Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Wachttijden in de gezinsondersteuning: Impact op gezinnen en de Werking van 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde

Odisee Hogeschool
2025
Margault
Dumont
Lange wachttijden in de jeugdhulp en gezinsondersteuning vormen een toenemend
probleem in Vlaanderen, met ingrijpende gevolgen voor gezinnen en hulpverleners.
In deze bachelorproef wordt het ontstaan van deze wachttijden onderzocht én wat de
gevolgen zijn voor gezinnen die ondersteuning nodig hebben. Het ‘op de wachtlijst staan’
heeft een invloed op de gezinsdynamiek. De ontwikkeling van kinderen en jongeren wordt
negatief beïnvloed. Te lang op hulp moeten wachten kan stoornissen veroorzaken voor de
sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. Het kind kan vertraging oplopen op het
verfijnen van de motorische vaardigheden, sociale interacties en cognitieve vermogens.
Ook de draagkracht van de gezinsleden staat hierdoor onder druk. De focus ligt op de
werking van de organisatie 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde, een organisatie die
overbrugging biedt tijdens wachttijden.
De centrale onderzoeksvraag luidt: Waarom zijn er wachtlijsten voor gezinsondersteuning
in Vlaanderen en wat zijn de gevolgen voor de werking van 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde?
De studie analyseert dit vraagstuk op drie niveaus. Op microniveau is de centrale
onderzoeksvraag gericht op de invloed van wachttijden op het functioneren van gezinnen
en de ouder-kindrelatie. Op mesoniveau ligt de focus op de gevolgen van wachttijden voor
de werking van 1 Gezin 1 Plan. Op macroniveau wordt de centrale onderzoeksvraag
geformuleerd over de impact op het samenwerkingsverband binnen de eerstelijnszones in
Halle-Vilvoorde.
Aan de hand van een theoretische analyse worden wachttijden geanalyseerd vanuit een
sociologisch, ontwikkelingspsychologisch en pedagogisch perspectief. Daarnaast wordt
een casestudy van een gezin met een kind met autisme en een verstandelijke beperking
gebruikt om de uitdagingen waarmee gezinnen op wachtlijsten geconfronteerd worden te
illustreren.
Dit onderzoek wijst uit dat wachttijden niet alleen het welzijn van gezinnen beïnvloeden,
maar ook de effectiviteit van gezinsondersteuning en de samenwerking binnen de
eerstelijnszorg onder druk zetten. Dit onderzoek formuleert concrete
veranderingsvoorstellen om de toegankelijkheid en efficiëntie van gezinsondersteuning te
verbeteren. Op gezinsniveau ligt de focus op het bevorderen van de draagkracht tijdens
het wachten, dit door een ouderavond te organiseren en zelfhulp-bundels te ontwikkelen.
Op organisatieniveau stelt de organisatie 1 Gezin 1 Plan Halle-Vilvoorde zich toegankelijker
op voor de gezinnen. Er wordt ook voorgesteld om een gemeenschappelijke
aanmeldprocedure op te stellen voor gelijkaardige diensten. Op eerstelijnsniveau worden
verschillende acties voorgesteld om psychische kwetsbaarheid bespreekbaar te maken.
Ook het organiseren van een netwerkbeurs wordt voorgesteld om alle zorg- en
hulpverleners in contact met elkaar te brengen.
De resultaten benadrukken de noodzaak van een geïntegreerd beleid en betere
samenwerking tussen eerstelijnsorganisaties om wachttijden te verkorten en gezinnen
sneller de nodige ondersteuning te bieden.
Deze voorstellen komen overeen met de principes van trajectondersteuning,
geformuleerd in het decreet Vroeg en Nabij.
Door wachttijden niet alleen als probleem, maar ook als opportuniteit voor verandering te
benaderen, schetst deze bachelorproef mogelijke wegen naar een effectiever en
mensgerichter ondersteuningssysteem, ter ondersteuning van gezinnen in moeilijkheden.
Meer lezen

Slimme Omgevingen voor Kleine Patiënten: De invloed van virtual reality (VR) op angst in de pediatrische spoed-box

Hogeschool PXL
2025
Wasim
Vandepoel
De bachelorproef onderzoekt de impact van Virtual Reality (VR) op het verminderen van angst bij kinderen tussen 6 en 12 jaar op de spoedgevallendienst van het Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Tienen. De centrale onderzoeksvraag luidt: "Welk effect heeft het gebruik van VR op angst bij kinderen op de spoedgevallendienst?" Daarnaast wordt nagegaan hoe zorgverleners (verpleegkundigen, artsen en gastvrouwen) staan tegenover het gebruik van VR en welke educatie nodig is om hen te motiveren tot implementatie.

De studie bestaat uit een literatuuronderzoek en een praktijkgedeelte. Uit de literatuur blijkt dat VR effectief is in het verlagen van procedurele angst bij kinderen. Verschillende studies tonen aan dat kinderen die VR gebruiken tijdens medische handelingen minder angst ervaren dan bij traditionele methoden. Toch zijn er drempels voor implementatie, zoals gebrek aan kennis, technische uitdagingen en weerstand tegen nieuwe technologieën.

Om deze drempels te overwinnen, werd een interactieve workshop georganiseerd voor het zorgteam. Vooraf en nadien werd een vragenlijst afgenomen. De resultaten tonen aan dat passieve educatie (zoals posters of video's) onvoldoende is om gedragsverandering teweeg te brengen. De interactieve sessies daarentegen verhoogden het vertrouwen en de bereidheid om VR effectief te gebruiken. Leeftijd bleek geen invloed te hebben op de bereidheid tot implementatie.

De bachelorproef besluit dat VR een waardevolle en veilige interventie is om angst bij kinderen te verminderen, mits zorgverleners goed worden opgeleid via praktische en interactieve methoden. De auteur ontwikkelde een protocol, een infosessie en een promotieposter om de implementatie te ondersteunen. De studie draagt bij aan kindvriendelijke zorg en sluit aan bij de duurzame ontwikkelingsdoelen rond gezondheid en innovatie.
Meer lezen

Hostilia inzetten in de onderwijscontext om toekomstige leerkrachten inzicht in hun klasmanagement te geven.

Hogeschool PXL
2025
Yenthe
Ramakers
Deze bachelorproef onderzoekt de meerwaarde van het gebruik van de edugame Hostilia bij het vergroten van het inzicht van toekomstige leerkrachten in hun eigen klasmanagement.

