Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE RECHTSPRAAK BETREFFENDE DE OVERDRACHT VAN FAMILIEBEDRIJVEN

Universiteit Gent
2024
Phebe
De Meurichy
De recente ontwikkelingen in de rechtspraak betreffende de overdracht van familiebedrijven.
Meer lezen

A change of direction in the jurisprudence on wrongful birth claims

Vrije Universiteit Brussel
2024
Graciela
Pardo Burbano
In deze thesis wordt het onderwerp van schadevergoeding wegens een medische fout behandeld, in het bijzonder de zgn. 'wrongful life, wrongful birth en wrongful pregnancy' vorderingen. Na een analyse van Belgisch recht, een discussie over de debatten, en een vergelijking met andere rechtstelsels komt een voorstel van mogelijke artikels om dit onderwerp te reguleren.
Meer lezen

Verbeurdverklaring ten laste van derden: hoe eigen blijft eigendom?

KU Leuven
2024
Katrijn
Sette
Dit onderzoek focust op de Belgische regelgeving en rechtspraak betreffende het raakvlak tussen de verbeurdverklaring ten laste van derden (VTLD) en het eigendomsrecht. Bij een VTLD wordt op grond van een rechterlijke beslissing een verbeurdverklaring uitgesproken als bijkomende straf ten aanzien van een veroordeelde, maar zijn de goederen in kwestie – of een deel ervan – eigendom van een derde. Een dergelijke verbeurdverklaring heeft tot gevolg dat de derde zijn eigendom verliest ten voordele van de staat (of burgerlijke partij). Het mag duidelijk zijn dat een VTLD op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van derden. Niettemin wordt eerstgenoemde toegepast in België, al wordt voor bepaalde derden wel in een bescherming van hun eigendom voorzien.

Dit onderzoek wil nagaan in hoeverre België beschikt over een ‘goede’ regelgeving en invulling ervan voor wat betreft het raakvlak tussen de VTLD en het eigendomsrecht. Het wenst het potentieel tot verbetering in kaart te brengen.

Hiertoe wordt eerst een beschrijvende analyse gemaakt van het huidig Belgisch kader. Er wordt gekeken naar de draagwijdte van het recht op eigendom en onderzocht in welke mate en op welke wijze de regeling omtrent de VTLD een balans weet te vinden tussen het eigendomsrecht enerzijds en de strafrechtelijke doelstellingen die aan de VTLD ten grondslag liggen anderzijds. Tevens wordt het Belgisch kader vergeleken met de benadering in Zwitserland en Zuid-Afrika. Op basis van voorgaande beschrijvende analyse en rechtsvergelijking, aangevuld met een studie omtrent de regeling en vereisten op niveau van de Raad van Europa en de Europese Unie, wordt vervolgens een toetsingskader ontwikkeld. Dit toetsingskader laat toe het huidig Belgisch kader grondig te evalueren qua mogelijkheid tot VTLD en qua voorziening in, voorwaarden voor en wijzen van derdenbescherming. De evaluatie toont dat – naast diverse goede elementen – de Belgische regeling en rechtspraak geplaagd worden door problemen, onduidelijkheden, hiaten en discrepanties. Dit potentieel tot verbetering wordt na een interne rechtsvergelijking met het goederenrecht vertaald in een reeks concrete aanbevelingen. Deze aanbevelingen – voornamelijk gericht aan de wetgever – willen een meerwaarde bieden bij de realisatie van een ‘goed’ Belgisch kader.
Meer lezen

PERSMISDRIJVEN VOOR DE JURY: GRONDWETTELIJKE WAARBORG OF GERECHTELIJK FOSSIEL?

