Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Game changers? De rol van sociale media bij de gelijkheid van gender in de internationale topsport

KU Leuven
2024
Fleur
De Laet
Genderongelijkheid in de sport is een probleem dat zich ook in de media manifesteert. Deze studie probeert dit fenomeen als een vicieuze cirkel voor te stellen en gaat daarom op zoek naar een antwoord op de vraag: Hoe staat de vertegenwoordiging van atleten op sociale media, vergelijkend op basis van gender, in relatie tot de attitudes van het publiek ten opzichte van deze atleten? Zowel de mediadekking, media representatie en de publieke attitudes van en tegenover atleten werden onderzocht via de Instagramaccounts van twee prominente Vlaamse mediabedrijven. Hierdoor konden patronen ontdekt worden die bewijs leveren voor de relatie tussen de portrettering van mannelijke en vrouwelijke atleten en de publieke attitudes ten opzichte van hen. Een inhoudsanalyse is uitgevoerd op zowel de berichten die geplaatst zijn rond belangrijke sportevenementen van 12 verschillende sporten, alsook op de publieke reacties op Instagram op deze berichten. De resultaten bevestigen dat vrouwelijke atleten ook op Instagram ondervertegenwoordigd blijven in vergelijking met mannelijke atleten en dat sportgerelateerde genderstereotypen nog steeds aanwezig zijn in de actuele berichtgeving over sport. Wat betreft de publieke attitudes waren er enige tegenstrijdigheden te bemerken: hoewel het publiek gemiddeld een positievere houding had ten opzichte van vrouwelijke atleten, ontvingen zij tegelijk wel de meeste haatreacties. Bepaalde atleten of sporten konden meer betrokkenheid ontvangen vanwege de aard van hun berichtgeving, wat aantoont dat er een relatie is tussen mediarepresentatie en publieke attitudes. Een opvallende bevinding is dat het publiek ook kritiek uitte op het aanbod van de zender, omdat het programma naar hun mening niet voldoende gevarieerd was. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op hoe de houding van het publiek ten opzichte van atleten kan veranderen na verloop van tijd, door het zien van sociale media posts. Daarnaast zou het interessant zijn om een experiment uit te voeren om een causaal verband tussen beide variabelen aan te tonen.
Meer lezen

Tiener en Moeder

Arteveldehogeschool Gent
2024
Jennifer
Van Den Broecke
Het doel van deze bachelorproef is om aan de hand van een literatuurstudie te onderzoeken met welke specifieke negatieve fysieke, psychologische en sociale impacten tienermoeders mogelijks vaker te maken krijgen ten opzichte van oudere moeders. Vervolgens wordt er bekeken welke zaken het verlenen van optimale zorg voor deze doelgroep bemoeilijkt en hoe vroedvrouwen hun zorgverlening kunnen optimaliseren.
Meer lezen

Vaderschapsverlof en productiviteit in de STEM-sector

KU Leuven
2024
Aurélie
Van Haelst
Deze masterthesis onderzoekt de impact van betaald vaderschapsverlof op de productiviteit van onderzoekers in de STEM-sector, met specifieke aandacht voor de verschillende effecten tussen langer en korter verlof. STEM-jobs zijn essentieel voor economische groei en nationale concurrentiekracht, maar nog steeds is er een aanzienlijke ondervertegenwoordiging van vrouwen in deze sectoren. Deze studie maakt gebruik van een Difference-in-Differences analyse om het effect van beleidsveranderingen in Duitsland en Spanje te onderzoeken, waarbij respectievelijk een langer en korter betaald vaderschapsverlof werd geïntroduceerd. De resultaten laten zien dat kort vaderschapsverlof zowel voor mannelijke als vrouwelijke onderzoekers gunstig kan zijn, terwijl langer vaderschapsverlof met name de productiviteit van vrouwelijke onderzoekers verhoogt zonder negatieve effecten op mannelijke onderzoekers. Deze bevindingen suggereren dat vaderschapsverlof kan bijdragen aan een meer evenwichtige werk-privé balans en aan het verkleinen van de genderkloof in de STEM-sector. Beleidsmakers worden aangemoedigd om verlofregelingen te ontwikkelen die rekening houden met de specifieke behoeften van zowel werknemers als werkgevers in deze sector.
Meer lezen

The Performing Person. Judith Butler and Wojtyla on Gender

KU Leuven
2024
Bram
Schreurs
Over the last thirty years, gender has become an increasingly hotly debated topic within the Roman Catholic
Church. The core of the debate seems to revolve around the nature of gender. On one side stand gender
scholars such as de Beauvoir, Wittig, and Butler who regard gender as socially constructed. Butler as the
most influential philosopher of gender suggested that gender is performative. It has no particular basis in
nature but it is rather in performing acts that the reality of gender comes to be. On the other stands a reading
of gender as undetachable from biological sex. Readings of the latter sort often draw upon John Paul II’s
complementarian anthropology as sketched in his Theology of the Body. However, as an academic in
philosophy, Karol Wojtyła developed an understanding of the human person as constituted through their
acts in his book Person and Act. Due to the similarity in the concept of performed gender and that of the
enacted person, the following question arises: how does gender fit within Wojtyła’s understanding of the
person and how does this add up to John Paul II’s later complementarian anthropology?
To answer these questions, the first chapter will outline gender performativity as Judith Butler
understands is. However, the emphasis is placed on performativity rather than gender per se. Therefore, the
chapter first explores the roots of Butler’s gender performativity in the performative speech theory of J.L.
Austin. Thereafter Butler’s own contributions and adaptations to Austin’s framework are explored. The
main takeaways constitute the definition of performativity as a new reality established through acting act
as well as the insight that any performance is by definition rooted in social conventions.
In the second chapter, the primary findings of Karol Wojtyła in Person and Act are examined in
relation to Butler’s concept of performativity. Wojtyła presents an analysis of the human person in which
the person itself is constituted, changed, even “made”, through acts. The chapter goes on to illustrate just
how similar Butler’s concept of performativity really is to Wojtyła’s understanding of the establishing of
the person through the act. From there on several other similarities and differences between both authors
are explored, showing them to be better read in tandem than as opposed to one another.
In the third and final chapter, we explore where performative gender would fit in Wojtyła’s
framework established in Person and Act. This exploration results in the finding that gender is more
properly understood as part of the acting, personal capacities of the human person rather than their
biological nature. From this intermediary conclusion, the chapter shifts focus to John Paul II’s Theology of
the Body to see whether Person and Act’s personalistic framework is applied correctly when it comes to
gender. The thesis concludes that it is not because Theology of the Body intertwines biological sex with
gender, thereby not doing justice to gender as part of the person and as constituted in the act.
The entire thesis comes together in a brief conclusion about the performance of drag, summarising
the main points and showing how drag is met with different responses by Karol Wojtyła and John Paul II.
Meer lezen