Via een literatuurstudie en interviews wordt er in deze bachelorproef ingegaan op de begrippen klasmanagement en Game-Based Learning. Door zelf scenario’s te schrijven voor de edugame Hostilia, die oorspronkelijk ontwikkeld is voor de zorgsector, werd er een spelversie ontworpen die in de lerarenopleiding kan zorgen voor een beter inzicht in het klasmanagement van toekomstige leerkrachten. Het spel werd al uitgetest door lectoren en studenten van PXL-Education. Daarnaast werd er ook nog een handleiding voor lectoren en een bundel voor studenten ontwikkeld die gebruikt kunnen worden tijdens het spelen van deze game.
Meer lezen

Artificiële intelligentie binnen het secundair kunstonderwijs

Odisee Hogeschool
2025
Zen
Van Dessel
In deze bachelorproef werd onderzocht hoe een online cursus kan bijdragen aan het ontwikkelen van basiscompetenties en vertrouwen bij leerkrachten in het secundair kunstonderwijs om AI-tools op een verantwoorde en effectieve manier in te zetten als tutor. De focus werd gelegd op leerkrachten van theorievakken binnen Sint-Lucas kunstsecundair te Antwerpen. In deze school is de zoektocht naar integratie van digitale technologieën nog in ontwikkeling.

Door gebruik te maken van een literatuurstudie werd onderzocht hoe AI kan bijdragen aan gepersonaliseerd leren, een onderwerp dat onder andere Bloom kadert in zijn 2 sigma-probleem. Op basis van deze bevindingen werd een vragenlijst afgenomen bij de leerkrachten om de houding en beginsituatie ten opzichte van AI in kaart te brengen. Vanuit die resultaten werd een e-learningcursus ontwikkeld waarin de AI toepassingen NotebookLM en SchoolAI op een praktische en toegankelijke manier werden aangeleerd.

Nadat de leerkrachten de cursus doornamen gaven alle leerkrachten aan dat hun vertrouwen en basiskennis in het gebruik van AI was toegenomen. Ze gaven aan dat ze zich competenter voelden om AI-tools in te zetten in hun les en waren overtuigd van de meerwaarde voor gepersonaliseerd onderwijs. De leerkrachten benadrukte de duidelijke structuur, praktische insteek en het evenwicht van theorie en concrete toepassingen binnen de cursus als groot pluspunt.

Dit onderzoek toont aan hoe e-learning een krachtig instrument kan zijn om ondersteuning te bieden aan leerkrachten in hun digitale professionalisering. Het biedt een antwoord op de steeds meer toenemende vraag naar begeleiding in het gebruik van AI binnen de stageschool waar deze proef werd uitgevoerd. Het benadrukt dat leerkrachten, mits de juiste ondersteuning, in staat zijn om AI op een pedagogisch verantwoorde manier in te durven zetten.
Meer lezen

Een brug tussen PAV en praktijkvakken: Een praktische handleiding om vakoverschrijdend samen te werken.

Odisee Hogeschool
2025
xenia
De Graef
“Hoe kan vakoverschrijdend samenwerken tussen project algemene vakken en
praktijkrichtingen door middel van een handleiding de leerprestaties van leerlingen
versterken?”
In deze bachelorproef worden de mogelijkheden en voordelen van een geïntegreerde aanpak onderzocht. Door theoretische vakken met praktijk te combineren, biedt dit onderzoek concrete handvaten om de samenwerking effectief en relevant te maken. De resultaten tonen aan dat een samenwerking tussen vakgebieden niet alleen de leerprestaties stimuleert, maar leerlingen ook een betere voorbereiding geeft voor de arbeidsmarkt.
Dit document biedt een vernieuwende blik op onderwijsinnovatie en praktische toepassingen.
Daarnaast belicht deze bachelorproef de rol van didactische strategieën en hun invloed op vakoverschrijdend samenwerken. Door middel van praktijkgerichte voorbeelden wordt aangetoond hoe een goed ontwikkelde handleiding leraren kan ondersteunen bij het integreren van verschillende vakgebieden. Dit vergroot niet alleen de betrokkenheid van
leerlingen, maar draagt ook bij aan een dynamisch en uitdagend leerproces dat inspeelt op de behoeften van de arbeidsmarkt.
Meer lezen

Collegiale visitatie binnen de aanvangsbegeleiding

Odisee Hogeschool
2025
Heleen
Dewaele
Om in kaart te kunnen brengen in welke mate er al collegiaal gevisiteerd wordt in secundaire scholen
te Sint-Niklaas, en hoe deze visitaties worden ingericht, werden er d.m.v. semigestructureerde
interviews enkele scholen bevraagd. Hieruit blijkt dat collegiale visitatie in opmars is; alle
aanvangsbegeleiders leggen deze professionaliseringsmethode op als een verwachting aan de
startende leerkrachten, of willen dit in de nabije toekomst doen. Ook worden er regelmatig initiatieven
op poten gezet om het gebruik van dit instrument aan te wakkeren bij de meer ervaren leerkrachten,
al blijkt het gewenste effect van deze initiatieven vaak van korte duur.
De startende leerkrachten van de Broederschool te Sint-Niklaas geven aan het gevoel te hebben zich
verder geprofessionaliseerd te hebben dankzij collegiale visitatie. Het verwerven van een uitgebreider
pakket aan instructiestrategieën, betere lesprestaties leveren en met meer zelfvertrouwen voor de
klas staan, zijn voordelen die ze hebben ervaren. Collegiale visitatie inbedden in een schoolcultuur is
daarentegen geen eenvoudige opdracht; de meer ervaren leerkrachten blijken namelijk vaak nog
weerstand te bieden.
Collegiale visitatie opleggen als een verplichting aan een lerarenkorps, werkt averechts. Er moet een
voldoende draagvlak zijn om een visitatiecultuur te creëren op school. Je kan collegiale visitatie laten
meegroeien met leraren via de aanvangsbegeleiding. Ook kunnen er enkele andere aanbevelingen
gedaan worden aan de Broederschool om het gebruik van deze professionaliseringsmethode in te
bedden in de schoolcultuur: informeer leerkrachten helder en uniform over de voordelen van deze
visitaties, geef hen de mogelijkheid om collegiale visitatie in te geven als een gevolgde bijscholing,
breng collegiale visitatie regelmatig ter sprake bij personeelsvergaderingen, tuchtklassenraden,
vakvergaderingen…
Meer lezen

