Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

The link between self-stigma and self-efficacy toward the reintegration process of people experiencing homelessness in Malta.

Hogeschool UCLL
2025
Sylena
Sorba
Deze scriptie onderzoekt dakloosheid in Malta, een vaak onzichtbaar probleem dat sterk wordt beïnvloed door culturele waarden zoals familieruzie, religie en sociale acceptatie. Het onderzoek richt zich op de relatie tussen zelfstigma en zelfeffectiviteit bij mensen die dakloos zijn. De resultaten laten zien dat er een sterke negatieve correlatie bestaat: hoe hoger het gevoel van zelfeffectiviteit, hoe lager het ervaren zelfstigma. Over het algemeen hebben deelnemers een hoog gevoel van zelfeffectiviteit, terwijl de onzichtbaarheid van dakloosheid in Malta zowel beschermend kan zijn tegen stigmatisering als een belemmering voor structurele verandering. Vergroting van bewustzijn en publieke kennis over dakloosheid is essentieel voor maatschappelijke en beleidsmatige verbeteringen.
Meer lezen

Bridging The Gap Between Urban Planning and Development - Generating Value by Shifting Risk and Reward

Universiteit Gent
2024
Wouter
Coucke
De master thesis onderzoekt de complexe interactie tussen stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij het vormgeven van de gebouwde omgeving, gekenmerkt door een dynamisch samenspel van visie, onderhandeling en uitvoering tussen deze disciplines. Hoewel zowel ontwikkelaars als stedenbouwkundigen waarde hechten aan professionele samenwerking en erkennen dat dit leidt tot kwalitatief betere projecten en snellere goedkeuringen, wijzen de afgenomen interviews op het bestaan van een grote kloof, gekenmerkt door wederzijds wantrouwen, uiteenlopende doelstellingen en een uiteenlopend discours. Ontwikkelaars geven prioriteit aan winst en rendabiliteit, wat vaak botst met de lange termijnwaarde, de sociale impact en het gemeenschappelijk welzijn, waar stedenbouwkundigen zich op richten. Verschillende opvattingen over eigendomsrechten, een aanvaardbare vergoeding voor de genomen risico's, en verschillende visies omtrent de aanpak van het verdichtingsvraagstuk en de realisatie van betaalbare woningen, verergeren de kloof verder.

Vastgoedontwikkeling is een risicovolle, complexe, multidisciplinaire en kapitaalintensieve onderneming die de interactie en afstemming van verschillende belanghebbenden en een actief risicobeheer vereist. Wanneer risico's correct zijn geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, kunnen ze worden beheerst door deze te vermijden, te elimineren, te verminderen, te delen, over te dragen en uiteindelijk het restrisico te accepteren. Hoewel risicobeheer een complexe is, is het zeker niet uitsluitend een rationele benadering. Ervaring speelt ook een rol, en de risicoperceptie van ontwikkelaars wordt onder meer beïnvloed door de verwachtingen van consultants, financiële instellingen en investeerders.

Vanuit een stedenbouwkundig perspectief zijn de maatschappelijke risico's breder en de relevante tijdshorizon veel langer dan de doorlooptijd van het ontwikkelingsproces. Het vermogen van een projectontwikkelaar om risico's te delen of zelfs over te dragen aan een andere partij hangt grotendeels af van de professionaliteit en onderhandelingskracht van die andere partij. Hoewel ervaringen met publiek-private samenwerkingen niet eenduidig zijn, bieden ze wel het potentieel om ontwikkelingsrisico's te delen en de nodige publieke capaciteit en competenties op te bouwen om risico's te begrijpen en zelfs te beheren.

Het bereiken van een evenwicht tussen private ambities en maatschappelijke impact is een cruciaal element van stedenbouw en ontwerp. Dit evenwicht wordt vaak aangeduid als de 'kwaliteit' of 'waarde' van het project. Er bestaan echter verschillende waardebegrippen en deze worden in de masterthesis onderzocht. Ruilwaarde verwijst naar de waarde van een goed of dienst in handel, vaak uitgedrukt in geld. De focus op ruilwaarde geeft vaak voorrang aan monetair gewin onder het kapitalisme, waardoor bredere sociale en culturele waarden, die een belangrijke rol spelen in stedelijke ontwikkeling, mogelijks worden verwaarloosd. De conceptie van stedelijke ruimte wordt beïnvloed door dominante visies op sociale en culturele gebruikswaarde en veel minder door persoonlijke emotionele waarden. Het heersende regime, waarvan de stedenbouwkundigen de vertegenwoordigers zijn, controleert de productie van sociale ruimte door middel van de conceptie ervan , en dit kan botsen met de puur economische focus op ruilwaarde, vaak aangenomen door projectontwikkelaars.