Persoonlijkheid en schaamhaar: Een analyse van schaamhaaronderhoud en de redenen hiervoor

KU Leuven
2024
Rob
Dralants
Deze masterproef richt zich op de relatie tussen persoonlijkheidskenmerken en de manier waarop mensen hun schaamhaar onderhouden. Het onderzoek richt zich specifiek op de invloed van de Big Five persoonlijkheidskenmerken (neuroticisme, extraversie, openheid voor ervaringen, vriendelijkheid en consciëntieusheid) op de keuzes rondom het scheren, trimmen of laten staan van schaamhaar. Het doel was om te begrijpen of persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op deze keuzes en wat de achterliggende redenen daarvoor zijn.

Om deze hypothesen te testen, werd een vragenlijst verspreid via sociale media, die werd ingevuld door 906 mensen met verschillende genderidentiteiten en seksuele oriëntaties. De vragenlijst bevatte onder andere een Big Five persoonlijkheidstest en vragen over schaamhaaronderhoud. De resultaten toonden aan dat vrouwen inderdaad vaker hun schaamhaar scheren of trimmen dan mannen, hoewel heteroseksuele mannen steeds vaker aan “manscaping” doen. Daarnaast bleken neuroticisme, extraversie en openheid voor ervaringen de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken die verband hielden met schaamhaaronderhoud. Ook werd duidelijk dat de redenen voor schaamhaaronderhoud varieerden afhankelijk van de genderidentiteit en seksuele oriëntatie van de deelnemers.

Over het algemeen concludeert de studie dat er een duidelijk verband bestaat tussen persoonlijkheidskenmerken, schaamhaaronderhoud en de redenen waarom mensen ervoor kiezen om hun schaamhaar te onderhouden.
Meer lezen

De Roof-mythe zonder roof. De receptie van De roof van Persephone in Young Adult-literatuur

KU Leuven
2024
Lise
Lauwers
Deze scriptie kijkt naar twee hedendaagse hervertellingen in Young Adult literatuur van de eeuwenoude mythe van de verkrachting van Persephone, namelijk de Godin Test trilogie (2011-2013) van Aimée Carter en Girl, Goddess, Queen (2023) van Bea Fitzgerald. Deze scriptie wil licht werpen op de verschillende opties die er zijn om deze oude mythe te verwerken op een manier die het verhaal nieuwe perspectieven geeft en relevant is voor een Young Adult, hedendaags publiek. Daarbij is het niet de bedoeling om uitputtend te zijn, maar om iets toe te voegen aan het onderzoek naar hervertellingen van Griekse mythen. Om een achtergrond te bieden voor verdere discussie, volgt eerst een korte introductie van de mythe en discussies over de literaire categorie Young Adult. Vervolgens wordt gekeken hoe de auteurs omgaan met welke klassieke bronnen, hoe ze bekende mythologische figuren verwerken tot personages, en hoe hun verhaalwereld en plot van invloed zijn op deze herbewerking. Omdat de mythe verbonden is met het huwelijk als overgangsritueel voor meisjes, zal ook aandacht worden besteed aan het genderaspect in deze hervertellingen. De conclusie zal vervolgens de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de twee auteurs weergeven, die een verschillende aanpak hebben in hun verwerking van het bronmateriaal vanwege hun verschillen in setting en plot.
Meer lezen