Stoppen met spijbelen: een blik op hulp en aanpak

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Britt
De Clercq
Mijn bachelorproef ging over de aanpak van spijbelen bij jongeren. Ik onderzocht welke interventies effectief zijn voor leerlingen van 12 tot 18 jaar met schoolverzuim. Daarbij richtte ik me op de oorzaken van spijbelen, zoals sociale, emotionele en academische factoren. Ook analyseerde ik strategieën zoals ouderbetrokkenheid, samenwerking met hulpverleningsinstanties en motiverende gesprekstechnieken. Uit mijn onderzoek bleek dat een geïntegreerde aanpak, waarbij scholen, ouders en professionals samenwerken, essentieel is om schoolverzuim succesvol aan te pakken.
Meer lezen

Grip op groei: het versterken van planningsvaardigheden via een zelfontwikkelde tool binnen zelfregulerend leren

Odisee Hogeschool
2025
Greet
De Kuyper
Leerlingen uit de eerste graad B-stroom ervaren vaak moeilijkheden bij het plannen van
hun schoolwerk. Ze hebben nood aan structuur, overzicht en begeleiding om hun
planningsvaardigheden te ontwikkelen en hun leerproces in eigen handen te nemen.
Vanuit deze problematiek werd onderzocht hoe een planningstool eruit moet zien om
deze leerlingen te ondersteunen in het kader van zelfregulerend leren.
Op basis van literatuur over zelfregulatie en praktijkgerichte gegevensverzameling
(enquêtes, analyses en observaties) werd een visueel toegankelijke en eenvoudige te
gebruiken planner ontwikkeld. De tool werd uitgetest tijdens PLT-sessies met leerlingen
uit de B-stroom. De planner bevat elementen zoals het stellen van doelen, aanduiden
van deadlines, tijdsinschatting en ruimte voor vrije tijd en reflectie. Leerlingen kunnen
ook hun gevoelens aanduiden en aangeven of ze hulp nodig hebben, wat leerkrachten
toelaat om gerichter te ondersteunen.
De planner sluit aan bij de werking van Smartschool en ondersteunt sleutelcompetentie
13: het eigen leer- en keuzeproces in handen nemen. Ook eindterm 4.7 en leerplandoel
26 worden versterkt, waarin het inzetten van (meta)cognitieve leer- en
regulatiestrategieën centraal staan. De resultaten tonen aan de planner effectief is in
het ondersteunen van planningsvaardigheden en het stimuleren van eigenaarschap bij
leerlingen.
De meerwaarde van deze bachelorproef ligt in het feit dat de planner niet enkel een
hulpmiddel is, maar ook een begeleidingsinstrument dat leerlingen stap voor stap leert
plannen, reflecteren en bijsturen. Voor verdere implementatie werd een instructiekaart
ontwikkeld, zodat ook andere leerkrachten de tool kunnen inzetten in hun klaspraktijk.
Meer lezen

Aanleren van SketchUp for Schools a.d.h.v een stappenplan

Odisee Hogeschool
2025
Ilias
Thienpondt
In een steeds digitaler onderwijsklimaat worden leerkrachten uitgedaagd om hun
instructievormen af te stemmen op de behoeften van jongeren. Deze bachelorproef
onderzoekt het effect van twee verschillende instructiemethodes, een geschreven stappenplan en een videostappenplan, bij het aanleren van het 3D-tekenprogramma SketchUp for Schools aan leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs.
Het praktijkonderzoek werd uitgevoerd in twee klassen uit de A- en B-stroom, waarbij de leerlingen beide instructievormen kregen aangeboden. Er werden data verzameld aan de hand van observaties en reflectievragenlijsten. De resultaten werden geanalyseerd aan de hand van vier onderzoeksthema’s: begrijpelijkheid van de instructies, gebruiksgemak, leerresultaten en motivatie.
De conclusies zijn duidelijk: het videostappenplan wordt door de meerderheid van de
leerlingen als duidelijker, motiverender en gebruiksvriendelijker ervaren. Leerlingen konden zelfstandiger werken en begrepen de stappen beter dankzij de visuele en auditieve ondersteuning. Bij het geschreven stappenplan hadden meer leerlingen behoefte aan extra uitleg of begeleiding. De leerresultaten tonen aan dat beide methodes functioneel zijn, maar het videomateriaal iets sterker scoorde op nauwkeurigheid en foutvermijding.
Deze bachelorproef toont aan dat video-instructies een waardevolle aanvulling zijn op het klassieke lesmateriaal. Leerkrachten kunnen met beperkte middelen kwalitatieve videolessen maken die inspelen op de leerstijl van hun leerlingen. De bevindingen zijn bruikbaar voor elke school die technische software wil integreren in haar onderwijspakket.
Meer lezen

Ontwikkelen van een DC-DC converter voor railway toepassingen

Hogeschool VIVES
2025
Floran
Dhont
  • Cedric
    Vindevogel
We hebben een betrouwbare en efficiënte voeding ontworpen voor een breed spanningsbereik, volledig afgestemd op toepassingen in de treinwereld. En dat volledig volgens de vereisten van het bedrijf, binnen budget én volledig zelf ontwikkeld. Een mooi eindresultaat van een boeiend traject.
Meer lezen

Zin in zinvolle zinsontleding: Predicatie en valentie als verrijking van de lessen zinsleer in 2A