Universiteit Gent
2024
Milan
Maertens
De Belgische grondwetgever heeft de persvrijheid in 1830-1831 vastgelegd met speciale waarborgen. Eén van deze grondwettelijke garanties is de bevoegdheid van het hof van assisen om te oordelen over zogenaamde 'persmisdrijven' (huidig artikel 150 Grondwet).
Hoewel het evident moet lijken dat er recente assisenzaken zijn geweest waarin de jury zich over een persmisdrijf heeft moeten uitspreken, zijn er in de naoorlogse periode - met uitzondering van drie gevallen - vrijwel geen voorbeelden te vinden. Dat persmisdrijven decennialang nauwelijks vervolgd zijn voor het hof van assisen houdt verband met uiteenlopende inhoudelijke, beleidsmatige en organisatorische redenen.
Door middel van een analyse van wetgeving, rechtspraak en literatuur ging deze rechtshistorische studie op zoek naar een antwoord op de vraag waarom er vandaag geen persprocessen meer voor de jury komen. Het onderzoek steunde hierbij deels op archiefonderzoek, waarbij drie niet eerder geanalyseerde archiefdossiers van het Oost-Vlaamse hof van assisen zijn bestudeerd.
Meer lezen

Lookism en de Assepoesterbepaling Een studie naar de toepassing van artikel 14 EVRM bij discriminaties wegens fysieke kenmerken (lookism)

KU Leuven
2024
Marie
Eglem
  • Marie
    Eglem
Lookism is een discriminatievorm waarbij gediscrimineerd wordt op grond van het uiterlijk van mensen. Over het onderwerp is al veel inkt gevloeid, maar over de stand van zaken met betrekking tot lookism op Europees mensenrechtelijk niveau is er echter weinig tot geen informatie vindbaar. Bijgevolg onderzocht ik in mijn scriptie, bij wijze van exploratief onderzoek, hoe en in welke mate artikel 14 EVRM beschermt tegen situaties van lookism.
Meer lezen

In situ visits by the Inter-American Court of Human Rights

Universiteit Gent
2024
Maja
Dehamers
Deze thesis onderzoekt de in situ bezoeken van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens. Dit regionale mensenrechtenhof, dat sinds 1979 zetelt in San José, Costa Rica, heeft sinds 2012 al meerdere plaatsbezoeken gedaan tijdens rechtszaken. Deze thesis onderzoekt het juridisch kader van deze plaatsbezoeken en behandelt de factoren die de – uitzonderlijke – beslissing om een plaatsbezoek uit te voeren, beïnvloeden. Daarnaast wordt ook het verloop van een plaatsbezoek uiteengezet en wordt ten slotte de mogelijke invloed van een plaatsbezoek op het verder verloop van de zaak onderzocht. Voor dit onderzoek werden zeven van de acht rechtszaken met een plaatsbezoek uitgebreid bestudeerd en werd een interview afgenomen met een functionaris van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens. Daarnaast werd doorheen het hele onderzoek literatuur geraadpleegd. Aan de hand van deze methoden werd duidelijk dat dit een langzaamaan gegroeide praktijk was, ontwikkeld doorheen de zeven rechtszaken. Het juridisch kader en het concrete verloop van de plaatsbezoeken worden uitgebreid beschreven. Uit het onderzoek blijkt dat plaatsbezoeken niet alleen worden georganiseerd om bijkomend bewijst te verzamelen, maar dat ze ook gericht kunnen zijn op het horen van derden of zelfs een publiciteitsdoeleinde zouden kunnen hebben. Het organiseren van een bezoek wordt beïnvloed door factoren zoals de feiten van de rechtszaak, de toestemming van de betrokken Staat en praktische overwegingen. Een gebrek aan toestemming van de slachtoffers en hun vertegenwoordigers is echter niet doorslaggevend. Plaatsbezoeken lijken rechtszaken te beïnvloeden door de duur ervan te verlengen, hoewel hiervoor ook andere verklaringen te vinden zijn. Daarnaast blijkt het nog onduidelijk te zijn welk gewicht er in de uiteindelijke uitspraak wordt gegeven aan het bewijs verzameld tijdens het plaatsbezoek. Ten slotte blijkt ook dat het aantal verwijzingen naar het plaatsbezoek in de uitspraak evolueerde van quasi geen tot een groter aantal.
Meer lezen

De verruimde devolutieve werking: ook in meerpartijengeschillen?

Universiteit Gent
2024
Senne
Van Boven
Het eerste deel bevat een uiteenzetting van het hoger beroep en zijn gevolgen in het Belgisch, Frans en Nederlands procesrecht. In het tweede deel schuift de auteur een oplossing naar voor om de twee aanleggen in de burgerlijke procedure voor alle partijen - zowel eiser, als verweerder, als tussenkomende partijen - evenveel te waarborgen.
Meer lezen

plaatsvervangende rechters: afschaffen of behouden?