Trainen met ketonen in de benen

KU Leuven
2024
Nicolas
Timmermans
Recent onderzoek heeft aangetoond dat het innemen van ketonen na het sporten en voor het
slapengaan tijdens een intensief trainingsprogramma, symptomen van overbelasting vermindert, de
tolereerbare trainingsbelasting aan het einde van het programma verhoogt en de uithoudingsprestatie
met 15% verbetert. Maar kunnen ketonen ook de prestaties verbeteren tijdens een gebalanceerd
trainingsprogramma zonder overbelastingssymptomen?
Een nieuwe studie onderzocht deze vraag door 28 recreatief getrainde mannelijke wielrenners te laten
deelnemen aan een acht weken durend duurtrainingsprogramma. Ze kregen hierbij ofwel een ketonen
supplement ofwel een placebosupplement onmiddellijk na het sporten en 30 minuten voor het
slapengaan. Gedurende de studie werden op vier momenten, namelijk voor de trainingsperiode, na
drie weken, na zeven weken, en na de trainingsperiode, experimentele testen uitgevoerd, waaronder
een 30-minuten durende tijdrit en verschillende bloed- en spierstalen.
De resultaten tonen aan dat het innemen van ketonen leidt tot een duidelijke toename van ketonen
concentraties in het bloed. De deelnemers die ketonen innamen presteerden hierdoor 4% beter op de
30-minuten durende tijdrit dan de placebogroep en vertoonden daarbij ook een grotere stijging in de
maximale zuurstofopnamecapaciteit. Deze verbeteringen gingen gepaard met een toename in de
enzymactiviteit van citraatsynthase, een cruciaal enzyme voor de energieproductie in de
mitochondriën van de spieren.
We kunnen vervolgens concluderen dat, in afwezigheid van overbelastingssymptomen, ketonen
supplementatie de prestaties bij duurtraining verbetert door positieve veranderingen in de
mitochondriale inhoud te bewerkstelligen. Ketonen zijn daarmee een waardevolle aanvulling voor
atleten die hun uithoudingsprestatie willen verbeteren.
Meer lezen

MOSLIMVROUWEN EN DE HIJAB: ACADEMISCHE LOOPBAAN EN LATERE LOOPBAANKANSEN IN RELATIE TOT HET LERAARSCHAP

Universiteit Gent
2024
Oumaima
El Achraki
Deze masterproef onderzoekt de academische loopbaan en latere carrièremogelijkheden van moslimvrouwen die een hoofddoek dragen in het Vlaams onderwijs. Voor het onderzoek werden 28 moslimvrouwen bevraagd die een hoofddoek dragen en momenteel een lerarenopleiding volgen of recent hebben afgerond aan een Vlaamse hogeschool. Er werd gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder focusgroepen en diepte-interviews. Het onderzoek focust zich op het hoofddoekendebat en belicht hoe deze vrouwen hun ervaringen op dat vlak beleven met betrekking tot hun academische loopbaan en latere loopbaankansen, waarbij discriminatie een belangrijke rol speelt.
Meer lezen

"Zoudt ge graag verder studeren?": gender en studiekeuze in Vlaanderen in de jaren 1970

KU Leuven
2024
Siel
Bosmans
De jaren 1970 werden gekenmerkt door de aanwezigheid van verschillende activistische groepen, waaronder de tweede feministische beweging, en een verdere democratisering van het onderwijs. Beleidsmakers wilden met de invoering van het Vernieuwd Secundair Onderwijs elk kind, van elke socio-economische achtergrond, gelijke kansen geven door onder andere de studiekeuze op een latere leeftijd te plaatsen. Ook feministen pleitten voor gelijke kansen: ze streden ervoor dat meisjes dezelfde kansen als jongens kregen, in onder andere de studie- en beroepskeuzebegeleiding. Het onderwerp van deze thesis is hoe er in de jaren 1970 in Vlaanderen werd omgegaan met studiekeuze en beroepsoriëntering en welke rol gender in die beslissing speelde. Daarbij ligt de focus op twee maatschappelijke ruimtes, de PMS-centra en de openbare omroep BRT, waarbinnen studiekeuze en beroepsoriëntering door verschillende actoren werden aangekaart, vormgegeven, gereproduceerd en bijgestuurd.

In het eerste hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de adviezen en werking van psycho-medisch-sociale centra (PMS) en de toekomstbeelden van de begeleide leerlingen van scholen in regio Leuven-Vilvoorde-Brussel. De analyse richt zich op de PMS-leerlingendossiers aan de hand van een discoursanalyse. Daarnaast worden de gebruikte testen en vragenlijsten als paper technologies benaderd. Het onderzoek in het tweede hoofdstuk richt zich op verschillende uitzendingen van de openbare omroep waarin studiekeuze en beroepsoriëntering werden besproken. De analyse heeft betrekking op de reeks Studiekeuze en beroepsoriëntering uit 1970 en 1971 en twee afzonderlijke programma’s Zin en onzin van het huwelijk uit 1973 en Het gaat niet om die ene pop uit 1975. Welke boodschap droegen de uitzendingen uit en wat maakte dat bij de kijkers los?

In beide maatschappelijke ruimtes waren traditionele genderrollen aanwezig. Zo kregen kinderen en ouders zowel via de PMS-werking als via de BRT-uitzendingen gegenderd advies. Het advies en discours bij de BRT was weliswaar gekenmerkt door een ambiguïteit: de hoofdboodschap was emancipatorisch, maar tegelijkertijd bestendigden de programmamakers door het gebruik van bepaalde beelden traditionele genderrollen. Het PMS-advies en de inhoud en vorm van de gebruikte documenten lagen daarentegen wel grotendeels in lijn met de traditionele genderrollen. Sommige individuele medewerkers doorbraken dat genderstereotype patroon bij individuele gevallen. Bij de kijkers, ouders en leerlingen was het beeld gemengd. Een deel was het niet eens met de traditionele rolpatronen en meende dat vrouwen geschikt waren voor elk beroep en de kans moesten krijgen om eender wat te studeren en worden. Anderen geloofden dat het traditionele rollenpatroon met reden bestond en dat vrouwen en mannen inherent verschilden. Daarnaast blijkt dat ook in de samenleving een genderspecifiek toekomstbeeld voor jongens en meisjes voortleefde. De meerderheid van de kijkers, ouders en leerlingen geloofden dat het huishouden en de opvoeding van kinderen behoorden tot het takenpakket van de vrouw en buitenshuis werken tot dat van de man. Zo gaven tienermeisjes aan dat ze verder wilden studeren en werken, maar dacht een deel al na hoe ze later de huishoudelijke en opvoedende taken zou combineren met buitenshuis werk. Andere meisjes stelden dat beeld wel in vraag. Jongens dachten enkel aan ‘mannelijke’ beroepen en reflecteerden niet over hoe ze later hun gezin met hun job zouden combineren.
Meer lezen

Wat is het effect van het sensibiliseren van de partner over de borstvoeding op zijn attitude hierover en het verloop van de borstvoeding zelf?