Effectieve kwaliteitsborging in ruimtelijke ontwikkeling vereist duidelijke discussies tussen ontwikkelaars en autoriteiten over de onderliggende aannames, ambities en strategieën om een goed projectresultaat te bereiken. Om stedelijke kwaliteit te evalueren, is een genuanceerde en veelzijdige benadering noodzakelijk. Kwaliteitskamers, opgericht in allerlei vormen om projectkwaliteit te evalueren en te waarborgen, missen formele autoriteit en een coherente aanpak, en de toepassing ervan wordt niet dooer iedereen positief beoordeeld. Het is daarom aangewezen om de noodzaak en de werking van deze kwaliteitskamers te evalueren en desnoods te herzien.

De algemene uitkomst van de interviews is een falen van een effectief ruimtelijk beleid in Vlaanderen. De centrale Vlaamse overheid wordt als zwak en afwezig beschouwd, terwijl kleinere lokale overheden onderbemand en niet toegerust zijn om complexe vergunningsaanvragen aan te pakken. De 'laissez-faire'-aanpak kan historisch worden gesitueerd, maar heeft geleid tot een ongekende verstedelijking, aangejaagd door kansen voor grondeigenaren om speculatieve waarde te creëren en te behouden door het verkrijgen van vergunningen. Dit gedrag wordt vaak toegeschreven aan projectontwikkelaars, maar hun werkterrein is verschoven naar de herontwikkeling van bestaande locaties en gebouwen.

Het debat over ruimtelijke ordening richt zich hoofdzakelijk op het verlenen van vergunningen, met een zeer sterke nadruk op formaliteiten. Het vergunningsproces is ook overmatig gereguleerd en de nadruk op juridische formaliteiten heeft geleid tot een verlies aan strategische visie, terwijl belangrijke planningsuitdagingen blijven bestaan. Het ontbreken van duidelijke ontwikkelingskaders creëert bovendien onzekerheid, wat efficiënte en innovatieve stedelijke ontwikkeling belemmert.

De Vlaamse overheid moet opnieuw de controle verwerven over planning en programmering door middel van een synergetische aanpak aan te nemen waarbij beslissingen meer centraal worden genomen en middelen worden gebundeld, en waarbij stedelijke ontwikkelingskaders op subregionaal niveau worden vastgelegd. Zodra het ontwikkelingskader is bepaald, is het een stevig werkinstrument voor zowel stedenbouwkundigen als ontwikkelaars. De betrokkenheid van provincies op dit tussenniveau, of een andere subregionale instantie, moet verder worden onderzocht. Bovendien moeten een aantal dubbelzinnige ruimtelijke concepten worden herzien door ze te beoordelen vanuit hun collectieve gebruikswaarde en de grenzen met puur emotionele waarde, zodat ze bruikbare concepten worden in plannings- en vergunningsprocedures.

De vergunningsprocedure dient grondig herzien te worden, onder andere om de mogelijkheden van lichtvaardige beroepen op basis van persoonlijke emotionele waarden of zakelijke motieven te beperken, en om de mogelijkheid om de hele vergunningsbeoordeling compleet over te doen in de adminsitratieve beroepsprocedure, zonder daarmee rekening te houden met voorafgaande afspraken en overwegingen, af te schaffen. De rol en reikwijdte van de zogenaamde Kwaliteitskamers moet worden gestructureerd en geïntegreerd in het vergunningsproces, o.a. door de mogelijkheden van ontwikkelingskosten en ontwikkelingsakkoorden uit te breiden. Een fundamentele vraag in dit alles is wat de rol van de stedenbouwkundige in dit alles is.