Universiteit Gent
2024
Chey
De Roeck
Een kritische analyse van het statuut van de plaatsvervangende rechter.
Meer lezen

GEBOL-aansprakelijkheid: een vergelijkende studie met Nederland

Universiteit Gent
2024
Michiel
Roels
Op 24 juni 2010 erkende het Hof van Cassatie de gelijkheid van burgers voor de openbare lasten (GEBOL) op algemene wijze. De Belgische doctrine stelt dit voor als een foutloze overheidsaansprakelijkheid. Ook de Nederlandse rechtspraak kent vergoedingen toe in soortgelijke feitenconstellaties. De theorie verschilt van de in België gangbare doctrine. De Hoge Raad beschouwt dit als een foutaansprakelijkheid.

Deze bijdrage toont aan waarom de huidige GEBOL-rechtspraktijk beter weer te geven en te verklaren is als een foutaansprakelijkheid dan als een afzonderlijke, foutloze aansprakelijkheid. Het GEBOL-beginsel kan worden opgevat als een verbijzonderde toepassing van de resultaatsverplichting uit het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. De niet-naleving is naar gangbare Belgische aansprakelijkheidsdoctrine een overheidsfout.
Meer lezen

De impact van verhuis van een minderjarige op de toepassing van het jeugdrecht

Vrije Universiteit Brussel
2023
Marie-Julie
Kormoss
Masterproef over een knelpunt in de Belgische jeugdbescherming. Als minderjarigen verhuizen over de taalgrenzen heen, dreigen ze in een juridisch vacuüm terecht te komen. In deze masterproef wordt deze problematiek geanalyseerd en worden mogelijke normatieve oplossingen geformuleerd.
Meer lezen

Spaanse politieke opposanten in België in het post-Francotijdperk: Onderzoek naar de beweegredenen om Spanje te ontvluchten en de rol van België als toevluchtsoord vanaf 1975

Universiteit Gent
2023
Jana
Laporte
Na de dood van dictator Franco in 1975 begon in Spanje de Spaanse democratische overgang. Er is echter een schaduwzijde: ondanks deze democratisering ontvluchtten er nog Spanjaarden het land omwille van politieke redenen en gingen ze hun heil zoeken in België. Een problematiek die tot op de dag van vandaag actueel is.
Meer lezen

De digitale nalatenschap: inpassing in het huidige recht of tijd voor wetgevende initiatieven?

Universiteit Gent
2023
Jonas
Monsieur
Een onderzoek naar de digitale nalatenschap. Voornaamste focus van deze masterproef was gericht op de vraag of het Belgisch recht in staat is om over te gaan tot een efficiënte afwikkeling van deze nieuwe nalatenschap. De wetgever lijkt op vandaag verschillende mogelijkheden te hebben om het recht aan te passen.
Meer lezen

Proving a Causal Link in Climate Change Litigation

Universiteit Gent
2023
Jozef
Seghers
We onderzoeken hoe wetenschappelijk bewijs van het verband tussen drivers van klimaatverandering en de impact en schade die ze veroorzaken, vertaald wordt naar juridisch bewijs van causaliteit in de rechtzaal. De wetenschap is in staat is om met hoge betrouwbaarheid causale verbanden aan te tonen. Samen met nieuwe juridische benaderingen vergroot dat de kansen op succes voor eisers in klimaatzaken.
Meer lezen

HET HOF VAN CASSATIE OVER HET LOT VAN ONRECHTMATIG BEWIJS IN CIVIELE ZAKEN: MISSION ACCOMPLISHED?