Odisee Hogeschool
2025
Tibor
Gurka
Hoewel zinsontleding opgenomen is in de eindtermen en leerplandoelen als essentieel onderdeel van het curriculum, ervaren zowel leerlingen, leraren, vakdidactici als taalkundigen pijnpunten en obstakels in de gangbare didactiek, die al te vaak bestaat uit het leren ontleden van geïsoleerde zinnetjes door middel van trucjes, ezelbruggetjes en controlevragen. Vakdidactici en taalkundigen schreeuwen al geruime tijd van de daken dat de ‘traditionele’ didactiek toe is aan verrijking en vernieuwing, willen we leerlingen meer betekenisvol onderwijs aanbieden. Een sleutelrol in die verrijking lijkt toebedeeld aan het werken vanuit taalkundige metaconcepten, met name predicatie en valentie.
In drie klassen van het tweede jaar A-stroom op OLVP Bornem ontwikkelde en testte ik een lessenreeks die werd voorafgegaan door een nulmeting (een toets met inzichtvragen, klassieke zinsontleding en een anonieme bevraging) en nadien werd opgevolgd door een effecttoets die naar analogie van de nulmeting werd opgesteld. Op basis van de resultaten van het praktijkonderzoek en mijn eigen ervaringen pleit ik resoluut voor een verrijking van de gangbare didactiek met predicatie en valentie. Zo kunnen leerlingen op een betekenisvolle manier leren hoe enkelvoudige zinnen zijn opgebouwd. De metaconcepten maken het mogelijk om sterk in te zetten op hun taalgevoel om complexe syntactische begrippen zoals het gezegde en de voorwerpen in een zin te verkennen. Bovendien vinden de metaconcepten makkelijk aansluiting bij de minimumdoelen en leerplandoelen die inzetten op talig bewustzijn en metacognitieve kennis over taal. Zowel predicatie als valentie lenen zich sterk tot activerende werkvormen, die in betekenisvolle contexten en d.m.v. visualisatie abstracte concepten concreet en tastbaar kunnen maken, wat zowel de beleving van de leerlingen als het leereffect ten goede kan komen. Ezelsbruggetjes en vuistregels maken plaats voor conceptuele diepgang, en er wordt een expliciet verband gelegd tussen de metaconcepten en de gangbare grammaticale begrippen. Daarnaast biedt die verrijking tal van mogelijkheden om leerlingen te laten reflecteren en redeneren, om met elkaar in dialoog te gaan en gezamenlijk tot een dieper inzicht in enkelvoudige zinnen te komen.
Meer lezen

Mis Gebouw(d)?

KU Leuven
2025
Lotte
Van Hecke
Door de secularisatie vanaf einde jaren ‘60 lopen de kerken leeg en verliezen ze hun sociale en symbolische rol in de maatschappij. De klassieke kerk heeft dankzij zijn historisch karakter een draagvlak om deze te behouden of herbestemmen. De naoorlogse kerkbouw in Vlaanderen is minder gekend en gedragen bij het grote publiek waardoor een toekomstvisie ontbreekt voor dit jong erfgoed. Deze kerken volgen namelijk een nieuwe liturgische beweging conform Vaticanum II waardoor er verschillende en nieuwe architecturale uitingen aan een kerkgebouw gegeven werd zoals open grondplan en zichtbare materialen. Dit leidt onder andere tot kerken in brutalistische stijl. Brutalistische gebouwen kennen vele structurele gebreken en deze zijn ook in de kerkbouw aanwezig. Daarnaast bemoeilijkt het gebrek aan archiefmateriaal, kennis over de gebruikte materialen en constructiemethodes de instandhouding van de naoorlogse kerkbouw. De consolidering van het religieus patrimonium verergert deze algemene verwaarlozing. Hieruit ontstond de onderzoeksvraag, welke veelvoorkomende gebreken in brutalistische kerkgebouwen zijn er en wat zijn hun oorzaken? In deze masterproef ligt de focus op de gebouwde naoorlogse kerken van Marc Dessauvage (° 13 maart 1931, Moorslede. † 29 december 1984, Brugge), de officieus aangestelde kerkenbouwer door het Aartsbisdom Mechelen-Brussel. Marc Dessauvage ontwierp brutalistische en functionele huiskerken. Hij realiseert 14 kerkgebouwen op een relatief korte periode, voornamelijk in Vlaanderen en enkelen in Brussel. Tussen Dessauvages eerste ontwerpvoorstel in 1959 en de laatste oplevering in 1974 zit amper 16 jaar. Ondanks dat het oeuvre van Dessauvage extensief onderzocht is op zijn historische en architecturale kwaliteiten, blijven de technische en bouwfysische gebreken van zijn werk onderbelicht. In deze scriptie wordt de bouwtechnische zijde voor het eerste gebundeld, onderzocht en besproken. Doorheen het onderzoek komen de pathologische gebreken naar boven in zijn projecten, gebreken typerend voor Dessauvage en andere brutalistische (kerk)gebouwen. Eerst bestudeer ik het algemeen theoretisch beeld van brutalisme als ondersteunend kader, vanuit een sociaal en technisch perspectief. Hierbij legt het onderzoek de typische problemen voor gebouwen met een zichtbare constructie bloot. In een tweede fase wordt toegelicht hoe het brutalisme kon integreren in kerkelijke architectuur en hoe de Kerk zich positioneerde en hervormde na WOII. Vervolgens zoom ik verder in op de gerealiseerde projecten van Dessauvage. Er wordt onderzoek gedaan naar de levensloop van het gebouw, gaande van de constructie van het gebouw, de verschillende renovatiewerken doorheen de tijd, tot de huidige toestand. Hierbij wordt gekeken naar de materiële ingrepen alsook naar de betekenis van het gebouw voor de parochie. Uit het onderzoek komen 3 repetitieve gebreken naar voren, namelijk betonrot, waterinfiltratie en scheurvorming.
Meer lezen

De stem van morgen: "omgaan met 'fake news' en politieke geletterdheid ter voorbereiding van de verkiezingen"

Hogeschool VIVES
2025
Baptiste
Gore
In een tijdperk waarin informatie gemakkelijk toegankelijk is, maar ook vaak vertekend of misleidend
gepresenteerd wordt, is het essentieel om jongeren voorzien van de nodige vaardigheden en kennis
om kritisch te denken, in staat te stellen betrouwbare informatie te identificeren en aldus actief deel
te nemen aan het democratische proces. Dit is de kern van mijn onderzoek: het verkennen van
manieren waarop we jongeren kunnen helpen om zich te wapenen tegen de impact van fake news
en tegelijkertijd hun politieke bewustzijn te vergroten over hun rol als burger in onze samenleving.

In mijn bachelorproef onderzoek ik niet alleen de huidige stand van zaken met betrekking tot fake
news en het politieke bewustzijn van jongeren, maar ik schuif ook concrete aanbevelingen naar
voren inclusief educatieve interventies om hun bewustzijn te verbeteren. Dit werk zou niet mogelijk
zijn geweest zonder de steun en begeleiding van mijn docenten, medestudenten, de experts en de
politici die ik heb mogen interviewen tijdens mijn onderzoek. Ik bedank in het bijzonder ook mijn
bachelorproef begeleiders Mevrouw T. Buyck & Meneer H. Scheyving voor de goede en zorgvuldige
begeleiding.