Tenslotte heeft de analyse van de case study aangetoond dat Upgrade Estate in staat is relaties op te bouwen met zijn stakeholders en een product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften van zijn huurders en investeerders, gebaseerd op grondig marktonderzoek. De behoefte aan het product, de marketingaanpak en, tot op zekere hoogte, de architecturale vorm van de Loop 5-gebouwen creëren een gevoel van collectiviteit dat Upgrade Estate in staat stelt zijn operatie te financieren op basis van naamsbekendheid en reputatie, wat het resultaat is van een zeer sterke relatie met zijn investeerders, een stabiel maar relatief laag financieel rendement, het nemen van sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, een uitstekende corporate marketingmachine en een bewezen staat van dienst. De financiering van het project gebeurt via een innovatief financieringssysteem dat aan de aandacht van de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontsnapt lijkt te zijn. Om de risico's voor de eindinvesteerders te beperken, zou de FSMA dit soort structuren dringend moeten herzien, met name met betrekking tot deugdelijk bestuur, marktconforme waardering en transparantie.
Meer lezen

Goed genoeg is ook oké

Arteveldehogeschool Gent
2022
Hanne
De Bruyne
De transitie naar het ouderschap is één van de grootste gebeurtenissen in een mensenleven. Het is een levenslang groeiproces dat een wisselend verloop kent. Het gaat vaak over de roze wolk of de donderwolk. Ouders zitten niet altijd op die veelbesproken roze wolk. Het is ook oké om je als ouder tussen deze twee uiterste wolken te bewegen. Goed genoeg is ook oké, maar wat houdt dit in?
Meer lezen

The impact of community health workers on HIV therapy outcome in sub-Saharan Africa

KU Leuven
2019
Lotte
Michielsen
In deze scriptie wordt onderzocht of en hoe lokale gezondheidsmedewerkers een bijdrage kunnen leveren aan betere therapie-uitkomsten voor HIV-patiënten in sub-Saharisch Afrika.
Meer lezen

¿Diferente o igual? Dos enfoques sobre las obras latinoamericanas El Etnógrafo (2012) y El abrazo de la serpiente (2015)

KU Leuven
2019
Amber
De Geyter
Master thesis aangeboden binnen opleiding Master in de westerse literatuur. Thesis analyseert twee Zuid-Amerikaanse cinematografische werken op antropologisch en taalkundig vlak.
Meer lezen

Een nieuw(e) (t)huis voor erkende en subsidiair beschermde vluchtelingen in Vlaanderen

KU Leuven
2017
Sara
Willems
Voor de vele vluchtelingen die in ons land terechtkomen, start na hun erkenning de zoektocht naar een eigen huis. Wat een huis tot een thuis maakt verschilt van persoon tot persoon. Vluchtelingen vragen hierbij bijzondere aandacht vanwege hun specifieke context. Dit is een context van omgaan met mogelijke traumatische ervaringen uit het herkomstland, de ervaring van een hectische tocht, chronische stress door de lage socio-economische positie waarin ze terecht komen en stress vanwege het cultuurverschil. De masterproef ‘Een nieuw(e) (t)huis voor erkende en subsidiair beschermde vluchtelingen in Vlaanderen’ onderzoekt in welke mate huisvestingsinitiatieven voor vluchtelingen in Vlaanderen afgestemd zijn op hun wensen en noden.
Meer lezen

Stakeholder management m.b.t. het verbeteren van de veiligheid in het professioneel wielrennen

Vrije Universiteit Brussel
2017
Glenn
Tordeurs
Deze masterproef onderzoekt op welke manier de veiligheid in het professioneel wielrennen nog verder verbeterd kan worden, rekening houdend met de belangrijkste stakeholdergroepen en hun belangen. Er wordt getracht dit vraagstuk te beantwoorden m.b.v. interviews met experten en Multi-Actor Multi-Criteria Analysis (MAMCA)
Meer lezen

Eigen Kracht-conferenties in de Geestelijke Gezondheidszorg: voldoende kracht van het netwerk?

Odisee Hogeschool
2016
Kristine
Donche
.Krachtgerichte en netwerkversterkende methodieken zoals Eigen Kracht-conferenties worden vaak toegepast in de jeugdhulpverlening maar vinden tot op vandaag weinig ingang in de Geestelijke Gezondheidszorg. Stigmatisering en vooroordelen maken dat sommige hulpverleners te weinig geloven in de kracht en competenties van hun cliënt en zijn netwerk. Wil men streven naar een meer herstelgerichte zorg waar de cliënt zijn leven en zorg in eigen hand heeft dan kan EK-c een positieve aanvulling zijn op het bestaande aanbod.
Meer lezen

"Cultuurhuizen voor de moderne grootstad?" Kaaitheater, Kunstenfestivaldesarts en de allochtone 'meerderheid' in Brussel.