Erasmushogeschool Brussel
2024
Xander
Vereertbrugghen
In deze scriptie werd onderzocht of sensibiliseren van de man invloed heeft op het verloop van exclusieve borstvoeding en voor een succesvollere borstvoeding kan zorgen.
Om dit te onderzoeken is er een literatuurstudie gedaan en een praktijkstudie in de vorm van interviews.
Uit de resultaten van de studie bleek dat prenatale borstvoedingslessen voornamelijk de attitude van de man naar borstvoeding verbetert. Dit heeft invloed op op het verloop en de duur van de borstvoeding. Het sensibiliseren van de man over borstvoeding zorgt dus voor een langere en succesvollere borstvoeding.
Meer lezen

Room to move: Een exploratie naar de emotieregulatie van Gen Z en Babyboomer mannen

Universiteit Gent
2024
Siel
De Bruyn
In de Westerse samenleving speelt emotie een belangrijke rol in hoe mannelijk mannen geacht worden. Deze studie gaat de connectie na tussen emotie en mannelijkheid door de rol van gendernormen te onderzoeken in de emotieregulatie van Belgische Gen Z en Babyboomer mannen. Door jongere en oudere mannen te vergelijken, konden mogelijke veranderingen nagegaan worden tussen generaties. Hiervoor werden diepte-interviews afgenomen met acht Gen Z en acht Babyboomers. Uit de analyse kwam een tweeledige gevoelsregel naar voren die vormgaf aan hun emotieregulatie: ten eerste leest de regel dat (sombere) emoties, met uitzondering van boosheid, een zwakte zijn. Bijgevolg betekent dit dat emotionele expressie op een praktische, bijkomstige manier hoort te gebeuren. Hierbij is de expressie terloops, rationeel en oplossingsgericht. Dit script reflecteert de patriarchale definitie van mannelijkheid als kracht, rationaliteit en zelfredzaamheid. Contradictorisch aan de verwachting waren er weinig verschillen tussen Gen Z en Babyboomers in emotionele expressie. Sterke verschillen waren echter op te merken binnen de generaties op vlak van geografie. Rurale mannen in beide generaties hadden conservatievere overtuigingen en internaliseerden de patriarchale norm meer, terwijl stedelijke mannen progressiever waren en de patriarchale norm meer verwierpen. Dit contrast bekrachtigt de huidige polarisering in de Belgische samenleving. Ondanks contestatie van de patriarchale norm, conformeerden ook de stedelingen echter meestal aan de gevoelsregel. Dit patroon bevestigt een cyclus die moeilijk te doorbreken is omdat een non-patriarchale cultuur voor emotionele openheid onder mannen nog niet opgebouwd en genormaliseerd is.
Meer lezen

Onderzoek van de eigenschappen van spring spin morfologieën door in-silico brain-body co-optimalisatie

Universiteit Gent
2024
Ward
Van Roeyen
Genomineerde longlist mtech+prijs
Deze scriptie behandelt hoe computersimulaties gebruikt kunnen worden om dieren in de natuur na te bootsen, specifiek springspinnen. Met deze simulaties kan er zowel onderzoek gedaan worden naar het gedrag van de spinnen als naar mogelijke designs voor een springende robot. Om deze simulaties uit te voeren werd er gebruik gemaakt van evolutionaire algoritmen, om zo de ontwikkeling van het dier in echte evolutie na te bootsen.
Meer lezen

Prevalentie en context van bijtincidenten door honden (Canis lupus familiaris) bij mensen in West-Vlaanderen

Hogeschool VIVES
2024
Manuela
Landerwyn
Mijn bachelorproef, getiteld "Prevalentie en context van bijtincidenten door honden (Canis lupus familiaris) bij mensen in West-Vlaanderen", onderzoekt de incidentie en omstandigheden van hondenbeten in deze regio. De resultaten van dit onderzoek bieden waardevolle inzichten die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van preventiemaatregelen, die niet alleen de veiligheid van mensen verhogen, maar ook het welzijn van honden kunnen waarborgen.
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een uitgebreide online enquête, gericht op de inwoners van West-Vlaanderen. Het doel was om de prevalentie van bijtincidenten door honden in kaart te brengen en inzicht te krijgen in de specifieke context waarin deze incidenten plaatsvinden. Er werd informatie verzameld over zowel de kenmerken van de slachtoffers als van de honden die betrokken waren bij de bijtincidenten.
Uit het onderzoek bleek dat 19,8% van de respondenten (n= 1240) in het afgelopen jaar minstens één keer was gebeten door een hond. Opvallend is dat de meerderheid van de slachtoffers vrouwen zijn, met een piek in de leeftijdscategorie van 21 tot 30 jaar. Mannelijke honden waren verantwoordelijk voor 63% van de bijtincidenten. Vooral Duitse herdershonden en Border Collies waren betrokken bij een bijtincident. Dit suggereert dat geslacht en ras mogelijk risicofactoren zijn, hoewel het belangrijk
is te benadrukken dat elke hond onder bepaalde omstandigheden kan bijten.
Wat betreft de context van de incidenten, werd 58% van de beten veroorzaakt door een hond die niet tot het huishouden van het slachtoffer behoorde. In 72% van deze gevallen kende de hond het slachtoffer niet, wat wijst op onbekendheid tussen mens en hond als een belangrijke risicofactor. Verder bleek dat de meeste beten plaatsvonden in niet-openbare omgevingen, zoals de privéwoning of tuin. Dit benadrukt het belang van toezicht en de juiste omgang met honden in de thuissituatie. Interessant is dat voer-gerelateerde incidenten relatief zeldzaam waren, slechts zo’n 8%.
In 63% van de gevallen was medische hulp nodig, variërend van zelfzorg tot ziekenhuisopname. Naast fysieke verwondingen werden er ook emotionele gevolgen gerapporteerd, zoals verhoogde angst of wantrouwen tegenover honden. Echter, 42% van de slachtoffers meldde dat ze geen blijvende emotionele schade opliepen ten gevolgen van het bijtincident.
Met dit onderzoek hoop ik bij te dragen aan de kennis over hondenbeten en een basis te bieden voor de ontwikkeling van preventieve maatregelen. Deze maatregelen moeten niet alleen gericht zijn op het verminderen van hondenbeten, maar ook op het verbeteren van het welzijn van honden. Door beter inzicht te krijgen in de risicofactoren en de omstandigheden waaronder honden zich gedwongen voelen om te bijten, kunnen beleidsmakers en hondeneigenaren samen werken aan een veiligere en gezondere omgeving voor zowel mens als dier. Het onderzoek benadrukt ook het belang van educatie over hondengedrag, zodat eigenaren en hun omgeving beter in staat zijn om subtiele signalen van ongemak of agressie bij hun hond te herkennen en te voorkomen dat situaties escaleren tot bijtincidenten.
Meer lezen

