen scholen, leerkrachten en leerlingen?". Geert Conard ontwikkelde een communicatietool die duidelijkheid schept over de meest voorkomende misvattingen voor leerlingen, leerkrachten en scholen. Door hiermee rekening te houden kan de communicatie aanzienlijk verbeterd worden.

Het communicatiemodel is echter niet het enige product wat werd afgeleverd, de resultaten werden verder aangevuld met heel wat persoonlijke ervaringen met als resultaat “Hoogbegaafdheid in dialoog”, een boek met waardevolle inzichten en handvatten voor leerkrachten en scholen om beter te communiceren met hoogbegaafde leerlingen en hun ouders.
Meer lezen

Weerstand tegen wetenschap? Louis Willems en het debat over pleuropneumonie (1852-1865)

KU Leuven
2024
Margeaux
De Borger
Deze masterproef onderzoekt het debat over de inentingsmethode van de Hasseltse arts Louis Willems tegen pleuropneumonie tussen 1852 en 1865. Ze kijkt daarbij naar de visie van (vee)artsen, boeren, agronomen en de regering.
Meer lezen

Dementie, de vergeten groep binnen de euthanasiewetgeving – Kan euthanasie bij vergevorderde dementie overwogen worden?

UC Leuven-Limburg
2023
Lena
Huybrechts
Moet er een wettelijk kader komen voor euthanasie bij vergevorderde dementie? A.d.h.v. bronnenonderzoek, een rechtsvergelijking met onze noorderburen en een interview met Professor Wim Distelmans werd er geconcludeerd van wel.
Meer lezen

Hoe kan men jongeren betrekken bij het ontwikkelen van een jeugdcentrum in Leopoldsburg?

UC Leuven-Limburg
2023
Zoë
Brock
In deze bachelorproef is onderzocht hoe men jongeren kan betrekken bij het ontwikkelen van een jeugdcentrum.
Meer lezen

Kleuters als expert: ‘Mantle of the Expert’ in het kleuteronderwijs

Hogeschool West-Vlaanderen
2023
Priscilla
Bellecoste
Onderzoek naar het implementeren van Mantle of the Expert in het kleuterwijs.
Kan een dramamethode meer leerwinst geven aan kleuters.
Hoe kunnen we een methode vereenvoudigen maar toch de essentie niet verliezen.
Meer lezen

Pan-European News Media reporting on EU enlargement with Ukraine: a Frame Analysis comparing news articles by Politico Europe, Euractiv, Euronews and EUobserver in 2022-2023

Universiteit Gent
2023
Febe
De Brabanter
Oekraïne, een land vollop in oorlog, is sinds 2022 officieel kandidaat-lidstaat van de EU. Met welke bril kijken invloedrijke media hiernaar?
Meer lezen

De stem van leerkrachten statistiek in de tweede graad: Noden en uitdagingen

Universiteit Gent
2023
Thibaut
Heymans
Statistiek is alomtegenwoordig in onze samenleving. Het onderwijs probeert leerlingen statistische geletterdheid bij te brengen, maar welke noden en uitdagingen ervaren wiskundeleerkrachten hierbij?
Meer lezen

Masters of Grand Strategy

Universiteit Gent
2023
Samuel
Boucké
In onderstaand beleidsrapport wordt geanalyseerd hoe strategic simulations een staat, zoals België, kunnen helpen bij de grand strategy, strategische cultuur en civiele-militaire relaties. Om dit te bereiken wordt eerst de term strategic simulations gedefinieerd. Dit is nodig om een fundatie
te bouwen waarop kan worden verder gewerkt. De term strategic simulations wordt gehanteerd als containerterm zodat alle essentiële types simulaties hieronder vallen. Vervolgens worden alle hoofdthema’s (grand strategy, strategische cultuur en civiele-militaire relaties) geanalyseerd en wordt er gekeken hoe deze in verhouding (kunnen) staan met strategic simulations. Op deze manier ontstaat er een rode draad doorheen het beleidsrapport die gevolgd kan worden en de verschillende thema’s met elkaar verbindt.
Meer lezen

Types experten en steun voor stealth democratie: een kwantitatief onderzoek naar de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België

Universiteit Gent
2023
Janne
Ingelbeen
Dit onderzoek focust op de percepties van burgers over de rol van experten tijdens de COVID-19 crisis in België. Meer specifiek zal worden onderzocht wat de impact is van de individuele verschillen tussen burgers op de steun voor stealth democratie tijdens de COVID-19 crisis in België. Omdat blijkt dat het van belang is een onderscheid te maken tussen verschillende types experten, zal deze studie voor elk type expert (medische, economische en sociale expert) de invloed van individuele verschillen tussen burgers onderzoeken. Die individuele verschillen slaan enerzijds op de politieke oriëntatie van burgers (links/rechts self-placement), en anderzijds op de ideologische attitudes van burgers (Right-Wing Authoritarianism, Left-Wing Authoritarianism en Social Dominance Orientation).
Meer lezen

Van beeld naar bedrog: pornografische deepfakes. Het juridisch en maatschappelijk kader van pornografische deepfakes in België.