Universiteit Gent
2016
Trijn
Blondé
In mijn scriptie onderzocht ik de diversiteit binnen het publiek in de cultuursector. Ik focuste me voornamelijk op nieuwkomers van Arabische en Afrikaanse origine. Hiervoor heb ik als casussen volgende cultuurhuizen van naderbij bestudeerd: het Kaaitheater en het Kunstenfestivaldesarts.
Meer lezen

De cross-culturele verschillen in de relaties van resources en demands met bevlogenheid en burn-out

KU Leuven
2014
Annelies
Costers
Het job demands-resources model, toepasbaar in alle culturen?Modellen op basis van werkkenmerken, zoals onder andere het job demands-resources model (Bakker, Demerouti, & Verbeke, 2004), worden vaak toegepast in verschillende culturen. Maar zijn deze modellen wel correct toepasbaar voor verschillende culturen? Zou het niet kunnen dat cultuurverschillen de relaties in het job demands-resources model zodanig beïnvloeden dat het niet op correcte wijze kan worden toegepast? Is het mogelijk dat het overnemen van dit model in verschillende culturen tot vertekende resultaten kan leiden?
Meer lezen

Rechten van de vrouw in Centraal-Azië

KU Leuven
2014
Marijke
Nicolaï
  • Marijke
    Nicolaï
Rechten van de Vrouw in Centraal-Azië‘Vrouwenrechten zijn mensenrechten’            Rechten van de vrouw hebben mij altijd al aangesproken en het idee om over dit onderwerp een thesis te schrijven is ontstaan tijdens mijn verblijf in Siberisch Rusland. Ik heb echter besloten mij niet te focussen op Rusland, maar op twee landen in Centraal-Azië om de reden dat ik – masterstudente Slavistiek en Oost-Europakunde – reeds een aantal papers schreef over de rechten van de vrouw in Rusland.
Meer lezen

Filmkritiek in Vlaanderen. De filmrecensies van Patrick Duynslaegher kritisch bekeken

Universiteit Antwerpen
2008
Sophia
Van Keer
“Filmkritiek in Vlaanderen. De filmrecensies van Patrick Duynslaegher kritisch bekeken”, door Sophia Van Keer, Master in Filmstudies en Visuele Cultuur, Universiteit Antwerpen 2008.
In dit onderzoek staat de probleemstelling centraal die peilt naar de mogelijkheid om bepaalde stijlkenmerken en patronen te koppelen aan een filmrecensent aan de hand van een kritische analyse van zijn filmrecensies. De acht meest kenmerkende elementen of aspecten van een recensie zullen toegepast worden op deze recensies.
Meer lezen

De ‘ander’ in beeld: liminaal denken in fotografie. De representatie van de Roma in het werk van Jan Yoors, Josef Koudelka, Gianni Berengo Gardin en Ljalja Kuznetsova.

Universiteit Gent
2008
Mona
Bogaert
In onze samenleving worden we overspoeld door een massa beelden die alle onder hun broze huid van uiterlijke schijn zeer veel zeggen over onze eigen culturele waarden en normen. Elk beeld is, gewild of ongewild, een reflectie van de houding van zijn maker tegenover de zich omringende wereld. Wanneer deze beelden gaan over dingen die ons eigen zijn dan begeven we ons op relatief veilige paden, in die zin dat we enkel een weergave bieden van hetgeen ons bekend is.
Meer lezen

Taalverwerving, culturele waarden en persoonlijkheidskenmerken

KU Leuven
2008
Anneleen
Boderé
Taalverwerving, culturele waarden en persoonlijkheidskenmerken
 
De voorbije jaren is al veel onderzoek verricht naar taalverwerving. Zo stelden wetenschappers zich de vraag waarom sommige taalleerders in hun te leren taal zeer snel vooruitgang boeken, en andere bijna geen. Intelligentie bleek slechts een minimale rol te spelen. Is het mogelijk dat de culturele achtergrond van taalleerders een invloed uitoefent op het taalverwervingsproces? En hoe zorgt de individuele persoonlijkheid voor perfectionering van de te leren taal?
Meer lezen

Cross-Culture Channel Management

Universiteit Antwerpen
2004
Michael
Van Peel
Zoveel hoofden, zoveel zinnenMet de regelmaat van de klok duiken er in de managementleer nieuwe theorieën op. Sommige verworden tot scholen, anderen tot trends of gimmicks. Succesvolle ideeën worden in veelbelovende boeken gegoten, verslonden door managers wereldwijd, uitgeprobeerd en vervolgens in de boekenkast geplaatst. Sommige implementaties zijn (gedeeltelijke) successen, anderen gaan compleet de mist in. Wellicht de belangrijkste oorzaak hiervoor is de misvatting dat management een exacte wetenschap zou zijn.
Meer lezen