De ervaringen en percepties van mannelijke verpleegkundigen omtrent het verpleegkundig beroep, hun beroepskeuze en professionele rol

Universiteit Antwerpen
2024
Hanne
Rodrigues Bento
Mannelijke verpleegkundigen vormen een minderheid in het verpleegkundig beroep, waar verschillende stereotype overtuigingen over hen heersen. Dit onderzoek bracht de ervaringen en percepties van mannelijke verpleegkundigen in kaart omtrent het verpleegkundig beroep, hun beroepskeuze en professionele rol.

Hieruit kwam naar voor dat het verpleegkundig beroep voor hen letterlijk ‘het zorgen voor’ betekent. Waarbij ze als mannen, op basis van gender, persoonlijk geen onderscheid ervaarden in de professionele rol die ze opnemen. Ze ervaarden echter wel dat de maatschappij en patiënten een andere perceptie op hen hebben, hoewel dit hun beroepskeuze niet beïnvloedde. Tevens werden ze geconfronteerd met genderstereotypering en -discriminatie, waarin religie, cultuur, leeftijd en geslacht van de patiënt een beduidende rol speelden.
Meer lezen

Ontwikkeling en Validatie van een LC-MS/MS Methode voor de Kwantificatie van Cafeïne in Verschillende Soorten Koffie en Thee

Erasmushogeschool Brussel
2024
Jaron
Willems
Achtergrond
Ultra High Performance Liquid Chromatography (UHPLC) gekoppeld aan tandem massa spectrometrie
(MS/MS) is een uitermate geschikte techniek voor het uitvoeren van gerichte analyses op een brede
waaier aan moleculen. De techniek kent zowel kwantitatieve als kwalitatieve toepassingen en wordt
gekarakteriseerd door zijn hoge gevoeligheid, selectiviteit, precisie en nauwkeurigheid.
Doel
Het doel van dit onderzoekswerk is om een LC-MS/MS methode te ontwikkelen en te valideren dat
gebruikt kan worden voor de detectie en de kwantificatie van cafeïne in verschillende soorten koffie
en thee.
Methode
Het proces van de LC-MS/MS methodeontwikkeling werd stapsgewijs uitgevoerd. Eerst werden de MS
parameters geoptimaliseerd voor de detectie van cafeïne en de interne standaard paracetamol.
Vervolgens werd de chromatografische methode ontwikkeld met als doel de geschikte combinatie van
mobiele en stationaire fases te vinden, alsook een goede flowsnelheid, eventuele gradiënt en
analysetijd. Tot slot werden de lineariteit, carryover, reproduceerbaarheid, selectiviteit, sensitiviteit,
precisie en nauwkeurigheid van de methode nagegaan volgens de ICH Q2 richtlijnen.
Resultaten
De transities die gekozen werden voor de kwantificatie van cafeïne en paracetamol waren
respectievelijk 195/138 en 152/93. Verder werden de transities 195/110 en 152/110 gebruikt als
kwalitatieve controle. De finale chromatografische analysemethode maakte gebruik van een Kinetex©
C8 (100 x 2,1 mm) analytische kolom als stationaire fase, 10 mM ammoniumformaat + 0,1%
methaanzuur in water als mobiele fase A, methanol als mobiele fase B, respectievelijk ingesteld op
75% en 25%. De flowsnelheid werd ingesteld op 0,4 mL/min, het injectievolume en de analysetijd
bedroegen 2 µL en 3,0 minuten. De validatieparameters waren allemaal binnen de acceptatiegrenzen,
behalve de carryover.
Conclusie
Het doel van dit onderzoekswerk werd bereikt door een LC-MS/MS analysemethode te ontwikkelen
die gebruikt kan worden voor de kwantificatie van cafeïne in koffie en thee. De validatie was nagenoeg
volledig conform aan de Q2 en M10 richtlijnen van het ICH en geeft blijk dat de methode geschikt is
voor gebruik.
Meer lezen

Mannelijk, ziek, gevaarlijk en vreemd. De representatie van lesbian-like vrouwen in de Belgische dagbladpers tijdens het interbellum.