Universiteit Gent
2023
Nina Dakota
Szyf
Genomineerde shortlist Scriptieprijs
Deze thesis voert diepgaand onderzoek uit naar zowel het wettelijke als het maatschappelijke kader omtrent pornografische deepfakes. Het hoofddoel was tweeledig: allereerst te onderzoeken of er bestaande juridische mechanismen zijn om slachtoffers van pornografische deepfakes te ondersteunen, en ten tweede te verkennen of dit fenomeen kan worden ingebed in een bredere context van genderongelijkheid. Dit onderzoek werd uitgevoerd door middel van een uitgebreide literatuurstudie gevolgd door interviews met 17 experten, variërend van beleidsmakers tot belanghebbenden, uit zowel België als Nederland.
Meer lezen

Whodunnit? Conduct rules for experts attributing Flemish Renaissance and Baroque paintings

Universiteit Gent
2023
Ann
Van Eenaeme
Het al dan niet toeschrijven van een schilderij aan een oude meesters kan verregaande consequenties hebben. Deze thesis is een pleidooi voor een (regelgevend) kader voor deze activiteit, omdat dit op dit moment voor een groot deel onbestaand is.
Meer lezen

Op intimiteit staat geen leeftijd Een seks- en intimiteitskoffer voor ouderen

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Tinne
Leppens
Een evidence-based en kwaliteitsvolle informatiekoffer over het thema ‘seksualiteit en intimiteit in de ouderenzorg’. De seks- en intimiteitskoffer verstrekt kennis en advies aan zorgverleners en mantelzorgers, zodat seksualiteit op maat bij ouderen kan worden gerealiseerd.
Meer lezen

Hoe wordt psycho-educatie voor kinderen en jongeren met ASS ingezet in het hulpverleningslandschap?

Universiteit Gent
2023
Amber
Moerman
  • Zoë
    Ronsse
Dit masterproef onderzoek heeft tot doel de praktijken van psycho-educatie in de begeleiding van jongeren met autisme in Vlaanderen in kaart te brengen. Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek is dat psycho-educatie een gedeeld proces moet zijn samen met het kind of de adolescent met autisme en hun context. Verder geeft deze scriptie de top 3 methodieken, werkzame factoren, kritische blikken, voor- en nadelen en mogelijke outcomes mee vanuit verschillende invalshoeken (personen met autisme, ouders, praktijken en experts).
Meer lezen

Een blauwdruk voor een preventief anti-corruptiebeleid binnen de Belgische Geïntegreerde Politie. Aanbevelingen voor het Belgische beleid.

Universiteit Gent
2023
Emma
De Caluwé
There is a pressing need for a coherent policy that implements a unified approach applicable to the whole police organization in order to effectively prevent corruption within the whole organization. The recommendations within this study constitute the most substantial part of its relevance, aiming to contribute to the development of a robust anti-corruption policy as an effective instrument in preventing corruption within the Belgian police organization.
Meer lezen

untprevalentie en geschiktheid van antimicrobiële therapie in Vlaams- Brabantse woonzorgcentra: Focus op urineweginfecties

KU Leuven
2023
Irem
Yener
  • Jade
    Vanderstraeten
  • Dries
    Kolacny
  • Jochen
    Tittillion
Deze thesis behoort tot de CAPTAIN (Check of APpropriaTeness of AntImicrobial therapy in Nursing homes) studie. Het doel van de CAPTAIN studie is het bepalen van de prevalentie en de geschiktheid van het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen binnen WZC’s. In deze thesis wordt gefocust op de prevalentie en geschiktheid van geneesmiddelen ter behandeling van UWI’s en de prevalentie van voedingssupplementen ter preventie of ter behandeling van UWI’s.
Meer lezen