Vrije Universiteit Brussel
2023
Jory
Brabants D'Hooghe
Het Hof van Cassatie heeft zich in 2021 gebogen over het lot van onrechtmatig (verkregen) bewijs in zuiver privaatrechtelijke zaken (civiel recht). Net zoals in het strafrecht, besluit het Hof dat bewijsuitsluiting de uitzondering wordt en de feitenrechter met verschillende criteria en omstandigheden rekening moet houden.
Meer lezen

De Euthanasiewet: een lange lijdensweg naar levensnoodzakelijke onderscheiden strafmaten

Universiteit Gent
2023
Claudia
Vermeirsch
De oorspronkelijke Euthanasiewet is door het Grondwettelijk Hof ongrondwettig bevonden. Ook uit de zaak Tine Nys voor het Hof van Assisen bleek dat er tekortkomingen waren aan de Euthanasiewet. Deze Masterproef geeft een voorstel tot wetswijziging.
Meer lezen

Werknemers zonder wettig verblijf: een verblijfsrecht tijdens de procedure tot erkenning van een ernstig arbeidsongeval?

Universiteit Gent
2023
Katinka
Verbeken
Werknemers zonder wettig verblijf in België kunnen én worden soms slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen. Hoewel men na dit ongeval dezelfde rechten heeft als werknemers mét wettig verblijf, blijkt het verzilveren van deze rechten uitermate moeilijk. Deze scriptie onderzoekt waarom al dan niet een verblijfsrecht moet worden verleend tijdens de procedure tot erkenning van het ernstig arbeidsongeval, en hoe dit eventuele recht ingevuld kan worden.
Meer lezen

Hervorming van VSO naar CV erkend als SO: geslaagd of niet?

UC Leuven-Limburg
2022
Selena
Zwijsen
Deze scriptie tracht te beoordelen of de hervorming door het WVV van het regime van de VSO (vennootschap met sociaal oogmerk) naar de CVSO (coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming) al dan niet geslaagd is. Dit doet men door middel van een bespreking van beide regimes, een vergelijking van de twee, een blik op de CVSO in de praktijk, en een formulering van alternatieven en aanbevelingen aan de wetgever.
Meer lezen

IOS, ook voor consumentenschulden?

Vrije Universiteit Brussel
2022
Justine
Davidts
De uitbreiding van de Procedure voor Onbetwiste Schulden (IOS) naar consumentenschulden: staat de rechtspraak van het Hof van Justitie daaraan in de weg?
Meer lezen

de compatibiliteit van de coronamaatregelen met het algemeen geldend strafrecht

Universiteit Gent
2022
Amber
Eggermont
Waren de coronamaatregelen rechtsgeldig? De legaliteit, legitimiteit, proportionaliteit, en gelijkheid van de coronamaatregelen onder de loep.
Meer lezen

Wettelijk en aanvullend pensioenstelsel van werknemers in het licht van de huidige samenlevingsvormen: nood aan een hervorming?

Universiteit Hasselt
2022
Jill
Laeveren
Deze masterscriptie handelt over de impact van de samenlevingsvormen op het Belgische wettelijk en aanvullend pensioenstelsel van werknemers. De centrale vraag in deze masterscriptie is of de bevoorrechting van gehuwden inzake de wettelijke en aanvullende pensioenen vandaag nog gerechtvaardigd kan worden, en of het niet wenselijker is om de maatschappelijke evolutie, waarbij partners steeds meer kiezen voor een wettelijke of feitelijke samenwoning, te vertalen in de Belgische werknemerspensioenen. Er wordt aldus een kritische analyse uitgevoerd aangaande de invloed van de samenlevingsvormen op de pensioenen, waarna er enkele aanbevelingen aangereikt worden ter optimalisering van het Belgische recht. Ook de Nederlandse aanpak wordt besproken teneinde hieruit inspiratie te putten ter verbetering van het Belgische recht.
Meer lezen

Impact van bestemming verzekeringsuitkering op toelaatbaarheid vordering

Universiteit Gent
2022
Michiel
Roels
Deze scriptie betreft een noot bij het arrest van het Hof van Cassatie van 11 december 2020. Het Hof maakte een foutieve redenering bij de invulling van het begrip "rechtmatig belang", doordat het de fase van de toelaatbaarheid van de vordering en deze van de gegrondheid door elkaar haalde. Het rechtzetten van dergelijke fouten is cruciaal, gezien het Hof garant staat voor het bewaren van de eenheid in de Belgische rechtspraak.
Meer lezen

De kwalitatieve omgevingsvergunningverlening in Vlaanderen. Van ‘complex’ naar ‘harmonieus’ proces.