KU Leuven
2024
Lea
Schiettecatte

Sinds het midden van de jaren 1970 besteden historici steeds meer aandacht aan de geschiedenis van lesbische vrouwen. Hoewel er sindsdien al veel invloedrijke werken verschenen, is er nog weinig historisch onderzoek gevoerd naar de geschiedenis van de representatie van vrouwelijke homoseksualiteit. Deze masterproef besprak daarom de representatie van lesbian-like vrouwen in de Belgische pers tijdens het interbellum. Daarbij werd een discoursanalyse toegepast op meer dan 150 krantenartikelen van 37 verschillende kranten. In de eerste plaats toonde dit onderzoek aan dat journalisten uitvoerig berichtten over vrouwen die zich mannelijk kleedden. Die vrouwen werden tijdens het interbellum ‘garçonnes’ genoemd. Journalisten gingen daarbij op zoek naar verschillende mogelijke oorzaken voor het bestaan van de garçonne, waarbij ze de Eerste Wereldoorlog en de emancipatie van de vrouw aanhaalden. Welke reden ze ook toeschreven aan hun bestaan, de verslaggevers waren het erover eens dat garçonnes onaantrekkelijk waren. Daarbij benadrukten socialistische en liberale journalisten dat de omgeving van de garçonne misnoegd was over haar uiterlijk en drukten katholieke journalisten hun bezorgdheid uit over de gezondheid van de vrouwen. Daarnaast benoemden verslaggevers de garçonne als een sociaal probleem, waarbij ze zich volgens hen ‘immoreel’ gedroeg. Daarnaast toonde dit onderzoek aan dat Belgische journalisten het pathologisch discours van medici overnamen. In die representaties was de lesbian-like vrouw een femme fatale, die roofdiergedrag vertoonde. Mogelijke slachtoffers van die femme fatale waren kinderen, maar ook volwassen vrouwen en mannen. Daarnaast geloofden de verslaggevers dat lesbian-like vrouwen een gevaar vormden voor de maatschappij, waarbij ze een bedreiging vormden voor gezinnen en bijgevolg de toekomst van het land. Afhankelijk van de ideologie van de krant waarvoor ze werkten, haalden journalisten de censuur van fictieve werken met lesbian-like personages aan als oplossing voor de bedreiging van de lesbian-like vrouwen. Ten slotte benoemden journalisten lesbian-like vrouwen consequent als ‘de andere’. Zo werden ze vereenzelvigd met de oudheid, waarbij ze zelfs als oorzaak van de val van het Griekse Rijk benoemd werden. Lesbian-like vrouwen werden echter ook vaak geassocieerd met het buitenland, met Frankrijk en Duitsland in het bijzonder. Die associatie was wellicht het gevolg van de imago’s van Berlijn en Parijs als steden met een sterke homoseksuele subcultuur. Daarnaast maakte specifiek de socialistische pers de associatie van lesbian-like gedrag met de hoogste klasse, wat gekaderd kan worden binnen het idee van de klassenstrijd. Het onderzoek toonde aan dat er zowel sprake was van gelijkenissen als verschillen tussen de berichtgeving per ideologie. Daarbij was er vaak sprake van meningsverschillen tussen de katholieke en socialistische pers en nam de liberale pers een meer ambigu standpunt in. Daarnaast kan de berichtgeving van België vergeleken worden met die van andere Europese landen. Daarbij kwamen bredere trends op het continent, zoals het pathologisch discours, het nationalisme en de afkeur ten opzichte van garçonnes, ook terug in Belgische pers. Toch verschilde de Belgische casus ook van andere Europese landen, bijvoorbeeld wat betreft de ideologische verschillen in het land en het uitzonderlijk verbod op censuur.
Meer lezen

De rol van alternatieve mens-natuurrelaties in het gedepolitiseerde Vlaamse landbouwdebat

Universiteit Gent
2024
Wout
Barbier
Een kwalitatieve studie op basis van literatuuronderzoek, discoursanalyse en interviews naar de rol van alternatieve mens-natuurrelaties in de repolitisering van het Vlaamse landbouwdebat. In het eerste deel wordt onderzocht
welke boerenorganisaties als sociale bewegingsorganisatie gezien kunnen worden.
Momenteel kunnen we enkel Boerenforum zo bestempelen. In het tweede deel
wordt aan de hand van een discoursanalyse onderzocht welke boer-natuurrelaties
door landbouworganisaties worden uitgedragen. Hiervoor wordt gefocust op de relatie van boer.inn.en met de bodem. Een instrumentalisatie- en een co-creatiediscours
worden onderscheiden. In het instrumentalisatiediscours wordt het vermogen om
gewassen te doen groeien en ecosysteemdiensten te leveren grotendeels aan de
boer.in toegeschreven. In het co-creatiediscours wordt daarentegen over de bodem
gesproken als een levende co-creator van gewassen en ecosysteemdiensten. In
het derde deel wordt de relatie van agro-ecologische en conventionele boer.inn.en
met natuurlijke elementen onderzocht aan de hand van semi-gestructureerde interviews. Ook hierbij wordt specifiek gekeken naar de relatie met de bodem. De
meeste boer.inn.en schetsen een breed beeld van de bodem. De verschillen in visie
tussen boer.inn.en worden maar deels verklaard door de agro-ecologische of conventionele aanpak van deze boer.inn.en. Ook werd in de interviews gepeild naar
andere zaken waar boer.inn.en van wakker liggen, naar de identiteit van de boer, en naar het gevoel van verbinding tussen boer.inn.en onderling en met boerenorganisaties. We kunnen besluiten dat bodemzorg benadrukken momenteel eerder
verdelend dan verbindend werkt, en dat de manier waarop er vaak over bodemzorg gesproken niet aanzet tot collectieve actie. Om een brede mobiliserende werking te
hebben zou het agro-ecologische discours meer moeten inzetten op andere dingen
waar boer.inn.en van wakker liggen, zoals financiële duurzaamheid.
Meer lezen