HOE ERVAREN MAATSCHAPPELIJK WERKERS DE DIGITALISERING BINNEN DE SECTOR VAN DE INTEGRALE JEUGDHULP IN VLAANDEREN

UC Leuven-Limburg
2022
Gust
Peeters
  • Justine
    De Laet
  • Febe
    Buelens
  • Nathalie
    Teniers
  • Lisa
    Foriers
  • Nawal
    Bousakla
Digitalisering is vandaag de dag bijna overal in onze samenleving terug te vinden. Het is
geëvolueerd tot een norm die ons dagelijks handelen sterk beïnvloedt. Niet alleen voor het
individu, ook binnen de hulpverlening speelt digitalisering een belangrijke rol. Omwille van
de huidige coronacrisis is digitalisering binnen de hulpverlening enorm toegenomen, vaak
omdat men niet anders kon. Net omwille van deze tendens, is het essentieel om onderzoek
te doen naar het begrip digitalisering. Digitalisering beïnvloedt met al zijn verschillende
aspecten de hulpverlening. We willen daarom als studenten maatschappelijk werk met een
gemeenschappelijke interesse rond dit thema zelf hierin onze bijdrage leveren.

Dit onderzoek heeft als doel om de ervaringen van maatschappelijk werkers binnen de
integrale jeugdhulp op vlak van digitalisering in kaart te brengen. De
hoofdonderzoeksvraag luidt als volgt: “Hoe ervaren maatschappelijk werkers de
digitalisering binnen de sector van de integrale jeugdhulp in Vlaanderen?”.

Wij formuleren een antwoord op onze onderzoeksvragen aan de hand van kwalitatief
onderzoek. We begonnen met een literatuurstudie naar relevante thema’s en bevroegen
enkele experten. Nadien namen we tien diepte-interviews af bij maatschappelijk werkers
van verschillende organisaties binnen de integrale jeugdhulp. Uit onze interviews blijkt dat
hulpverleners digitalisering zowel positief als negatief kunnen ervaren. De visie van hun
organisaties varieert van ‘geen concrete zienswijze’ tot een duidelijker beeld over
digitalisering binnen hun werking. De toekomstvisie van onze respondenten lijkt aan te
tonen dat er gestreefd moet worden naar een heldere visie binnen een
hulpverleningsorganisatie. Als we kijken naar hun competenties, blijkt dat maatschappelijk
werkers vaak enkel over basis ‘digivaardigheden’ beschikken voor het uitvoeren van hun
job. Verder komt naar voor dat er ondersteuningsnoden zijn voor zowel het werkveld als
voor de cliënten. Er is behoefte aan infrastructuur, concrete vormingen, technische
ondersteuning en beleid. Tot slot is er de suggestie om digitalisering verder te integreren
in opleidingen zoals het sociaal werk.

Op basis van onze resultaten worden aanbevelingen gedaan op verschillende niveaus. In
eerste instantie moeten er duidelijke richtlijnen (beleidsniveau) en afspraken
(organisatorisch en interpersoonlijk niveau) worden gemaakt omtrent de plaats van
digitalisering in de hulpverlening. Daarnaast moeten er meer technologische middelen en
opleidingen op maat worden aangereikt.

Met ons onderzoek is er een volgende stap gezet om digitalisering breder in kaart te
brengen binnen de hulpverlening van de integrale jeugdhulp. We doen daarom graag een
oproep naar vervolgonderzoek om nog dieper in te gaan op het thema. Zelf denken we dat
het relevant zou zijn om te analyseren hoe digitalisering geïmplementeerd kan worden
binnen opleidingen of cursussen.
Meer lezen

Geurbeleving op events

Arteveldehogeschool Gent
2022
Jelle
Rijdant
  • Steffie
    Verploeg
  • Rachel
    Van den Elzen
  • Delfien
    van Ackere
Eventmanagers, organisatoren en marketeers stellen zich de blijvende vraag hoe ze de beleving van bezoekers kunnen optimaliseren. Het doelpubliek op verfrissende en originele manieren overtuigen, is dan ook wat marketeers en organisatoren al jaren bezighoudt.

Deze scriptie gaat in op deze vraag en tracht daar een antwoord op te geven vanuit een innovatieve hoek: geurmarketing. In deze thesis werden de mogelijkheden van geurmarketing in de eventsector onderzocht.
Meer lezen

Afname van nieuw ontwikkelde slikscreeningsvragen op Special Olympics Belgium

Arteveldehogeschool Gent
2022
Febe
Herpoel
  • Lonne
    Cerpentier
De scriptie gaat over het signaleren van slikstoornissen bij personen met een verstandelijke beperking. Hiervoor is een nieuw signaleringsinstrument ontwikkeld, speciaal voor Special Olympics Belgium. Voor het eerst werd het instrument afgenomen en werden de bekomen resultaten geanalyseerd.
Meer lezen