Ik hoop van harte dat dit werk niet alleen bijdraagt aan een beter begrip van de uitdagingen waar
we voor staan, maar ook inspireert tot actie. Laten we samen werken aan een toekomst waarin
jongeren vol vertrouwen en bewust hun stem laten horen, gewapend met kennis, kritisch denken
en een diepgeworteld gevoel van burgerzin.
Meer lezen

OPERATION ENDURING FREEDOM: EEN MILITAIRE OPERATIE MET POLITIEKE IMPLICATIES

Universiteit Gent
2025
Emile
Bourgoignie
Het beoordelen van Operation Enduring Freedom van 2001-2005 op basis van het succescriteria van Rodt
Meer lezen

Seksualiteit onder druk. Een kwalitatief onderzoek naar de seksualiteitsbeleving van vrouwen met dyspareunie.

KU Leuven
2025
Jade
Hulsman
In deze masterproef wordt onderzocht hoe vrouwen met dyspareunie hun seksualiteitsbeleving ervaren. Hoewel de wetenschappelijke aandacht voor genitopelviene pijnstoornissen de afgelopen jaren is toegenomen, blijft de psychoseksuele impact van dyspareunie vaak onderbelicht. Deze kwalitatieve studie beoogt inzicht te bieden in de wijze waarop vrouwen met pijn tijdens het vrijen betekenis geven aan hun seksuele ervaringen, identiteit en relaties. Er werd gebruikgemaakt van een beschrijvende fenomenologische onderzoeksbenadering, met individuele semigestructureerde interviews als dataverzamelings-methode. In totaal namen zeven vrouwen deel aan het onderzoek. De data werd geanalyseerd via een thematische analyse (Braun & Clarke, 2006).
Uit de analyse kwamen vijf centrale thema’s naar voren. (1) De ‘beleving van de seksuele relatie’ beschrijft hoe dyspareunie de intimiteit en communicatie tussen partners beïnvloedt, en hoe relationele co-regulatie als buffer kan fungeren. (2) De ‘beleving van de seksuele activiteit’ omvat de uiteenlopende wijzen waarop vrouwen pijn, verlangen, vermijding en coping ervaren binnen seksuele interacties. (3) De ‘seksuele identiteit’ verwijst naar de impact van dyspareunie op het zelfbeeld, vrouwelijke eigenheid en erotische agency. (4) De ‘impact op het dagelijks leven’ toont hoe pijn doorwerkt op psychosociaal vlak, inclusief gevoelens van onbegrip, schaamte en isolatie. (5) ‘Omgaan met dyspareunie’ gaat in op hulpzoekgedrag, de rol van lichaamsgerichte therapieën en de zoektocht naar herstel. De resultaten tonen dat vrouwen met dyspareunie vaak geconfronteerd worden met een complexe verwevenheid van lichamelijke pijn, emotionele spanning en relationele kwetsbaarheid. De bevindingen sluiten nauw aan bij bestaande literatuur over seksuele pijnstoornissen, lichaamsgeheugen, vrouwelijke seksuele socialisatie en copingstrategieën. Tegelijkertijd bieden de ervaringen van de deelnemers aanvullende inzichten, bijvoorbeeld over het belang van veilige partnerrelaties en herinterpretatie van vroegere seksuele ervaringen als katalysator voor herstel.
Hoewel deze studie zich beperkte tot een kleine, homogene groep (hoofdzakelijk heteroseksuele vrouwen), benadrukken de resultaten het belang van een multidisciplinaire en empathische benadering van dyspareunie. De erkenning van de subjectieve betekenis-verlening rond seksualiteit is essentieel in therapeutische contexten. Verder onderzoek is aangewezen om de diversiteit in ervaringen, coping en behandelbehoeften verder te verkennen, idealiter via een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Tot slot is het noodzakelijk om in toekomstig onderzoek blijvend aandacht te besteden aan de ethische complexiteit van seksuologisch onderzoek binnen kwetsbare doelgroepen.


Meer lezen

Samen sterk in de wachttijd: Hoe huisartsen het welzijn van kinderen en jongeren ondersteunen

Hogeschool VIVES
2025
Maartje
Deman
In deze bachelorproef wordt onderzocht hoe huisartsen kinderen en jongeren met psychische problemen kunnen ondersteunen tijdens de wachttijd voor gespecialiseerde hulp. Via literatuuronderzoek, enquêtes en interviews met jongeren, ouders, huisartsen en hulpverleners werd in kaart gebracht welke noden bestaan in deze kwetsbare periode.

De resultaten tonen aan dat de wachttijd gemiddeld 6,5 maanden bedraagt, en dat kinderen en jongeren zich in die periode vaak machteloos, onbegrepen en vergeten voelen. Ze hebben vooral nood aan duidelijke communicatie, erkenning en opvolging. Ook huisartsen willen meer betekenen, maar ervaren barrières zoals tijdsdruk, onduidelijke doorverwijzingen en een gebrek aan tools.

Op basis van de bevindingen werden meerdere concrete eindproducten ontwikkeld, waaronder de Wacht-Wijs Box, een informatieve folder voor ouders, de GGZ Wegwijzer voor huisartsen, en twee digitale prototypes: een zoekplatform voor GGZ-aanbieders en een gedeeld dossierconcept. Deze hulpmiddelen bieden laagdrempelige ondersteuning tijdens de wachttijd en versterken de verbinding tussen gezinnen en hulpverlening. De bachelorproef kreeg ook politieke aandacht van minister Caroline Gennez, wat de maatschappelijke relevantie onderstreept. Het werk is bovendien de kiem voor een eigen initiatief, Feelino, dat inzet op warme, laagdrempelige ondersteuning voor kinderen en jongeren, zowel tijdens de wachttijd als in bredere trajecten rond emotioneel welzijn en veerkracht.
Meer lezen

Collaborative Filmmaking and the Sonic Ecology of Adivasi Landscapes: How can multisensory and decolonial approaches contribute to a better understanding of Adivasi land dispossession and enhance transcultural resonance?

Universiteit Antwerpen
2025
Luca
Verhaeghe
Dit etnografisch onderzoek situeert zich in de context van Adivasi-landonteigening ten gevolge van de koolmijnontginning in Jharkhand (Oost-India). Door de integratie van dekoloniale en multisensorische methoden gaat deze studie verder dan rationele discoursen en erkent het belang van onze zintuiglijke waarneming. De verkenning van het Adivasi-geluidslandschap gaat gepaard met deze geschreven reflectie op het participatieve en collaboratief filmmaakproces. Multisensorische en feministische
kaders zoals ‘Standpoint Theory’, ‘Speaking Nearby’, ‘Triangular Relationship’ en ‘Sonic Ecology’ vormen de blauwdruk van de bijhorende kortfilm, waarin de echo’s van deze benaderingen verweven worden in het narratief.