Van klaslokaal naar cyberspace: een diepgaande analyse van cyberpesten in klaschats en exposegroepen onder leerlingen in het secundair onderwijs

Universiteit Gent
2024
Hanne
Vermeire
Winnaar Klasseprijs
Genomineerde longlist Vlaamse Scriptieprijs
Sociale media zijn een integraal onderdeel geworden van het leven van adolescenten, waarbij verschillende applicaties enorm populair zijn geworden. Naast deze populariteit die toeneemt in deze applicaties, neemt ook cyberpesten toe in dergelijke sociale media apps. Echter, er is nog weinig onderzoek verricht naar de aard en omvang van cyberpesten in nieuwe vormen zoals exposegroepen. Dit onderzoek beoogt dit hiaat op te vullen door inzicht te bieden in de aanwezigheid, motivaties en dynamieken van leerlingen in het secundair onderwijs met betrekking tot cyberpesten in deze contexten. De onderzoeksvraag richt zich op het bepalen van de aard en omvang van online pestgedrag onder leerlingen in het secundair onderwijs, specifiek binnen klaschats en exposegroepen. Een diepgaande analyse werd uitgevoerd met behulp van een vragenlijst, afgenomen bij 949 leerlingen uit het secundair onderwijs. Hierbij lag de focus op het verkennen van de omvang, aard en dynamieken van cyberpesten in klaschats en exposegroepen, zowel bij getuigen, daders als slachtoffers. De bevindingen onthulden dat een aanzienlijk aantal jongeren gebruikmaakt van klaschats, waarbij Snapchat en WhatsApp de meest populaire kanalen zijn. Bovendien kwam een grote meerderheid van de respondenten in aanraking met exposegroepen, voornamelijk op platforms zoals TikTok en Instagram. Online pestgedrag, waaronder roddels, gemene opmerkingen, uitsluiting, belachelijk maken, nadoen, en bedreigen, werden geïdentificeerd in klaschats en exposegroepen. Een belangrijke bevinding daarbij is dat vele respondenten aangeven dit gedrag te stellen omdat het grappig is en mogelijks niet de ernst ervan inzien. De gevolgen voor sommige respondenten waren groot waarbij sommige gevallen leidden tot depressie, negatieve gevolgen schoolresultaten, zelfverminking of zelfs suïcidale gedachten. Opvallend was dat aanzienlijk meer vrouwen dan mannen slachtoffer werden van exposegroepen onder de respondenten van dit onderzoek. Het onderzoek legde de perceptie van leerlingen over de rol van scholen in de aanpak van cyberpesten bloot. Respondenten erkennen dat scholen een cruciale rol moeten spelen in het bestrijden van cyberpesten. Echter, er bestaat twijfel over de effectiviteit van de huidige aanpak en interventies van scholen. Veel respondenten geven aan dat ze een gebrek aan vertrouwen hebben om gevallen van pestgedrag aan schoolautoriteiten te melden. Daarnaast werd ook aangegeven dat respondenten geen melding wouden maken aan schoolautoriteiten omdat het niet hun zaak is en ze zich niet willen moeien maar ook uit schrik voor eigen slachtofferschap. Het onderzoek benadrukt de noodzaak van bewustwording, vertrouwen en effectieve interventies vanuit het onderwijs, evenals een gezamenlijke inspanning tussen scholen en leerlingen om een veilige online omgeving te creëren.
Meer lezen

Lichamelijkheid en seksualiteit bij vrouwen in de postnatale fase: Een kwalitatief belevingsonderzoek

Universiteit Gent
2023
Jade
Blyckaerts
Seksualiteit en intimiteit horen bij het leven. De (vrouwelijke) beleving van seksualiteit en intimiteit ondervinden impact van een zwangerschap, moederschap, een veranderd lichaam, en de (vaak geïnternaliseerde) blik van de samenleving en iemands dichte omgeving. Na een bevalling gaat de aandacht vooral naar het pasgeboren kind en het moederschap. Aandacht voor lichaamsbeleving en intimiteitsbeleving lijkt naar de achtergrond te verdwijnen. Dit onderzoek verzamelt en analyseert de verhalen en discussies omtrent lichaamsbeleving en intimiteitsbeleving van vrouwen in de postnatale fase.
Meer lezen

Het Verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Spoorweglieden in de regio Mechelen en de aansluitende zones Leuven, Tienen en Landen

Universiteit Gent
2023
Ruben
Lateur
Verzet door de spoorweglieden in de regio's Mechelen, Leuven, Tienen, Landen en de tussenliggende zones tijdens WOII. Het onderzoek bestaat uit een prosopografie, een analyse van de verzetsactivititeiten en een netwerkanalyse. De erkenningsdossiers van het verzet vormen de empirische basis.
Meer lezen

Parelmoer pour toujours: Consolidatie van lacque burgauté op Pierre Gole tafel uit collectie Smidt van Gelder

Universiteit Antwerpen
2023
Vadim
Van Meenen
Genomineerde shortlist Eosprijs
Onderzoek naar consolidatieproducten voor lacque burgauté op een unieke Barokke pronktafel van Louis XIV.
Meer lezen