Andere
2022
Annelies
Maes
Het proces van de omgevingsvergunningverlening staat vandaag de dag erg onder druk.

Omgevingsambtenaren die de vergunningsaanvraag bestuderen en een advies voor het politieke beslissingsorgaan voorbereiden, krijgen steeds meer taken en verantwoordelijkheden op hun bord, en blijken stilaan ‘onvindbaar’ te zijn. Politici die in het kader van het ‘politiek dienstbetoon’ hun nuttigheid willen bewijzen als ‘veredelde maatschappelijk werker’ doorkruisen het besluitvormingsproces, wat een aanzienlijke impact heeft op de werking van de dienst Omgeving. En dan is er nog de burger die vindt dat alles té traag gaat… en verontwaardigt reageert wanneer zijn droomproject uiteindelijk niet wordt vergund.

In mijn masterproef ging ik op zoek naar de beslissende factoren die het ‘complex’ proces van de omgevingsvergunningverlening verklaren…. om finaal enkele aanbevelingen te formuleren die moeten toelaten om het ‘complex’ proces om te buigen tot een ‘harmonieus’ proces, waarbij onderlinge spanningen, frustraties en teleurstellingen in hoofde van ambtenaren, politici en derden voortaan tot een ver verleden behoren.
Meer lezen

BDSM: De dominerende macht van de strafwet

Universiteit Gent
2022
Louise
Ippel
Er moet worden tegemoet gekomen aan de strafbaarstelling van BDSM. In deze scriptie is er daarom ook gezocht naar mogelijke regelingen, zowel juridisch als niet-juridisch, die BDSM'ers in staat zouden stellen om straffeloos hun activiteiten te kunnen uitoefenen.
Meer lezen

Qualifying the European Carbon Border Adjustment Mechanism: a preliminary but necessary step in assessing its WTO-legality

Vrije Universiteit Brussel
2022
Laure
Hendrickx
Deze thesis gaat over het Commissievoorstel voor een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (de EU CBAM). Meer bepaald wordt in deze thesis onderzocht of het voorstel niet in strijd is met de regels opgelegd in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de vraag naar de kwalificatie van het mechanisme. Om een nauwkeurige legaliteitsbeoordeling van het voorgestelde mechanisme te voeren, moet immers eerst worden bepaald of het mechanisme een belastingmaatregel of een gewone wetgevingsmaatregel uitmaakt.
Meer lezen

Een beroep op het zwijgrecht: fundamenteel recht van verdediging of mes in eigen rug?

Universiteit Antwerpen
2022
Camille
De Ridder
Aan de hand van een literatuuronderzoek en een empirisch onderzoek werd onderzocht of rechters het zwijgen door verdachten (mogen) meenemen in de straftoemeting. Enerzijds werd nagegaan in hoeverre zwijgen juridisch gezien consequenties mag hebben in de fase van de straftoemeting (law in the books). Of anders gesteld: zijn er juridische beperkingen aan het zwijgrecht? Anderzijds werd onderzocht of rechters zich in de praktijk kunnen houden aan deze beperkingen en of zij niet verder gaan dan juridisch voorzien (law in action).
Meer lezen