Dit onderzoeksproject streeft naar het vestigen van een driehoeksverhouding tussen
etnograaf/subject/zintuig op een cultureel gevoeligere manier. Het draagt vandaar bij aan de dekolonisatie van de visuele etnografie. Door verschillende kwalitatieve onderzoeksmethodes zoals interviews, visuele bronanalyse en perceptie-analyses samen te brengen werd een cultuursensitiever, participatief en collaboratief filmproject ontwikkeld. De data van dit ‘embodied’ luik werd voornamelijk verzameld door middel van auditieve indrukken. Desondanks, was visueel materiaal noodzakelijk om de context van Adivasi-ontheming op een begrijpelijke manier te schetsen.
Experimentele audiovisuele composities brengen conflicterende Adivasi land- en geluidscapes samen om gevoelens van resonantie op te wekken. De kortfilm, genaamd ‘de Sonic Ecology of Adivasi Landschapes’, draagt vandaar bij aan een versterking van cross-culturele intimiteit tussen de perceptor en contrasterende, sonische Adivasi-ecologieën beïnvloed door de dreiging van extractivisme.
Meer lezen

De vergunning van projecten voor hernieuwbare energie: omgevings- en klimaatrecht als elkaars concurrenten?

Universiteit Antwerpen
2025
Thomas
Piot
Deze thesis onderzoekt hoe het omgevingsrecht een hindernis vormt voor de realisatie van windturbineprojecten in Vlaanderen, ondanks de toenemende nood aan hernieuwbare energie. Hoewel het omgevingsrecht oorspronkelijk werd ontworpen ter bescherming van milieu, ruimtelijke kwaliteit en burgerparticipatie, blijkt het in de praktijk vaak een complex en versnipperd geheel van regels te zijn dat windenergieprojecten vertraagt of zelfs verhindert. Via een analyse van concrete vergunningsdossiers en gerechtelijke uitspraken wordt aangetoond dat het huidige juridische kader onvoldoende afgestemd is op de urgentie van de energietransitie.

Lokale weerstand, ingewikkelde procedures en overlappende regelgeving zorgen voor rechtsonzekerheid en tijdverlies. Daarnaast blijkt de Vlaamse decreetgever weinig voortvarend in het nemen van noodzakelijke hervormingen. Ook andere hernieuwbare energieprojecten, zoals zonneparken of waterstofinstallaties, stoten op gelijkaardige juridische knelpunten. De thesis pleit daarom voor een coherenter, efficiënter en meer toekomstgericht vergunningskader dat zowel bescherming biedt als perspectief creëert voor duurzame energie-initiatieven.
Meer lezen

Hoe kunnen we het mentaal welzijn van leerlingen met ASS opmerken en ondersteunen in het secundair onderwijs?

Hogeschool VIVES
2025
Niobe
Bonni
  • Jordy
    de Wever
Het onderwijslandschap staat voor de voortdurende uitdaging om een inclusieve en ondersteunende leeromgeving te creëren voor alle leerlingen. Binnen deze diversiteit neemt de groep leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) een bijzondere plaats in. ASS is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op sociale interactie, communicatie en gedrag. Hoewel de bewustwording over ASS toeneemt, blijven veel leerlingen met deze stoornis tegen structurele en sociale moeilijkheden aanlopen binnen het onderwijs.

Uit de literatuur blijkt dat leerlingen met ASS een verhoogd risico lopen op mentale gezondheidsproblemen, waaronder stress, angst en sociaal isolement. Dit komt onder andere door sensorische overprikkeling, moeilijkheden in sociale interacties en een verhoogde gevoeligheid voor veranderingen. Bovendien kan het herkennen van ASS uitdagend zijn, omdat de symptomen variëren van persoon tot persoon en soms subtiel aanwezig zijn. Hierdoor worden deze leerlingen niet altijd opgemerkt of krijgen ze onvoldoende aangepaste begeleiding in de klas.

Leerkrachten spelen dus een cruciale rol in het welzijn van leerlingen, en dat geldt dus ook voor jongeren met ASS. Hun schoolomgeving is een bepalende factor in hun emotionele en sociale ontwikkeling. Onderzoek toont aan dat een gestructureerde en voorspelbare leeromgeving, duidelijke communicatie en voldoende individuele ondersteuning bijdragen aan een positiever mentaal welzijn van jongeren met ASS. Desondanks ervaren leerkrachten vaak moeilijkheden in het herkennen van de specifieke noden van deze leerlingen zijn ze niet altijd voldoende voorbereid om gepaste strategieën toe te passen. Dit wijst op de noodzaak om hen te ondersteunen met richtlijnen, training en praktijkgerichte hulpmiddelen.

In dit onderzoek wordt ingegaan op de manier waarop ASS zich manifesteert bij leerlingen en welke impact het heeft op hun mentale welzijn. Daarnaast worden effectieve methoden en strategieën onderzocht die leerkrachten kunnen hanteren om deze leerlingen beter te ondersteunen en begeleiden. Er wordt onder andere gekeken naar het belang van sociale steun, stressregulatie, aangepaste instructie en het creëren van een veilige klasomgeving.

Met deze bachelorproef willen we niet alleen een theoretisch kader bieden, maar ook een praktische leidraad ontwikkelen voor leerkrachten en leerlingbegeleiders. Door beter inzicht te krijgen in ASS en de bijhorende uitdagingen, kunnen onderwijsprofessionals gerichter inspelen op de noden van deze leerlingen en bijdragen aan een positieve schoolervaring. Om ook in te spelen op het praktische gedeelte, hebben we een aantal praktijkvoorbeelden uitgewerkt die leerkrachten kunnen ondersteunen in de klas en op de school.
Meer lezen

“Dies ist nicht Ihr Krieg!”

KU Leuven
2025
Tim
Nonneman
Dit artikel onderzoekt de rol van Duitstalige verzetskranten in België tijdens de Tweede Wereldoorlog en hun strategieën om Duitse soldaten en medewerkers te demotiveren. Centraal staan Das Freie Wort, een blad uitgegeven door Belgische verzetslieden, en Die Wahrheit, een krant gepubliceerd door Duitse en Oostenrijkse politieke vluchtelingen en joden.