Baas in eigen teelbal? De mannenpil in Vlaanderen tussen 1970 en 2005

KU Leuven
2023
Marianne
Moors
De thesis handelt over de geschiedenis van de mannenpil in Vlaanderen tussen 1970 en 2005. Hierbij lag er focus op de vrouwenbeweging, de centra voor geboorteregeling en berichtgeving in de media.
Meer lezen

Affective profiles of individuals who committed internet-facilitated sexual offenses

Vrije Universiteit Brussel
2023
Ella
Ballière
  • Lara
    Wauters
In de literatuur wordt vaak geopperd dat online seksuele delinquenten beschouwd worden als een groep met aparte kenmerken, los van de kenmerken van hand-on seksuele delinquenten. Echter is onderzoek naar online seksuele delinquenten schaars. Daarbij is weinig geweten over de affectregulatie van online seksuele delinquenten en of zij gebaat zijn bij dezelfde emotieregulatietraining die vaak wordt gebruikt voor hands-on seksuele delinquenten.

Deze studie wil, door middel van vragenlijsten, onderzoeken of experiëntiële vermijding, problemen met affectregulatie en seks als coping, het plegen van hands-on en online seksuele misdrijven (mede) zou kunnen verklaren. Dit zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van bestaande tertiaire preventieprogramma's voor online seksuele delinquenten in plaats van ze op dezelfde manier te behandelen als hands-on seksuele delinquenten.

In lijn met onze hypotheses zagen we dat het gebruik van experiëntiële emotieregulatie door emoties te erkennen, begrijpen en te uiten, de kans op het plegen van hands-on seksuele delicten significant verlaagt. Aan de andere kant lijkt het onderdrukken van emoties de kans op hands-on seksuele misdrijven juist te vergroten. Dit impliceert dat inzetten op adaptieve emotieregulatievaardigheden binnen de behandeling van hands-on seksuele delinquenten essentieel is.
Meer lezen

Draagmoederschap in België

Arteveldehogeschool Gent
2023
Lobke
Naudts
In België is draagmoederschap momenteel niet wettelijk geregeld, maar wordt het wel toegepast. Deze bachelorproef bekijkt de huidige mogelijkheden in België en werpt een blik op mogelijke toekomstige juridische ontwikkelingen.
Meer lezen

Black Women Are Not a Side Note An in-depth intersectional critical discourse analysis of Eurocentric/Western conceptions of feminism: the Vrouwenraad as a case study

Vrije Universiteit Brussel
2023
Rita
Afonso
Deze masterthesis onderzoekt in hoeverre het discours van het jaarplan van de Vrouwenraad zwarte vrouwen betrekt. Met behulp van een kritisch discoursanalysekader onderzoekt deze studie hoe de Vrouwenraad kwesties met betrekking tot seksisme en racisme aanpakt, met name de gelijktijdige manifestatie ervan.
Meer lezen

De impact van de politiecultuur op de carrièreontwikkeling van vrouwelijke politiefunctionarissen

Universiteit Gent
2023
Céline
Tronquo
In deze masterproef wordt de hypothese gesteld dat er binnen de politionele wereld sprake is van een gender bias en dat de doorstroom van vrouwelijke politiefunctionarissen naar de hogere kaders niet evident zijn. Door middel van een literatuurstudie en scoping review wordt er dieper ingegaan op het carrièreverloop van vrouwelijke politiefunctionarissen. Hierbij wordt er meer bepaald aandacht gegeven aan de obstakels en uitdagingen waarmee vrouwelijke politiefunctionarissen geconfronteerd worden. Ook wordt er stilgestaan bij het gegeven of de mogelijke (dominante) politiecultuur -cult of masculinity- hier een rol in speelt.
Meer lezen

Borsten in perspectief: een verkenning van borstbeleving en zichtbaarheidsmanagement bij cisgender vrouwen

KU Leuven
2023
Cindy
Druyts
Wat betekent het om borsten te hebben?
Deze scriptie buigt zich over deze vraag door de borstbeleving, en het gehanteerde zichtbaarheidsmanagement van de borsten, te verkennen bij cisgender vrouwen. Dit resulteert in een aantal opvallende inzichten.
Meer lezen

To fight discrimination or to reproduce it? : Exploring professional's perceptions of Afghan Unaccompanied minors and their coping mechanisms

Universiteit Gent
2023
Lotte
Morel
Deze masterproef onderzocht de manier waarop professionals (OKAN-leerkrachten en asielcentrum medewerkers) niet-begeleide minderjarige Afghaanse jongeren percipiëren en hoe deze percepties hun professioneel handelen richting geven. Aan de hand van een reeks diepte-interviews werd deze vraag op een diepgaande manier geanalyseerd.
Meer lezen

The Three-Child Policy and Gender Equality in China

Universiteit Gent
2023
Yingwa
Sun
Dit onderzoek verkent de implicaties van het drie-kind beleid van China voor gendergelijkheid en vrouwenemancipatie, waarbij de vorige vooruitgang die is geboekt met het één-kind beleid wordt erkend.
Meer lezen

Ontwerp van een gezelschapsspel voor jonge meisjes en hun gezin voor bewustwording, meerwaarde en positieve perceptie van STEM

Universiteit Gent
2023
Lobke
Lowie
Genomineerde longlist mtech+prijs
Deze thesis onderzocht op welke leeftijd en op welke manier meisjes het best in contact gebracht worden met techniek en wetenschap. Hiervoor werd een gezelschapsspel ontwikkeld met de bedoeling om meisjes warm te maken voor een technische opleiding of een technisch beroep.
Meer lezen