Geldt een pandemie als overmacht in het verbintenissenrecht

Universiteit Antwerpen
2022
Caro
Stuer
1. Het uitgangspunt is dat een overeenkomst die geldig wordt aangegaan, de partijen tot wet strekt. Een pandemie kan daar een voorbeeld van zijn een omstandigheid die het moeilijk of onmogelijk maakt een verbintenis na te komen. Overmacht zou ervoor kunnen zorgen dat een schuldenaar wordt bevrijd van zijn contractuele verbintenis.
2. Om na te gaan of er in de context van de coronacrisis sprake is van overmacht, dient in de eerste plaats te worden nagegaan of er sprake is van een toestand waarbij de schuldenaar kampt met een financieel onvermogen. In de meeste gevallen is dit in het kader van een handelshuurovereenkomst.
Luidt het antwoord positief, dan kan men er kort over zijn. De kans is groot dat de rechter de rechtsgrond overmacht niet zal aanvaarden. De meerderheid en de meest recente rechtspraak verwijst naar het cassatiearrest van 28 juni 2018. Het Hof van Cassatie aanvaardt namelijk niet dat financieel onvermogen een kwalificatie tot overmacht rechtvaardigt. Het Franse Hof van Cassatie aanvaardt dit evenmin.
Luidt het antwoord daarentegen negatief en is er geen sprake van een financieel onvermogen in hoofde van de schuldenaar, dan dient te worden nagegaan of aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht is voldaan.
3. Er moet bij elke met corona verband houdende situatie geval per geval, sector per
sector, contract per contract worden nagegaan of er sprake is van overmacht.
Een schuldenaar moet zich ingevolge de coronacrisis in de onmogelijkheid bevinden de verbintenis na te komen en de contractuele fout dient ontoerekenbaar te zijn. Er is nog discussie over de vraag of het nu gaat om een absolute of een relatieve onmogelijkheid. De contractuele wanprestatie dient onvoorzienbaar en onvermijdbaar te zijn.
Indien aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht niet voldaan is, dan is er geen sprake van overmacht. Er kan dan worden onderzocht of er beroep kan worden gedaan op de alternatieven van overmacht: de wijziging van de overeenkomst, de ontbinding, contractuele clausules of de uitvoering te goeder trouw.

4. Het eerste alternatief voor overmacht is de wijziging van de overeenkomst.
Een contract kan alleen gewijzigd of opgezegd worden mits wederzijdse toestemming van de partijen of op grond van de wet. Dit standpunt wordt gevolgd in het Franse recht en in het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
5. Het tweede alternatief is de ontbinding van de overeenkomst. Wanneer de gedwongen uitvoering niet mogelijk is, kan er een keuze gemaakt worden tussen: de gerechtelijke ontbinding, de ontbinding op kennisgeving of het uitdrukkelijk ontbindend beding.
De ontbinding op kennisgeving werd recentelijk erkend door cassatierechtspraak en zal in het nieuwe Burgerlijke Wetboek een wettelijke grondslag krijgen. De ontbinding op kennisgeving is wellicht geïnspireerd op het Franse recht. Er dient bij een ontbinding op kennisgeving sprake te zijn van een wederkerig contract, een voldoende gekwalificeerde schending, een ingebrekestelling en een kennisgeving van de beslissing van de schuldeiser aan de andere contractspartij. Het klassieke voorbeeld van een wanprestatie is de niet-betaling van de huurgelden. Wanneer overmacht kan worden vastgesteld, zal er niet aanvaard worden dat er sprake is van een wanprestatie die de ontbinding rechtvaardigt.
6. Het derde alternatief voor overmacht zijn de contractuele clausules. Deze clausules zijn mogelijk nu het verbintenissenrecht van aanvullend recht is. Enerzijds zijn er de overmachtsclausules en anderzijds de imprevisieclausules. In zo een clausule kunnen contractspartijen bedingen welke omstandigheden in aanmerking komen als overmacht of imprevisie en wat de gevolgen zijn van deze kwalificatie op hun contract. Partijen kunnen dus zelf overeenkomen in welke mate een pandemie een impact zal hebben op hun overeenkomst.
In Frankrijk zijn contractuele clausules eveneens mogelijk.
7. Het vierde en laatste alternatief dat in deze thesis wordt voorgesteld voor overmacht, is de uitvoering te goeder trouw.
Er kunnen op grond van de aanvullende werking van de goede trouw bijkomende verbintenissen worden opgelegd aan partijen. Zo dienen de contractspartijen er zich van te onthouden de nakoming van de verbintenis door de wederpartij te bemoeilijken in de context van een pandemie. Er kan ook de verplichting worden afgeleid om bijkomende contractuele regelingen te treffen met het oog op de goede afloop van de basisovereenkomst. Ook het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek geven deze betekenis aan de aanvullende werking van de goede trouw. Een contractspartij die zich in een situatie van overmacht bevindt, kan worden verhinderd zijn verplichtingen te goeder trouw na te komen. Vaak is een onderhandelde oplossing wel opportuun. Zo kan een betalingsuitstel, afbetalingsregeling of een prijsvermindering worden voorgesteld.
Het is bij de matigende werking en bij rechtsmisbruik aan een contractpartij verboden de haar uit de overeenkomt voortvloeiende rechten uit te oefenen op een manier die in strijd is met wat van een redelijke contractpartij mag worden verwacht. Wie in het kader van de coronacrisis de nakoming zou blijven eisen van een ingrijpend gewijzigde overeenkomst, kan zich schuldig maken aan rechtsmisbruik. De schuldenaar dienst daarnaast loyaal redelijke maatregelen te nemen die de schade van de niet-nakoming kunnen matigen of beperken. Deze redenering is in het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek terug te vinden. Het ontbreken van een onderhandelde oplossing, zoals een betalingsuitstel, een afbetalingsregeling of een prijsvermindering, kan leiden tot rechtsmisbruik. De matigende werking staat de toepassing van de risicotheorie in geval van overmacht echter niet in de weg.
8. Imprevisie kan niet als alternatief worden gebruikt voor overmacht in het Belgische recht. Bij imprevisie is er, in tegenstelling tot bij overmacht, sprake van omstandigheden die de uitvoering van de overeenkomst bijzonder moeilijk of aanzienlijk zwaarder maken voor (één van) de partijen. De coronacrisis kan daar een voorbeeld van zijn. De imprevisieleer beoogt een heronderhandeling van de overeenkomst tussen de partijen. Noch het Burgerlijk Wetboek, noch het Hof van Cassatie en noch andere (corona)rechtspraak aanvaarden de imprevisieleer.
De bindende kracht van een overeenkomst blijft het uitgangspunt. Het Franse recht en het nieuwe Burgerlijk Wetboek aanvaarden de imprevisieleer wel.
Partijen kunnen wel steeds een contractuele imprevisieclausule opnemen. De imprevisieleer kan ook min of meer het recht binnensluipen via enerzijds de matigende werking van de goede trouw en de leer van het verbod op rechtsmisbruik en anderzijds door een soepele invulling van het overmachtsbegrip.
We hebben de imprevisieleer niet kunnen gebruiken tijdens de coronapandemie.
Mocht het nieuw Burgerlijk Wetboek al van kracht zijn geweest, had dit een grote invloed gehad op verschillende contracten en zou de rechtspraak vandaag anders luiden.
De aanvaarding van de imprevisieleer tijdens de coronacrisis had er wellicht toe geleid dat overmacht minder snel werd aanvaard.
Meer lezen