Door middel van een discoursanalyse wordt onderzocht welke taal en argumentatie deze kranten gebruikten en hoe hun politieke achtergronden hun boodschap beïnvloedden. De studie vergelijkt de strategieën van beide kranten tussen 1942 en 1944, met aandacht voor hun verspreidingsmethoden en de bredere context van het communistische en revolutionaire verzet in België. Dit onderzoek tracht een leemte in de historiografie te vullen door zich niet alleen op de verzetsgroepen, maar specifiek op hun geschreven boodschap en invloed op de bezetter te richten.
Meer lezen

Leopoldskazerne Gent

Thomas More Hogeschool
2025
maaren
nijs
De Leopoldskazerne in Gent moet gerenoveerd worden tot een volwaardig hotel met 110 kamers en
bijhorende faciliteiten. Het HVAC-gedeelte wordt opgeleverd door meerdere bedrijven binnen de
Bumacogroup, vooral de HVAC-afdeling van Bumaco.
De bachelorproef omvat een beschrijving van de volledige HVAC, maar gaat dieper vooral in op de installatie
en ontwerp van het SWW-systeem met CO₂ warmtepompen van Mitsubishi. Alsook het opmaken van
logistieke documenten bv. materiaallijst, kabellijst, ….
Er is slechts 1 keer met CO₂ warmtepompen gewerkt binnen Bumaco en daar is dus veel onderzoek naar de
werking hiervan gebeurd.
Meer lezen

‘Wie laat mensen voor de dood kiezen wanneer ze nog willen leven?’

Erasmushogeschool Brussel
2024
Merel
Gelders
De vraag naar euthanasie in een vergevorderd stadium van dementie is groot. Al bijna 80.000 Vlamingen tekenden de petitie van LEIF (LevensEinde InformatieForum) dat ijvert voor een uitbreiding van de euthanasiewet. Het onderwerp wordt al jaren besproken, maar toch lijkt er niks te veranderen.
Waar komt die grote vraag naar een wetsuitbreiding precies vandaan? Wie zijn de mensen die ze stellen? Waarom willen ze een wetsuitbreiding? Wordt er naar hun geluisterd?
Een patiënt, mantelzorger en nabestaande vertellen waarom ze een wetsuitbreiding willen.
Professor Wim Distelmans en Jurn Verschraegen, directeur van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, geven toelichting.
Meer lezen

Culture on Prescription in Belgium - a pilot study

KU Leuven
2024
Ilke
Peters
Momenteel zijn depressie en geestelijke gezondheidsproblemen belangrijke wereldwijde bezorgdheden. Volgens verschillende onderzoeken kan Cultuur op Voorschrift de geestelijke gezondheid en het welzijn van personen aanzienlijk verbeteren. In België is Cultuur op Voorschrift nog niet op een gestructureerde en permanente wijze geïmplementeerd. Hierdoor zijn er geen resultaten van dit concept op het welzijn van patiënten beschikbaar.
Ten eerste wil deze studie onderzoeken hoe deelname aan culturele evenementen de geestelijke gezondheid van de deelnemers kan beïnvloeden. Ten tweede worden de processen en procedures onderzocht die nodig zijn voor de implementatie van Cultuur op Voorschrift in België.
Om de doelstellingen van dit onderzoek te bereiken, zijn verschillende methoden gebruikt. Ten eerste werd een procesevaluatie met behulp van een “mixed methods”-benadering gebruikt om het effect van de interventie op de geestelijke gezondheid van de deelnemers en de gerelateerde externe factoren te beoordelen. Er zijn semi-gestructureerde interviews gehouden met patiënten, huisartsen en culturele partners om kwalitatieve inzichten te verzamelen. Daarnaast werden pre- en post-interventiemetingen verzameld door middel van vragenlijsten om de kwantitatieve effecten te beoordelen. Er werden geen controlegroepen gebruikt. Ten tweede werd een literatuuronderzoek uitgevoerd om de processen en procedures te onderzoeken die nodig zijn voor de implementatie van Cultuur op Voorschrift.
Resultaten: Interviews met patiënten, huisartsen en culturele partners hebben de positieve impact van Cultuur op Voorschrift op de geestelijke gezondheid aangetoond. Om ervoor te zorgen dat dit concept een duurzaam en succesvol onderdeel van het gezondheidszorgsysteem kan worden, dienen passende procedures en processen zoals buddy-werking, linkwerkers en een welzijnslabel te worden geïmplementeerd.
Cultuur op Voorschrift biedt een waardevolle benadering om de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren door culturele activiteiten te gebruiken als aanvulling op traditionele behandelingen. Door in te spelen op individuele behoeften en interesses, maatschappelijke betrokkenheid te bevorderen en te integreren met bestaande cultuurorganisaties, heeft Cultuur op Voorschrift in België het potentieel om een belangrijke bijdrage te leveren aan de bevordering en de zorg voor de geestelijke gezondheid.
Meer lezen

Riskmanagement

Andere
2024
Kimberly
Bhikharie
In me scriptie onderzoek ik hoe TechnoSoft, een softwarebedrijf gericht op cloud oplossingen voor de gezondheidszorg, zicht wapent tegen de risico’s die hun innovatieve en expansieve strategie met zich meebrengt. Je analyseert met name de risico’s van IT-storingen, naleving van de GDPR-regels en het te kort aan gekwalificeerd personeel. Door deze risico’s systematisch te benaderen, probeert TechnoSoft haar markt positie te versterken en tegelijkertijd vertrouwen te winnen bij klanten en belanghebbenden in de zorgsector. Het onderzoek biedt aanbevelingen om risicomanagement als strategische pijler te integreren en zo duurzame groei te realiseren.
Meer lezen

Therapeutic potential of microbiome based interventions in a mouse model for Parkinson's disease

Universiteit Gent
2024
Hilke
De Rouck
Parkinson's disease muismodel
Bacteriële live biotherapeutic products impact nagaan op Parkinson fenotype en pathologie
Meer lezen

ECOSYSTEEMDIENSTEN VAN BIODIVERS BEHEERDE GRAS/BLOEMENSTROKEN

Universiteit Gent
2024
Hannah
Vanderstappen
De masterthesis, getiteld "Ecosysteemdiensten van biodivers beheerde gras/bloemenstroken", richt zich op hoe het maaibeheer van bloemenstroken in landbouwgebieden kunnen bijdragen aan het herstel van biodiversiteit en de bevordering van nuttige insecten zoals bestuivers en natuurlijke vijanden van plagen. In het onderzoek worden twee soorten maaibeheersystemen vergeleken: het gefaseerde reguliere beheer en het vernieuwende driebandbeheer. Het doel was om te bepalen welk maaibeheer het beste de biodiversiteit ondersteunt.