Locked Up, Logged Off: A closer look at protection and provision of Internet access for prisoners within the ECHR framework

Universiteit Gent
2021
Felix
Blommaert
Deze masterproef analyseert en bekritiseert de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake internettoegang voor gevangenen op een grondige wijze. Daarenboven trekt het werk een link tussen deze bevindingen en een gelijkaardige zaak hangende voor Belgische rechtbanken.
Meer lezen

De belasting op tweede verblijven, een doorn in het oog van tweedeverblijvers en gemeentebesturen

Universiteit Gent
2021
Morgane
De Pourcq
Mijn scriptie geeft een duidelijk overzicht in de totstandkoming en evolutie van het belastingreglement op tweede verblijven met inachtneming van de rechtspraak en rechtsleer. Een aanzienlijk deel van de juridische aspecten betreft de belasting op tweede verblijven van de Vlaamse kustgemeenten.
Meer lezen

De uitzonderingen op auteursrecht in de EU en copyright in de VS: De implementatie van en overeenstemming met de internationaalrechtelijke driestappentoets

Universiteit Gent
2021
Paulien
Wymeersch
De driestappentoets is een rechtsnorm die de uitzonderingen op het auteursrecht reguleert. Ondanks vele vermeldingen in internationale en EU-rechtsinstrumenten, is er nog onduidelijkheid over de precieze inhoud en draagwijdte van de driestappentoets.
Meer lezen

Algemene vervoersvoorwaarden: een analyse van de verhouding tussen de algemene voorwaarden van Belgische transportmaatschappijen en het consumentenrecht

Universiteit Gent
2021
Alexander
Debouck
Onderzoek naar de algemene vervoersvoorwaarden van de Belgische transportmaatschappijen. In de scriptie is nagegaan of de bepalingen voldoen aan alle vereisten die opgelegd worden ter bescherming van de consument-reiziger.
Meer lezen