Door middel van veldonderzoek, waaronder transect walks en kleefvallen, werd de impact van deze beheersystemen gemeten. De resultaten toonden aan dat het driebandbeheer effectiever was in het aantrekken van bestuivers zoals bijen en zweefvliegen, evenals nuttige insecten voor plaagbestrijding. Bovendien werd vastgesteld dat het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) bij kleefvallen een efficiënte manier biedt om insecten te identificeren.

De conclusie van de thesis is dat het driebandbeheer, door variabele maailijnen en bloei, een veelbelovende aanpak is om de biodiversiteit op landbouwpercelen te verbeteren, wat op zijn beurt bijdraagt aan een duurzamer landbouwsysteem.






Meer lezen

MORE DRAMA, MORE HAPPINESS? EEN KWALITATIEF ONDERZOEK NAAR HET VERBAND TUSSEN DRAMALESSEN EN HET MENTAAL WELBEVINDEN VAN 2E-GRAADS DOORSTROOM-STUDENTEN

Universiteit Gent
2024
Matthew
Wright
Deze studie werd uitgevoerd om te bepalen hoe 2e-graads doorstroomstudenten het verband tussen dramalessen en hun mentaal welbevinden ervaren. Het zes dimensionaal mentaal welbevinden model, ontwikkeld door Ryff (1989), toont deels overlap met de in de literatuur gevonden effecten van drama en werd daarom als theoretische basis gebruikt in dit onderzoek. De onderzoeksgroep bestaat uit 6 jongeren die een 2e-graads doorstroomrichting volgen en die gedurende 40 weken 24 keer één uur per week dramales kregen als keuzevak. De studie werd uitgevoerd aan de hand van semigestructureerde diepte-interviews die aan het einde van het schooljaar bij de leerlingen werden afgenomen. Om de gegevens te verwerken en analyseren werd een thematische analyse volgens Braun & Clarke (2006) toegepast. Als resultaat van het onderzoek werd er een duidelijke, positieve invloed vastgesteld op de persoonlijke groei, positieve relaties met anderen en zelfacceptatie dimensies. De invloed op de autonomie is matig en op de omgevingsbeheersing is de invloed gering. Er ontbreken gegevens om een besluit te maken over de doelgerichtheid dimensie, maar de verwachting is dat deze laag is. Het algemeen mentaal welbevinden van de participanten lijkt te zijn toegenomen na het volgen van dramalessen. Uit het onderzoek blijkt dat de invloed groter is bij jongeren wiens mentaal welbevinden laag is dan bij jongeren met een matig tot hoog mentaal welbevinden, al dient verder onderzoek dit verder te staven. De belangrijkste, niet eerder gevonden resultaten zijn dat participanten aangeven zich minder aan te trekken van de mening van anderen, makkelijker hun mening te kunnen uiten, meer te durven, meer open te staan voor nieuwe ervaringen en meer onbekenden durven aan te spreken. Vele andere resultaten bevestigen wat eerdere literatuur al bewees. Het onderzoek sluit af met een pleidooi om educatief drama een standaardonderdeel te maken van het curriculum van de middelbare school of het ten miste als potentieel keuzevak aan te bieden.
Meer lezen

Automatic Semantic Annotation and Visualization of Machine Learning Pipelines with FnO

Universiteit Gent
2024
Pol
Nachtergaele
Deze paper introduceert een innovatieve tool voor het automatisch semantisch annoteren van machine learning-processen in RDF, met als doel om deze te integreren op het semantische web. Dit bevordert transparantie en helpt bij het naleven van de GDPR-wetgeving. De tool maakt gebruik van de Function Ontology (FnO) om Python-functies, -methoden en -klassen semantisch te beschrijven, en integreert de Provenance Ontology (ProvO) om datatransformaties tijdens het verwerkingsproces vast te leggen. Door het beschrijven van functie-implementaties kunnen gebruikers deze processen nadoen en uitvoeren, terwijl gedetailleerde provenance-informatie wordt vastgelegd. Bovendien worden MLFlow en de MLSchema Ontology gebruikt om machine learning-modellen en hun trainingsprocessen in RDF-formaat te beschrijven. Deze beschrijvingen worden gevisualiseerd met behulp van een stroomdiagram. Dankzij de semantische beschrijving van machine learning-operaties via deze tool kan een individu meer controle behouden over zijn eigen data.
Meer lezen

Reliability of the ASH test in asymptomatic and symptomatic overhead athletes

Universiteit Antwerpen
2024
Michelle
Schellekens
  • Noa
    Verheyen
  • Jonas
    Pittoors
Schouderblessures komen vaak voor bij racketsporters door repetitieve, intense bewegingen zoals smashes en services. De Athletic Shoulder Test (ASH-test) biedt een betrouwbare methode om schouderkracht te meten in verschillende posities die specifiek zijn voor racketsporters. Uit onderzoek blijkt dat de test zeer betrouwbaar is, zowel binnen dezelfde onderzoeker als tussen verschillende therapeuten. De ASH-test helpt therapeuten om nauwkeurig inzicht te krijgen in de schouderkracht en biedt waardevolle ondersteuning bij het herstel van blessures. Toekomstig onderzoek moet de voorspellende waarde van de test verder onderzoeken en de toepasbaarheid in staande positie beoordelen.
Meer lezen

Is het vrijetijdsaanbod in Asse afgestemd op kwetsbare gezinnen? Een kritische benadering van de huidige situatie en aanbevelingen voor hulpverleners, vrijetijdsorganisatoren, Huis van het Kind Asse en de (lokale) overheid.

Erasmushogeschool Brussel
2024
Rebecca
George
In deze scriptie onderzocht ik welke drempels gezinnen in armoede (lees: kwetsbare gezinnen) ervaren om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten en welke initiatieven er mogelijk zijn om deze drempels om te buigen tot kansen. Daarvoor ging ik zowel in gesprek met gezinnen in armoede, als met hulpverleners en vrijetijdsverenigingen.
Meer lezen